Translate

1. KLEIN IS HET AANTAL VAN HEN DAT NADENKT.

Aldus een vers uit de koran. 


Op deze uitdagende manier heet ik u welkom bij deze kroniek. Maar wat is een kroniek ?

Een kroniek is een chronologisch verslag van feiten zonder noodzakelijke samenhang. Hier wordt een vrije toepassing gehanteerd : een hedendaagse, volwassen versie van het dagboek. Uiteraard ontdaan van de puberale ontboezemingen, waarmee het begrip dagboek is besmet. Het dagboek immers draait om het ik, de kroniek is gericht op de buitenwereld. Het dagboek is van een absolute verhevenheid, de kroniek staat relativerend met de voetjes op de grond. Het dagboek is extatisch momentgebonden, de kroniek neemt afstand en beoogt eerder een tijdsrelaas. Het dagboek interesseert buiten de auteur weinigen, de kroniek pinkt een wervend oogje naar zoveel mogelijk lezers. Het dagboek is jong en onervaren, de kroniek belegen en wijs, geschikt voor nu en straks.

Een kroniek is geen verzameling essays. Wie Montaigne heeft gelezen hoedt er zich voor zichzelf op gelijke hoogte te hijsen. Nochtans is er wel wat gemeenschappelijks : een persoonlijke mening, meer beargumenteerd door ervaring en wijsheid dan door wetenschap, handelend over de meest uiteenlopende onderwerpen, van frivool tot ernstig, en relatief kort.
De reden van deze publicatie is ontevredenheid over mezelf. Door de jaren heen heb ik wel wat af geschreven - neen, niet afgeschreven ! - , en dat ligt allemaal slordig dooreen en op verschillende plaatsen, zonder orde of inventaris. Zoals op de bekende chaotische manier, die pas echt opvalt bij een verhuizing : o, kijk, dat is waar ook, dit hadden we nog en kijk nu daar,  ook dat nog, maar, zie nu toch eens, dat is van zolang geleden ! 
En dan de volgende vraag : wat doen we ermee, bijhouden of weggooien ?
Een haast existentiële vraag. Want de spullen, die in de loop der jaren stof hebben liggen vergaren, verbergen daaronder een stuk van je leven. Het zijn mijlpalen, soms jeugdsentiment. Maar aan terugblikken en navelstaren heeft geen lezer een boodschap. Het wordt maar interessant voor de lezer als het een belletje kan doen rinkelen.
Mensen die dat geschreven verleden zonder verpinken weggooien, dat is toch zonde ? Mijn beslissing is geweest streng selecteren en het belangrijke actualiseren. Maar het mag geen nostalgie worden, het moet leesbaar en zinvol zijn voor de mensen van vandaag en morgen. Vertaling naar vandaag dus, waardoor de meeste knipsels wegens niet meer relevant toch de versnipperaar in moesten.
Het bezig zijn met taal en het aanmaken van nieuwe schrijfsels is een aangename tijdsbesteding, tegenwoordig ook wel hobby genoemd. Nu is hobby een lelijk woord. Het is bezigheid geboren uit verveling. Tweemaal in de week de auto wassen, speelgoedtreintjes verzamelen, vlooienmarkten aflopen, seniorentennis, een vreemde taal aanleren. Een klassiek vooroordeel.
Want dédain over dat soort bezigheden is misplaatst. Iedereen zoekt toch een zin, buiten zijn normale bezigheden, van jong tot oud ?! Verzamelen van rennerstruitjes of van precolumbiaanse beeldjes is bij wijze van spreken toch hetzelfde, zingeving dus, al zal de maatschappelijke relevantie verschillend zijn.
Ik beken dat ook ik een hobby nodig heb. In plaats van sloffend en verveeld door Wijnegem Shopping te slenteren, op het gevaar af te worden nagewezen als hangoudere, kies ik voor de vlucht vooruit : iets doen, in mijn geval schrijven. Maar ik beeld me verder niets in. De leeftijd heeft ambities weggeblazen, het moet vooral aangenaam zijn voor de hobbyist zelf. En als in het uitgeworpen hengeltje naar de lezer ook gebeten wordt, is dat de opperste beloning.
Het is nochtans populair om te zeggen dat het aantal lezers geen belang heeft, dat je het daar niet voor doet. Dat is huichelachtig. Een schrijver heeft lezers nodig als een lucifer zuurstof. Schrijven als stijloefening, alleen voor jezelf of uit ijdelheid, dat kan best, maar het wringt. Het doet me denken aan die pater, die het klooster was ontvlucht en nu, op zijn appartementje, elke ochtend de mis opdroeg aan de keukentafel, zonder publiek. Op een ochtend stond zijn hart stil. Wie zich isoleert gaat alleen dood.
De trouwe lezers van de reisbrieven zijn gewend geraakt aan anekdotische reisverhalen. Maar anekdotiek heeft nu eenmaal het voordeel èn het nadeel van kleurrijk vuurwerk : flitsend en zo voorbij. Het gevaar van overacting is reëel, omwille van het effect. Zoals de gevierde moppentapper, die van geen ophouden weet en van wie men op de duur fluistert : verdorie, daar heb je hem weer, wegwezen.
De trouwe lezers weten anderzijds ook dat schrijver dezes een ernstige inborst heeft. Vandaar zijn behoefte om na te denken over zovele zaken in de samenleving en daarvan kond te doen. Te weinig burgers verheffen echt hun stem, als je althans het politiek correcte, de eenheidsworst van de media en het geroep en getier van de sociale media buiten beschouwing laat. Het is nochtans belangrijk, als je de maatschappij niet wil overlaten aan de machthebbers, de ideologen van links en rechts, de opportunisten, de verkopers van wind. Zelfs de koran stelt : klein is het aantal van hen dat nadenkt. Nadenken is doordenken en daar ligt een taboe op. De meeste media snoeren het denken in. Zij hebben baat bij voorspelbaar denken binnen afgebakende kaders. Die kaders zijn ideologisch en/of modieus van aard. De houding van de intellectueel is - of behoort te zijn - vraagtekens te plaatsen achter al dat schijnbaar evidente, de consensus te demonteren, leugens te ontmaskeren, nieuwe geboden en verboden te fileren tot op het bot. Dat is - althans als je wat aanhang verzamelt - consensusbedreigend en al helemaal in Vlaanderen, waar doordenken de doodzonde is, die, na de implosie van de katholieke kerk, is blijven bestaan als grootste taboe, over alle gezindten heen. Dat geldt a fortiori ook voor België, dat maar kan blijven voortbestaan als er niet te veel lastige vragen worden gesteld. 
De boog staat natuurlijk niet altijd gespannen. Een badinerend artikel, een ontspannend tafereeltje, een relativerend selfie blijven behouden. Ernst gedijt best bij afwisseling met luchtige ontspanning. Schrijver dezes wil ook graag plagen, relativeren, zijn slecht karakter tonen, zichzelf te kijk stellen. Zelfspot is noodzakelijk om doodernstig doorzeuren te vermijden.
Deze kroniek streeft een tegelijk verhalende, grappige, confronterende, ironische, luchtige, tot op het bot borende, een enkele keer waarschuwende kijk na op het leven in het begin van de 21° eeuw in een piepklein land, dat Vlaanderen heet, ingebed in een iets groter Europa en in die beangstigende globale wereld. En met altijd een knipoog naar Portugal, het tweede thuisland. Het is geen afgewerkt boek, maar een manuscript dat altijd maar doorgaat, zichzelf vernieuwt, een soort perpetuum mobile. Daarom was een klassieke boekuitgave geen optie. Dat boek ligt trouwens na twee jaar in de ramsj, daar heb ik geen zin in. Ik moet eraan beginnen, al heb ik nog wel even de tijd, mijn moeder werd ten slotte 103. Maar er is ook geen tijd te verliezen. Ik vlieg erin.
Herman van Schoten, Lagos, Portugal, 23/02/2017.
alle rechten voorbehouden, Herman van Schoten.

1 opmerking:

  1. Djeezes, wat schrijft U mooi. Meer kans dat godt bestaat dan dat ik de de 2-342 niet lezend verorberen zal.

    BeantwoordenVerwijderen