Translate

285. IK ZAG LORENA WIEBES!

 

Ik zag Lorena Wiebes winnen! Ze reed iedereen uit het wiel in de spurt aan het einde van de wielerwedstrijd De Scheldeprijs te Schoten. Dat deed ze het vorige jaar ook, toen deze wedstrijd voor het eerst voor dames werd georganiseerd. In vakjargon: ze legde iedereen erop. Ik stond voorbij de streep, tegen het dranghekken aan. Aan de andere kant stonden twee verzorgers van de ploeg Arkea. Hun rensters knepen de remmen dicht toen ze hen zagen. Zodoende kreeg ik een en ander mee. Eén renster had een bebloede knie, twee anderen een bebloed been. Ze waren betrokken in de massale valpartij langs het kanaal, waarvoor eigenlijk geen aanleiding was. Pats, er viel er eentje en een 40-tal rensters dook er overheen. De twee legden uit wat hen overkomen was en polsten elkaar naar de opgelopen schade. Het was zo, stelden ze berustend vast, niets aan te doen, troostten ze elkaar in taterend Frans. Maar wat een jonge grieten, klein en graatmager en met een baby-snoet. Je durft ze niet aan te raken uit schrik dat ze zouden omvallen. Geloof dat maar niet, het zijn afgetrainde atletes. Maar wat een nomadenleven. Week in week uit in het buitenland gaan fietsen, hotel in hotel uit, het is een reizend circus. En er kan toch telkens maar één renster winnen, het moet frustrerend zijn. Dat gevoel meende ik op heel wat gezichten te kunnen aflezen: weer niet gelukt, verdomme! Lorena kwam pal langs me door. Met het gewonnen beeldje vast in de hand en met de andere hand aan het stuur wrong ze zich door de opening in de dranghekken. Ik hoorde minister Annelies Verlinden, die zich daar ook geposteerd had, nog congratulations zeggen, al wist ik niet waarom dat in het Engels moest en Lorena wist niet wie het was.  


Lorena is een van de allersnelsten, naast wereldkampioene Elisa Balsamo en Chiara Consonni. Rensters als Marianne Vos en onze Lotte Kopecky komen een beetje zuivere snelheid tekort, maar hebben meer inhoud, zodat ze het na een zware koers in de sprint kunnen afmaken. 


Noch Lorena noch Marianne noch Lotte zijn mijn idool. Ik heb geen idolen. Hoewel, ik was vroeger weg van Kim Clijsters, maakte haar een keer mee in het Antwerpse Sportpaleis op de eerste rij achter de opslaglijn en bewaar nog altijd drie tennisballen van haar. Zou het wat opbrengen op tweedehands.be? Of je gevoelig bent aan idolen hangt af van karakter, opvoeding, intellectuele vorming. En leeftijd. Op een zekere leeftijd heb je geen idolen meer, dat is meer iets voor kinderen en jongeren. Zo is dat. Handtekeningen vragen, jeetje. Ik heb maar één handtekening die ik goed bewaar, van mijn echtgenote onder het huwelijkscontract. 


Lorena is een goedlachse meid, die het ook nog goed kan uitleggen. Dat kan ook Marianne maar Lotte niet, ze is gesloten en komt moeilijk uit haar woorden. Een sportman en -vrouw moet tegenwoordig ook de media kunnen bespelen. De beste manier is spontaneïteit. Dat komt over en dat heb je of heb je niet. Al kan je het enigszins aanleren, maar je moet het willen. En commentatoren maken het hen niet gemakkelijk. Wat word je verondersteld te antwoorden op vragen als: hoe moeilijk was het om op de Kemmelberg in het spoor van Annemiek van Vleuten te blijven? Zeg je dan 50 % moeilijk, heel moeilijk, moeilijk, gemakkelijk ? Journalisten stellen vaak van die onmogelijke vragen. Dringt het al door, is nog zo’n vraag waarop de belaagde sporter niet weet wat te antwoorden. Ik zou beginnen met een technische analyse van de wedstrijd, maar blijkbaar is het de bedoeling dat je naar beleving vraagt. Dat lijkt me snel een kiese want persoonlijke aangelegenheid. Kim, je komt terug na je zwangerschap en bevalling en je wint gelijk een grand slam, wat gaat er door je heen en hoe doe je het? Ja, wat moet ons Kim daarop zeggen? Ook de commentatoren lijden aan idolendom, zelfs aan idolen-dom. 


In Schoten kwam ik tijdens de wedstrijd onbedoeld terecht in een supportersgroep van Jasper Philipsen. Het stond te lezen op pet en jas en een kind had ook nog een spandoek bij waarop hun idool prijkte. Dan doe je er goed aan je gedeisd te houden of voorzichtig mee te praten in hun straatje, want je verwacht dat het fanatiekelingen zijn. Er was ook een gezin met twee kinderen bij, die er wellicht hun hobby van hebben gemaakt. En ze zijn vlug tevreden want Jasper Philipsen, ja, in hun plaats zou ik gelijk op het hoogste mikken, Wout of Mathieu! Ik voel respect voor deze mensen, omdat zij veel opofferen om hun idool te kunnen volgen. Maar ook een zeker dedain, is het die inspanningen en onkosten wel waard? En waarom loop je achter een idool aan? Moet dat idool iets opbouwen wat jij niet hebt, straalt bekendheid en roem op je af? Heb je dan zelf niets in de aanbieding, waarop je fier kan zijn? Armoedige geesten? Te veel lege tijd? 


Sport, muziek en film zijn uitgelezen activiteiten voor het tot wasdom komen van het idolendom. Autocoureur Max Verstappen is uiterst populair en zijn spectaculaire rijstijl dikt dat nog aan, hij is een idool. In de atletiek werd Usain Bolt populair door zijn prestaties, maar hij werd een idool omdat hij de camera naar zijn hand wist te zetten met zijn malle gebaren. Dommer zag je nooit op een tv-scherm. Andere atleten gingen hem nadoen, maar een atleet als Christophe Lemaitre deed er niet aan mee. Hij stond stoïcijns en geconcentreerd op de startlijn terwijl zijn collega’s gekke bekken trokken. Ik mocht Christophe wel. 


De muziek is een eindeloze bron van idolatrie. In mijn jonge tijd werd ik gekweld door de vraag wie de besten waren: de Beatles of de Rolling Stones? De muziek van de Beatles zal langer overleven, maar de echte beat kwam van de Stones: I can't get no satisfaction! Iedereen kan wel zijn lijstje opnoemen van favoriete zangers, zangeressen en muzikanten. Maar tegenwoordig weet je niet wat je hoort als een jongere naar zijn favoriete groep gevraagd wordt. Hij noemt een naam, waarvan je nog nooit gehoord hebt en je denkt, o, toch eens uitproberen op you tube. Resultaat: lawaai. 


Ook in de film wisselen de idolen uiteraard met de generaties. In mijn tijd stak actrice Anna Karina er bovenuit en als filmmaker Jean-Luc Godard. Het was intellectualisme, toegegeven. Wie kent ze nog? 


Die als persoonlijk aangevoelde band heb je minder in ploegsporten. Je kan toch niet de hele ploeg aan de boezem drukken, figuurlijk dan, want letterlijk is taboe natuurlijk. De Belgische hockeyploeg werd olympisch kampioen, dat kon je zeer wel smaken, maar achterna lopen doe je niet. Dat fenomeen zie je meer in het voetbal en is een bron van blijvende verbazing. Wie erbij wil zijn op het aanstaande wereldkampioenschap voetbal in Qatar moet een budget voorzien van zo’n € 7.000. Het zijn sportieve groupies


Zijn idolen wenselijk in een samenleving? Ja, om mensen af te leiden, zodat ze geen kwaad in de zin krijgen. Maar is het ook volwassen gedrag? Nee toch, het is kinderachtig. Je kan met bewondering naar mensen opkijken, maar daar blijft het ook bij. Vandaag de dag hebben influencers duizenden volgers. Het woord alleen al: volger! Ze volgen dus, dat is hun manier van zijn…


Ik zag Lorena Wiebes en blijf haar volgen! Dat wil zeggen, als ze op tv vooraan fietst, zal ik ze proberen te herkennen, want die commentatoren zijn daar blijkbaar niet voor, die zijn met zichzelf bezig. Ik mag Lorena, maar waar ze woont, of ze een vriend heeft, kinderen, dat interesseert me niet. Ze is niet mijn idool. En als Lotte haar een keer zou aftroeven in de spurt, zou ik kraaien van de pret. 


Herman van Schoten, Schoten, België, Scheldeprijs, 06/04/2022.

Alle rechten voorbehouden: vanschotenherman@gmail.com.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten