Intelligente emotie (1) is een boek van de Vlaamse filosoof Ludo Abicht (°1936). Hij rekent af
met de zogenaamde emotionele
intelligentie, onder meer populair onder welzijnswerkers. Het boek is nog
steeds hoogst actueel.
Emotionele
intelligentie is modieus. De ratio wordt ervaren als te dominant. Mensen willen
een warme omgeving. Ze zoeken zingeving buiten de verplichtingen van alledag.
Ze zoeken hobby’s om zich te kunnen
waarmaken. De westerse wereld is kil, gericht op efficiëntie in grote,
eengemaakte organisaties, vaak ervaren als niet op mensenmaat. Schaalvergroting,
zoals in de economische sector, ontmenselijkt. Abicht geeft voorbeelden van
rationeel doorslaan : de concentratiekampen, de vrouwenhandel.
De emancipatie heeft
bevorderd dat emoties werden toegelaten. De halve, rationele mens, werd nu een
volledig mens, van vlees en bloed. Emoties worden nu ook publiek geuit.
Bedrijven hebben het belang van emotionele betrokkenheid ingezien als
bindingsmiddel aan het bedrijf. Daarom is het human resourcement management uitgevonden. Bij
rampen wordt een batterij psychologen ingeschakeld. De emotionele factor is
alom erkend en wordt zelfs georganiseerd.
De keerzijde is zich
laten gaan in emotie zonder veel ratio. De burger, die, gehersenspoeld tot de
ultieme maat der dingen door media en reclame, gewezen wordt op
onmaatschappelijk gedrag, ontploft haast want hij heeft een klein lontje. De
reactie op de kille, rationele wereld is daarmee even erg als de kwaal.
Abicht pleit voor
intelligente emotie. Emotie, nodig om in actie te schieten, intelligent
inzetten. Een verzoening tussen de twee drijfveren, die elkaar ook onder
controle houden. Een overweldigend gevoel ook rationeel kunnen inperken. Zo is
het bekend dat nachtelijk verstuurde e-mails meer ongecontroleerd zijn dan
overdag verstuurde. Afzenders hebben de volgende ochtend alweer spijt van hun
onbezonnen nachtelijk geschrijf. Maar ook de emotionele kant bij rationele
beslissingen inschatten : niet al te zeer rücksichtslos rechtdoor zonder omkijken. Je de vraag stellen : waar
ben ik mee bezig, is dit het engagement dat ik wil, wat doe ik mijn directe
omgeving aan met dit gedrag enz.
De slotsom van
Abicht is dat we juist meer Verlichting nodig hebben. De balans tussen rede en
gevoel is niet helemaal in de haak. Op de uitvergroting van de ratio volgde de
uitvergroting van de emotie. Geen cultus dus van de emotionele intelligentie,
maar een evenwichtige opvatting van de beide, intelligente emotie.
Enkele overwegingen.
Het is een
intrigerend thema, gemakkelijk herkenbaar in geschiedenis en dagelijks leven.
Zo organiseerde
Hitler op doorgedreven rationele wijze de uitroeiing van de Joden, een
ideologisch aangestuurd sentiment. Koren op de molen van de critici van de
overdreven rede.
In onze tijd
organiseerden Amerikaanse banken superrationeel hun geldhonger, met als gevolg
de financiële crisis. Opnieuw een voorbeeld van misbruik van de ratio.
Maar ook in deze
tijd zien we een overdreven terugvallen op de emotie in het privé-leven en in de
reclame. Het is jouw energie,
jouw mening doet ertoe en andere onzin in
populaire weekblaadjes en in de tv-reclame. De emo-cultuur domineert het
gedrag van mensen, ook in de publieke ruimte. Die omslag van plichten naar
rechten is voortgekomen uit de emancipatie uit de knellende banden van kerk en
staat. En gestimuleerd door de commercie. Reclame, handige aanbieders en de
therapiewereld verdienen er goed aan. Het
is jouw tattoo, weet je wel.
De prijs is hoog.
Het ego komt op de eerste plaats, ook in de persoonlijke relatie, ook in het
gezin, ook in de publieke ruimte. De gevolgen voor de samenleving lijken
irrelevant.
Wat moeten we
daarvan denken ?
Misschien is het wel
zo dat wij mensen neigen naar extremen en dat slechts opvoeding of - in de woorden
van Sloterdijk - domesticeren - de
redelijkheid kan doen intreden.
Dat houdt een
disciplinerend kader in, dat helaas verdwenen is. De school heeft zich
aangepast en verwelkomt de consument van haar diensten, die een diploma komt
kopen. De legerdienst, die, weliswaar weinig inspirerend, als socialiserend
kader diende, is ook weg. Pas wanneer de jonge burger gaat werken, wordt hij
ermee geconfronteerd en schrikt zich een hoedje. Regels, tijdklok, instructies,
bazen, dat is nieuw !
Er komt reactie. De Vlaamse
politieke partij NVA en de Nederlandse CDA plaatsen naast rechten ook plichten.
In hoeverre gemeend of electorale strategie moet nog blijken. Feit is dat het
plichtverhaal de kiezer terug begint aan te spreken. De kiezer is misschien al
verder geëvolueerd in het disciplinerend verhaal dan de politiek, die
schoorvoetend volgt en toch zeker de kiezer-consument niet voor het hoofd wil
stoten. Van de politieke klasse kan uiteraard geen voortrekkersrol worden
verwacht, zij volgt altijd met vertraging en doet dan alsof zij het warm water
uitvindt.
Voor de bewuste
burger reikt Abicht een praktisch leidraad aan, uiteengezet in een ander boek,
handelend over het Israëlisch-Palestijns conflict (2). Het betreft een kritische grondhouding, door de auteur gedefinieerd
als geïnformeerd, genuanceerd en geëngageerd. In de geciteerde woorden van
de auteur : partij kiezen zonder partijdigheid, engagement met verstand.
Van Dooren voert, weliswaar
in een professionele context, de notie prudent
handelen (3) op. Positief definieert hij dit begrip als zorgvuldig
handelen, dit is handelen na weging van alle aspecten van een probleem of
thema, ook de minder gewenste, populaire of gangbare. En tevens na weging van
de gevolgen voor de gebruiker van professionele dienstverlening. Negatief
gedefinieerd is prudent handelen
alertheid voor de beroepsrisico’s van verzakelijking, moralisering,
therapeutisering, ideologisering. Prudent handelen houdt een attitudewijziging
in : matigheid in formalistisch denken en procedure-handelen, in ethische
oordelen, in therapeutische aspiraties, in ideologische gelijkhebberij. Met
altijd de vraag voor ogen : is dit wel goed voor de burger, is dit wel goed
voor de samenleving ?
Die matigheid kan
verkeerd worden begrepen en gekaapt. Een politieke partij als CD&V
bijvoorbeeld zit het compromis in de genen, welnu, dat is niet de betekenis van
de bedoelde matigheid. De matigheid van het aprioristische compromis verhindert
doordenken, keuzes maken, beleid voeren. Dat is het omgekeerde van wat Abicht bedachtzaam radicalisme noemt.
Inhoudelijk een perfecte verwoording, die in de oppervlakkige perceptie echter
als extreem kan overkomen.
Het boek van Abicht inspireert
en keert de retoriek van de emotionele intelligentie verrassend om. De eenzijdige
emo-cultuur richt ravage aan, net zoals de eenzijdige ratio-cultuur dat deed.
Evenwichtig engagement is nodig, met verstand en emotie. De auteur reikt het
kritische engagement aan, anderen vullen deze wenselijke grondhouding met weer
andere begrippen in. Sloterdijk bijvoorbeeld, met zijn Regels voor het mensenpark (4).
De maatschappelijke
aanvaarding en toepassing van de attitude intelligente emotie is voorlopig
problematisch. De media spelen hun rol niet. Dat de openbare omroep VRT niet
meer opvoedend mag zijn, is een
grove missing. Dat men promotoren van publiekelijk onfatsoen als voetbaltrainer
Preud’homme ongestoord aan
bod laat komen is erg. De publieke omroep focust op klanten, niet op een
missie. Volksverheffing is weggezet bij het groot vuil als ouderwets en
betuttelend. Zij ondergraaft aldus zelf haar bestaansreden…
De kwestie is niet
het bepleiten van een terugkeer naar de verknechting uit mijn jeugd, maar te
komen tot geëngageerd burgerschap met effectieve rechten en effectieve plichten,
gesanctioneerd door een efficiënt en redelijk handhavingsbeleid. De extremen
van losgeslagen wild en van gedomesticeerde angsthazen kunnen worden vermeden
in een redelijk compromis tussen mogen en moeten. Dat nu blijkt
bijzonder moeilijk te zijn. De permissiviteit van het mogen wordt commercieel uitgebuit tot en met. Anderzijds ligt
altijd nieuwe bedilzucht op de loer, zie bijvoorbeeld het wensdenken van de
politieke partij Groen en ook het multiculturele dictaat.
Het is een taak van
de intellectueel de vinger op te steken, telkens wanneer nodig. Op mijn foto op
deze blog doe ik dat letterlijk, ironiserend uiteraard.
De intellectueel als
buddy van de radicale redelijkheid…
Noten :
(1)
: Abicht, L., Intelligente emotie, Houtekiet, 2001.
(2)
: Abicht, L., Eén maat en één gewicht, Pelckmans, 2002.
(3)
: Van Dooren, H., Maatschappelijk Werk tussen burger en
samenleving, Garant, 2004.
(4)
: Sloterdijk, P., Regels voor het mensenpark, Boom, 2000.
Naschrift :
Professor Abicht
stuurde een reactie : Maar in dit geval ben ik het
volledig eens met uw samenvatting, al vind ik “radicalisme” helemaal geen
beladen term, integendeel (naar de radices van een probleem gaan), ondanks
de mediatieke verwarring met “extremistisch”. Het sleutelwoord is
hier “bedachtzaam”, ook al zet dit onder bepaalde omstandigheden tot
heldendaden aan. Maar zoals mijn Leuvense vriend Fons van Steenwegen
parafraserend zou zeggen, “bedachtzaam radicalisme is een
werkwoord", iets wat je niet eens en voorgoed kan of mag vastleggen.
Herman van Schoten,
Schoten, België, 04/09/2017.
alle rechten voorbehouden : vanschotenherman@gmail.com.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten