Translate

77. INTELLIGENTE EMOTIE.

Intelligente emotie (1) is een boek van de Vlaamse filosoof Ludo Abicht (°1936). Hij rekent af met de zogenaamde emotionele intelligentie, onder meer populair onder welzijnswerkers. Het boek is nog steeds hoogst actueel.
Emotionele intelligentie is modieus. De ratio wordt ervaren als te dominant. Mensen willen een warme omgeving. Ze zoeken zingeving buiten de verplichtingen van alledag. Ze zoeken hobbys om zich te kunnen waarmaken. De westerse wereld is kil, gericht op efficiëntie in grote, eengemaakte organisaties, vaak ervaren als niet op mensenmaat. Schaalvergroting, zoals in de economische sector, ontmenselijkt. Abicht geeft voorbeelden van rationeel doorslaan : de concentratiekampen, de vrouwenhandel.
De emancipatie heeft bevorderd dat emoties werden toegelaten. De halve, rationele mens, werd nu een volledig mens, van vlees en bloed. Emoties worden nu ook publiek geuit. Bedrijven hebben het belang van emotionele betrokkenheid ingezien als bindingsmiddel aan het bedrijf. Daarom is het human resourcement management uitgevonden. Bij rampen wordt een batterij psychologen ingeschakeld. De emotionele factor is alom erkend en wordt zelfs georganiseerd.
De keerzijde is zich laten gaan in emotie zonder veel ratio. De burger, die, gehersenspoeld tot de ultieme maat der dingen door media en reclame, gewezen wordt op onmaatschappelijk gedrag, ontploft haast want hij heeft een klein lontje. De reactie op de kille, rationele wereld is daarmee even erg als de kwaal.
Abicht pleit voor intelligente emotie. Emotie, nodig om in actie te schieten, intelligent inzetten. Een verzoening tussen de twee drijfveren, die elkaar ook onder controle houden. Een overweldigend gevoel ook rationeel kunnen inperken. Zo is het bekend dat nachtelijk verstuurde e-mails meer ongecontroleerd zijn dan overdag verstuurde. Afzenders hebben de volgende ochtend alweer spijt van hun onbezonnen nachtelijk geschrijf. Maar ook de emotionele kant bij rationele beslissingen inschatten : niet al te zeer rücksichtslos rechtdoor zonder omkijken. Je de vraag stellen : waar ben ik mee bezig, is dit het engagement dat ik wil, wat doe ik mijn directe omgeving aan met dit gedrag enz.
De slotsom van Abicht is dat we juist meer Verlichting nodig hebben. De balans tussen rede en gevoel is niet helemaal in de haak. Op de uitvergroting van de ratio volgde de uitvergroting van de emotie. Geen cultus dus van de emotionele intelligentie, maar een evenwichtige opvatting van de beide, intelligente emotie.

Enkele overwegingen.
Het is een intrigerend thema, gemakkelijk herkenbaar in geschiedenis en dagelijks leven.
Zo organiseerde Hitler op doorgedreven rationele wijze de uitroeiing van de Joden, een ideologisch aangestuurd sentiment. Koren op de molen van de critici van de overdreven rede.
In onze tijd organiseerden Amerikaanse banken superrationeel hun geldhonger, met als gevolg de financiële crisis. Opnieuw een voorbeeld van misbruik van de ratio.
Maar ook in deze tijd zien we een overdreven terugvallen op de emotie in het privé-leven en in de reclame. Het is jouw energie, jouw mening doet ertoe en andere onzin in  populaire weekblaadjes en in de tv-reclame. De emo-cultuur domineert het gedrag van mensen, ook in de publieke ruimte. Die omslag van plichten naar rechten is voortgekomen uit de emancipatie uit de knellende banden van kerk en staat. En gestimuleerd door de commercie. Reclame, handige aanbieders en de therapiewereld verdienen er goed aan. Het is jouw tattoo, weet je wel.
De prijs is hoog. Het ego komt op de eerste plaats, ook in de persoonlijke relatie, ook in het gezin, ook in de publieke ruimte. De gevolgen voor de samenleving lijken irrelevant.
Wat moeten we daarvan denken ?
Misschien is het wel zo dat wij mensen neigen naar extremen en dat slechts opvoeding of - in de woorden van Sloterdijk - domesticeren - de redelijkheid kan doen intreden.
Dat houdt een disciplinerend kader in, dat helaas verdwenen is. De school heeft zich aangepast en verwelkomt de consument van haar diensten, die een diploma komt kopen. De legerdienst, die, weliswaar weinig inspirerend, als socialiserend kader diende, is ook weg. Pas wanneer de jonge burger gaat werken, wordt hij ermee geconfronteerd en schrikt zich een hoedje. Regels, tijdklok, instructies, bazen, dat is nieuw !
Er komt reactie. De Vlaamse politieke partij NVA en de Nederlandse CDA plaatsen naast rechten ook plichten. In hoeverre gemeend of electorale strategie moet nog blijken. Feit is dat het plichtverhaal de kiezer terug begint aan te spreken. De kiezer is misschien al verder geëvolueerd in het disciplinerend verhaal dan de politiek, die schoorvoetend volgt en toch zeker de kiezer-consument niet voor het hoofd wil stoten. Van de politieke klasse kan uiteraard geen voortrekkersrol worden verwacht, zij volgt altijd met vertraging en doet dan alsof zij het warm water uitvindt.
Voor de bewuste burger reikt Abicht een praktisch leidraad aan, uiteengezet in een ander boek, handelend over het Israëlisch-Palestijns conflict (2). Het betreft een kritische grondhouding, door de auteur gedefinieerd als geïnformeerd, genuanceerd en geëngageerd. In de geciteerde woorden van de auteur : partij kiezen zonder partijdigheid, engagement met verstand.
Van Dooren voert, weliswaar in een professionele context, de notie prudent handelen (3) op. Positief definieert hij dit begrip als zorgvuldig handelen, dit is handelen na weging van alle aspecten van een probleem of thema, ook de minder gewenste, populaire of gangbare. En tevens na weging van de gevolgen voor de gebruiker van professionele dienstverlening. Negatief gedefinieerd is prudent handelen alertheid voor de beroepsrisico’s van verzakelijking, moralisering, therapeutisering, ideologisering. Prudent handelen houdt een attitudewijziging in : matigheid in formalistisch denken en procedure-handelen, in ethische oordelen, in therapeutische aspiraties, in ideologische gelijkhebberij. Met altijd de vraag voor ogen : is dit wel goed voor de burger, is dit wel goed voor de samenleving ?
Die matigheid kan verkeerd worden begrepen en gekaapt. Een politieke partij als CD&V bijvoorbeeld zit het compromis in de genen, welnu, dat is niet de betekenis van de bedoelde matigheid. De matigheid van het aprioristische compromis verhindert doordenken, keuzes maken, beleid voeren. Dat is het omgekeerde van wat Abicht bedachtzaam radicalisme noemt. Inhoudelijk een perfecte verwoording, die in de oppervlakkige perceptie echter als extreem kan overkomen.
Het boek van Abicht inspireert en keert de retoriek van de emotionele intelligentie verrassend om. De eenzijdige emo-cultuur richt ravage aan, net zoals de eenzijdige ratio-cultuur dat deed. Evenwichtig engagement is nodig, met verstand en emotie. De auteur reikt het kritische engagement aan, anderen vullen deze wenselijke grondhouding met weer andere begrippen in. Sloterdijk bijvoorbeeld, met zijn Regels voor het mensenpark (4).
De maatschappelijke aanvaarding en toepassing van de attitude intelligente emotie is voorlopig problematisch. De media spelen hun rol niet. Dat de openbare omroep VRT niet meer opvoedend mag zijn, is een grove missing. Dat men promotoren van publiekelijk onfatsoen als voetbaltrainer Preudhomme ongestoord aan bod laat komen is erg. De publieke omroep focust op klanten, niet op een missie. Volksverheffing is weggezet bij het groot vuil als ouderwets en betuttelend. Zij ondergraaft aldus zelf haar bestaansreden…
De kwestie is niet het bepleiten van een terugkeer naar de verknechting uit mijn jeugd, maar te komen tot geëngageerd burgerschap met effectieve rechten en effectieve plichten, gesanctioneerd door een efficiënt en redelijk handhavingsbeleid. De extremen van losgeslagen wild en van gedomesticeerde angsthazen kunnen worden vermeden in een redelijk compromis tussen mogen en moeten. Dat nu blijkt bijzonder moeilijk te zijn. De permissiviteit van het mogen wordt commercieel uitgebuit tot en met. Anderzijds ligt altijd nieuwe bedilzucht op de loer, zie bijvoorbeeld het wensdenken van de politieke partij Groen en ook het multiculturele dictaat.
Het is een taak van de intellectueel de vinger op te steken, telkens wanneer nodig. Op mijn foto op deze blog doe ik dat letterlijk, ironiserend uiteraard.
De intellectueel als buddy van de radicale redelijkheid…
Noten :
(1)  : Abicht, L., Intelligente emotie, Houtekiet, 2001.
(2)  : Abicht, L., Eén maat en één gewicht, Pelckmans, 2002.
(3)  : Van Dooren, H., Maatschappelijk Werk tussen burger en samenleving, Garant, 2004.
(4)  : Sloterdijk, P., Regels voor het mensenpark, Boom, 2000.
Naschrift :
Professor Abicht stuurde een reactie : Maar in dit geval ben ik het volledig eens met uw samenvatting, al vind ik “radicalisme” helemaal geen beladen term, integendeel (naar de radices van een probleem gaan), ondanks de mediatieke verwarring met “extremistisch”.  Het sleutelwoord is hier “bedachtzaam”, ook al zet dit onder bepaalde omstandigheden tot heldendaden aan.  Maar zoals mijn Leuvense vriend Fons van Steenwegen parafraserend zou zeggen,  “bedachtzaam radicalisme is een werkwoord", iets wat je niet eens en voorgoed kan of mag vastleggen.
Herman van Schoten, Schoten, België, 04/09/2017.
alle rechten voorbehouden : vanschotenherman@gmail.com.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten