Translate

234. VLAEMSCHE EYLANDEN (3).

 

(vervolg van 232.Vlaemsche Eylanden, deel 2)


6. TIPS VOOR EEN BEZOEK.


De Vlaamse aanwezigheid zal voor weinigen een reden zijn voor vakantie op de Azoren. Maar de natuur is overweldigend ! De temperatuur is zacht het hele jaar door. In de winter wordt het zelden kouder dan 11°, in de zomer is het zelden meer dan 25°. De eilanden zijn vochtig, van 46,3 % tot 90,3 % luchtvochtigheid, afhankelijk van eiland en seizoen. Het regent veel, vooral tussen oktober en mei, overwinteren ligt dan ook niet voor de hand. Maar daardoor zijn de eilanden groen en zijn het echte bloemeneilanden. Ook in de zomer moet je altijd op een korte felle plensbui voorzien zijn. Juni is de bloemenmaand bij uitstek. In juli komen de naar de VS uitgeweken Azoreanen massaal terug naar huis, waardoor logies vinden moeilijk kan zijn. De Azoren zijn een ideale bestemming voor wandelaars, duikers en andere  natuurliefhebbers en oases van rust voor wie even wil ontsnappen aan de gekte hier in onze landen. 

 

De reis vergt voorbereiding, tenzij je je overgeeft aan de touroperators, die pakketreizen aanbieden en er nog maar sinds kort zijn toegelaten, zodat hun commerciële invloed nog beperkt is. Om er te komen kan je reizen met TAP Air Portugal met een overstap in Lissabon. Vanuit Lissabon ging er, vóór corona, over het algemeen eenmaal per week een rechtstreekse vlucht naar de VS mèt tussenstop op Santa Maria. Ook vóór corona vloog SATA Air Açores rechtstreeks van Schiphol naar Ponta Delgada op São Miguel. De touroperators vliegen doorgaans op Ponta Delgada. Je kan ook proberen passage te boeken op een zeilschip vanuit het Portugese Peniche, maar dat is een heel gezoek. Tussen de eilanden varen passagiersschepen, maar de frequentie is laag en ze doen lang niet alle eilanden aan. Je bent hier aangewezen op de kleine vliegtuigen van SATA, die frequent vliegen. Ze bieden een pas aan om verschillende eilanden te bezoeken tijdens je verblijf, erg handig. Alle eilanden hebben een luchthaven. Als je toevallig vanuit Faial of Terceira naar Flores vliegt, neem dan zo mogelijk een stoel aan de linkerkant, dan krijg je een prachtig zicht op de krater van Corvo. Voor verplaatsingen op de eilanden zelf ben je doorgaans aangewezen op een huurauto, hoewel er degelijke busverbindingen zijn op de grotere eilanden. 

 

Wat is er allemaal te zien en welke eilanden zou je best bezoeken ? Eén tip : combineer minstens 3 eilanden, uitgaande van São Miguel. Voorts brengt een goede reisgids raad, bijvoorbeeld Ontdek Azoren van de ANWB of Azoren van Michael Bussmann (gedetailleerder en Duits). Per eiland enkele persoonlijke hoogtepunten :

 

1. São Miguel : Op dit grote eiland kan je makkelijk je hele vakantie doorbrengen. Hoofdstad Ponta Delgada wordt tegenwoordig Klein Lissabon genoemd. Het eiland is het meest toeristisch van alle negen. Een hoogtepunt is Furnas met het aangrenzende Parque Terra Nostra met de samenvloeiing van warm en koud water en verderop de vulkanische bronnen. Afdaling naar het Lagoa do Fogo (=vuurmeer) is een belevenis, waarvoor enige fysieke paraatheid is vereist. Ander hoogtepunt zijn de twee meren van verschillende kleur van Sete Cidades. Een legende over Sete Cidades : de kinderloze koning van een heel continent in de Atlantische oceaan kreeg door een engel ingefluisterd dat hij een dochter zou krijgen, als hij beloofde haar niet te zullen zien voor haar volwassenheid. Ziek en oud kon de koning zich niet meer bedwingen en verschafte zich met geweld toegang tot de zeven steden waar het meisje opgroeide. Zijn straf was groot : aardbevingen en vulkaanuitbarstingen deden het continent verdwijnen in de oceaan, alleen de eilanden van de Azoren bleven over ! Dat continent is niets minder dan het legendarische Atlantis…Het dorp Sete Cidades ligt, evenals nog een derde meer en nog enkele kleinere kraters, binnen de diameter van de grote krater, die een omtrek heeft van 12 km. Een rondgang op de kraterrand op 1.200 m. hoogte is mogelijk (4 uur, zwaar). Het uitzichtpunt Vista do Rei bevindt zich op 550 m. boven de meren. Toeristische reisgidsen geven meer dan voldoende informatie.

 

Culinaire tip : even buiten Ponta Delgada, op de kustweg richting Lagoa en ter hoogte van São Roque, zitten enkele betere restaurants. In het restaurant Mariserra kan je alle lokale vis krijgen plus kreeft plus schelpen als lapas, oesters en cracas. Die laatste zijn bijzonder. Het lijkt een stukje rots, waaruit je met een naald een wit slurfje moet trekken, bijzonder èn lekker ! Gebak : fofa, een groot uitgevallen éclair. Het eiland is groot en er is veel te beleven. Je bent er wel niet alleen. Er is ook een theeplantage. Wij hebben altijd thee in huis van de plantage Chá Gorreana,verkrijgbaar in de Azorenwinkel in Lissabon ! 

2. Santa Maria : de hoofdstad Vila do Porto is van zee afgeschermd door een fort en door muren, ter verdediging tegen piraten, zelfs Arabische, die er slaven haalden. Praia Formosa is een lang en mooi strand. In Anjos is er een zwembad in de lava. Hier zou Columbus in 1493 aan wal zijn gekomen na zijn avontuur naar Indië, Amerika dus. Bemanning en kapitein werden gevangen genomen door wantrouwige eilandbewoners, maar ten slotte vrijgelaten. São Lourenço is een echt strand aan de geleidelijk groen oplopende bergflank, een mooi gezicht. Je kan er ook rustig en smakelijk tafelen in openlucht en de lokale meloen is heerlijk. Het vliegveld is groot, aangelegd door de Amerikanen tijdens de tweede wereldoorlog. Een deel van hun barakken staat er nog en wordt verhuurd aan lokale mensen. Op het vliegveld zit ook restaurant Concorde, een aandoenlijk geval want eenvoudig en de dienster moet uit de cafetaria komen om je te bedienen, maar je laat het hier allemaal gewillig over je heenkomen wegens sympathiek. We kregen zelfs speciaal de oudste fles wijn uit de voorraad, helaas niet drinkbaar. Elders op het eiland is er een belangrijke post voor de luchtverkeersleiding in dit deel van de oceaan. Er is ook sprake van de constructie door ESA van een volgstation voor satellieten. Santa Maria is vooral rustig, zeer landelijk, beetje slaperig, maar soms doet dat wel goed, zo zonder programma een paar dagen. Voor geïnteresseerden kan een uitstekende lokale gids worden aanbevolen, die je in haar autootje de hele dag op sleeptouw neemt, mits je haar 's middags een warme maaltijd aanbiedt. Cavacas zijn droge koeken, best eetbaar. Santa Maria verschilt van de andere eilanden op vier bijzondere kenmerken : de koeien worden hoofdzakelijk gehouden voor het vlees, op de andere eilanden hoofdzakelijk voor de melk; het is een ideale bestemming voor paleontologen, op zoek naar fossielen; duikers op zoek naar reuzemanta’s komen hier aan hun trekken; er is een kleine, rode woestijn. Met een motorbootje kan je de in lagen gestapelde lava verkennen aan het ponta da Malbusca. De calçada do Gigante is een vertikaal gelaagde massa lava. De onderzeese vulkaan van Cabrestantes wordt geschat op 10 miljoen jaar oud.   

 

3. Terceira Terceira en meer bepaald de hoofdstad Angra do Heroïsmo wordt op 1 januari 1980 getroffen door een zware aardbeving, waardoor 100 mensen het leven laten en 12.000 bewoners dakloos worden. De renovatie verloopt naar omstandigheden goed, mede dankzij de financiële steun van de Amerikaanse basis (marine). Bij ons eerste bezoek daarna, in 1993, mochten we de kathedraal nog niet in, maar nu zijn de sporen vrijwel uitgewist. Er staan kleine oude huisjes voordelig te koop, die echter bij een aardbeving zomaar kunnen omvallen. Deze hoofdstad is cultureel erfgoed van de Unesco. Bij de nadering van Angra doemt al van ver het schiereiland Monte Brasil op. Praia da Vitória is de tweede stad, in het oosten, kleiner, minder toeristisch, intiemer en er is een strand van 2km. lengte aan de lange baai, waaraan tevens een uitstekend hotel ligt. Een bezoek meer dan waard is de Algar do Carvão, een holte van 100 m. diep binnen een uitgedoofde vulkaan met een ondergronds meer en stalagtieten en -mieten. Er is een actieve vereniging van amateur-geologen en door hen kwamen we in het bezit van een prachtig fotoboek over de vulkanen van de Azoren. In de zomer houdt zowat elk dorp stratenlopen met stieren, een traditioneel volks vermaak. Culinaire tip : alcatra = stoofvlees van rund, in een dikke aarden pot, mals en smaakvol, het bewijs dat de koeien er niet alleen zijn voor de melk. 

4. Faial is toeristisch bekend door zijn haven Horta, waar zeilschepen op weg naar of van Amerika klassiek aanleggen en voor de vulkaan Capelinhos. Nostalgici kunnen de plaats Flamengos bezoeken, het is een klein, eenvoudig dorp, helaas dooreengeschud door de aardbeving van 1998. In Horta gaat iedereen langs bij het legendarische café Peter Sport, waar zo goed als iedereen gin-tónico drinkt, in navolging van de bemanningen van de zeilschepen van destijds, die hier ook hun post ophaalden. Op 1.043 m. hoogte ligt een vulkaankegel met een diameter van bijna 2 km. De bodem ligt 400 m. lager dan de kraterwand, waarover je een rondgang kan maken. De krater had oorspronkelijk een meer. Bij de enorme zeebeving van 1958 liep dit meer leeg, het is nooit teruggekomen. Die zeebeving gaf het ontstaan aan nieuw land, Capelinhos. Het is een uitgestrekt maanlandschap, indrukwekkend voor een bezoek. Het nieuwe land is in bezit genomen door zeevogels, het kalft langzaam weer af. De pousada van Horta is een tot eersteklas hotel omgevormd fort aan de haven.


5. Pico ontwikkelt zich tot “het” eiland van de walvisvaart, tot er een verbod komt. Het eiland wordt gedomineerd door de Pico-berg, die kan beklommen worden, best met gids. Hij reikt tot een hoogte van 2.351 m. Bovenaan zit een lavakrater, waarvan de leeftijd op 300.000 jaar wordt geschat en uitgedoofd sinds 5.000 jaar. De berg is van ver te zien, ook vanop andere eilanden en vanuit het vliegtuig, vermits hij boven de wolken uitsteekt. Het eiland heeft nog wat bijzonders in petto, met name de Gruta das Torres, een 5 km. lange natuurlijke tunnel, waar je met helmen en zaklampen kan afdalen in de onderwereld. Er wordt wijn verbouwd. Een spectaculair uitzichtpunt biedt Terra Alta, 400 m. boven de steil afvallende rotsen. Je ziet hier het eiland São Jorge liggen en tussen de beide eilanden het 20 km. brede kanaal. Van Terra Alta uit kan je een avontuurlijke voettocht maken naar Santo Amaro (2 tot 2,5 uur). 

6. Graciosa is, zoals de naam het zegt, inderdaad lieflijk. Het hoofdstadje Santa Cruz heeft een aandoenlijk centraal pleintje, Rossio genaamd. Het is het minst heuvelachtig eiland, met de minste regen ook. Het eiland ontsnapt doorgaans grotendeels aan natuurrampen op andere eilanden. Er is een raadselachtige vulkaan, waarin je langs een trappenschacht in de kraterwand kan afdalen naar de Furna do Enxofre tot aan een ondergronds meer, het Lagoa do Styx, enigszins beklemmend en inderdaad, het zou de onderwereld kunnen zijn. Helaas, het bootje van veerman Charon vermochten we niet waar te nemen, we hadden voor de zekerheid een obool bij…Hier heb je het gevoel ver van de toeristische drukte te zijn, ofschoon het toch een centraal eiland is. Je kan het in 1 dag bezoeken, maar dan ontgaat je de sfeer. Queijadas zijn koeken, gebakken van maismeel, eieren, melk en veel suiker. 

7. São Jorge is het andere Vlaemsche eylandt wegens de Kersemakere/van der Haegen, die aanlegde bij Topo. We waren één keer in Topo, gelegen op 136 m. hoogte, steil boven de oceaan. Er was geen levende ziel te bespeuren, maar een tegemoet rijdende auto stopte naast ons, het raampje ging open en de chauffeur vroeg : tem horas que me diga ? Hij wilde weten hoe laat het was, maar deze uitdrukking had ik toen nog nooit gehoord : heeft u het uur dat u me zou willen zeggen ?! Docenten Portugees legden me later uit dat dit zeer beleefde omgangstaal is en dat in zo’n gat van een dorp !

 

Het eiland staat toeristisch te boek als zeer groen, met hoge kliffen en fajãs, dat zijn kleine, vlakke terreinen op zeeniveau, van beperkte omvang, vruchtbaar en gevormd door erosie van de hoge kliffen erboven. Je moet er meestal te voet naartoe en je passeert dan geïsoleerde huisjes. De harde en sterke kaas van dit eiland, overal verkrijgbaar op het continent van Portugal, werd wellicht door Vlamingen als eersten gemaakt. 

 

8. Flores is een eind weg, maar SATA vliegt je er naartoe en je landt midden in het hoofdstadje Santa Cruz, naast de hoofdstraat. Puur natuur, wandelingen en voor wie een vergunning bemachtigt vissen en konijnenjacht wegens geen mixomatose. Van alle wandelingen springt er één uit : van Ponta da Fajã naar Ponta Delgada. Het traject is zo’n 13 km. lang. Eerst moet je van zeeniveau ongeveer 450 m. klimmen langs een deels uitgehouwen pad, deels graspad naar de hoogvlakte. Dan stap je noordwaarts over bruut grasland. Je blijft zo dicht mogelijk bij de oceaan omdat je straks een bruggetje over moet en dat wil je niet missen. Eenmaal daarover bereik je snel een geasfalteerd baantje en dan is het nog een 1,5 km. in dalende lijn naar het dorp Ponta Delgada. Het is een vermoeiende wandeling en je moet hoe dan ook water meenemen en een pet tegen de zon. In het dorp kan je in het cafeetje rekenen op gniffelende binnenpretjes van lokale mensen : wie haalt het in zijn hoofd, deze wandeling ! Vroeger ging je dan met de melkkar terug, maar die is afgeschaft, het wordt bus of taxi. Toeristische gidsen raden wel eens het traject in omgekeerde zin aan, maar dan moet je rekenen op een best gladde en steile afdaling naar Ponta da Fajã. Fajãzinha op de westkust is een piepklein gehucht met een aandoenlijk pleintje, waar je vroeger wachtte op diezelfde melkkar om mee te rijden. De Franse basis in Santa Cruz is ook al opgedoekt, jammer want ze hadden een eersteklas Frans restaurant voor geen geld en stijlvolle bediening door soldaten in uniform. Het leven is hier nog rustiger dan elders. Je kijkt uit over de oceaan, in de hele verre verte ligt Amerika…Aan te bevelen in Santa Cruz : restaurants Sereia en A Baleia. Te mijden : hotel Ocidental, maar er zijn meer en meer B+B’s.

9. Corvo ten slotte is ingetreden in de grote wereld door de aanleg van de luchthaven, een prestatie wegens zo weinig vlak land. Toch moet je hier per boot vanuit Flores aankomen, dat is het echte gevoel ! Geen autohuur en slechts één weg naar boven, naar de vulkaan, waar je met een gemeenschappelijke jeep naartoe kan. Boven een adembenemend uitzicht in de diepe groene krater beneden je, met twee meertjes en eilandjes en grazende koeien. Wel zien dat je de laatste jeep terug haalt ! Over dit eilandje gaat het verhaal dat mensen hun huizen niet afsluiten, het is niet nodig. Je wil het graag geloven ! 

Een tip nog voor smulpapen. De keuken is rechttoe rechtaan, zoals vissers dat doen. Geen liflafjes, geen toestanden. Maar de vis ! De Azoren liggen in een oceaan, rijk aan vissoorten. Ze allemaal opnoemen met hun Portugese naam heeft geen zin, je moet gewoon in het restaurant naar de koeltoog gaan en wat uitkiezen, wij laten ons adviseren door de uitbater. De vis wordt vaak geroosterd op een eenvoudig stelletje, soms gewoon in een hoek van het restaurant. De meeste vis echter wordt uitgevoerd. Op Flores maakten we het mee dat in de mini-supermarkt geen verse vis was te krijgen, wel diepvries uit Portugal continental ! De lokale restaurants op Flores worden nochtans bevoorraad door lokale vissers, met wie je 's nachts trouwens de zee op kan ! In Lissabon is weinig vis van de Azoren te vinden, waar blijft die vis ?! Misschien gaat deze vis op in het grote geheel zonder herkomstbenaming. Lissabon heeft slechts twee uitgesproken Azoriaanse restaurants : het eenvoudige Espaço Açores aan de Largo da Boa-Hora, waar de uitbater je overlaadt met sympathie en een fles illegale wijn van Pico en Rabo d'Pêxe aan de Avenida Duque de Ávila, zo genoemd naar het gelijknamige dorp op São Miguel (modieus en o la la, wat een aanbod...)


NAWOORD.

 De essentie van de Azoren wordt door Natália Correia samengevat in dit vers : 

 

Ik ben van de Azoren

En behoor tot datgene

Wat kan worden gezegd 

In basalt en bloemen.

 

 

BRONNEN. 

(1) : Matos, Freitas de Menezes, Reis Leite, História dos Açores do descobrimento ao século XX, 2 volumes, Instituto Açoriano de Cultura, 2008, standaardwerk.

(2) : Russell, P., Henrique o Navegador, Livros Horizonte, 2004.

(3) : Saraiva, J.H., História concisa de Portugal, 1993. 

(4) : Werkgroep Azoren, Azoren Vlaemsche Eylanden, rijk geïllustreerde brochure, 1991. 

(5) : Feitorias, rijk geïllustreerd boek n.a.v. Europalia Portugal 1991. 

(6) : Cortesão, J., Os descobrimentos portugueses, vol. III, Expresso, 2016.

(7) : Grawet, O., Azoren Vlaemsche Eylanden, Zuid-Nederlandse Uitgeverij, vermoedelijk 1957 of 1958. 

(8) : Dewulf, J., Flamengos nos Açores, internetpaper, Academia.edu.

(9) : Claeys, A., Vlamingen op de Azoren sinds de 15° eeuw, 3 delen, worldgenweb.org. Toonaangevend standaardwerk, o.a. gebaseerd op het stedelijk archief van Brugge. 

(10) : Verlinden, Ch., Aspecten van de diaspora van Vlaamse zee- en handelslui in de 15°eeuw (Azoren, Madeira), internetpaper. 

(11) : Oliveira Martins, F.E. de, Arte Flamenga nos Açores, Governo Regional dos Açores, 1991.

(12) : Crespo Fabião, L., De historische, politieke em commerciële betrekkingen tussen Portugal en de Nederlanden tot aan het eind van de 17° eeuw, Ons Erfdeel, jaargang 25, 1982. 

(13) : Nogueira, F.M., Jácome de Bruges : o 1° Capitão-Donatório da Terceira, Jornal da Praia, 28/03/2016. 

(14) : Vigário, E., Who made Jácome de Bruges disappear ?, internetpaper, Academia.edu.

(15) : Simões, J., Açores cidade e território, doctoraatsthesis, Coimbra, 2012.

(16) : Forjaz, V.H. en anderen, Dos Vulcões dos Açores, fotoboek met dvd, Publiçor, 2010.

(17) : Vieira, A. en anderen, História da Madeira, Secretaria Regional de Educação, 2001.

(18) : Brugge, een middeleeuwse metropool, 850-1550, redactie : Dumolyn, J. en Brown, A., Sterck & De Vreese, 2020. 

Binnen dit al bij al beperkte bronnenmateriaal (er is zoveel) komt onderlinge tegenstrijdigheid voor, zelfs op hoofdpunten. De historische feiten zijn niet altijd onweerlegbaar bekend. Ook blijken auteurs soms te vergaande conclusies te trekken uit hun onderzoek, of begeven ze zich aan wensdenken. Als volslagen leek in het vak stelde ik meermaals vast dat onderzoekers elkaar klakkeloos afschrijven ipv fundamenteel onderzoek te verrichten. Kopiëren was blijkbaar door de eeuwen heen een belangrijke bezigheid, zij het zonder de huidige knip- en plakfunctie…Wikipedia slaat de bal zeer vaak mis, het is een stoorzender. Historische figuren ten slotte bezwijken soms voor de verleiding zichzelf centraal te stellen (fake news ?). En geschiedschrijvers uit die tijd schreven in de eerste plaats voor hun opdrachtgever, niet voor de eeuwigheid.

Deze artikels over de Azoren waren het resultaat van een boeiende studiereis doorheen een deel van hun geschiedenis. Er is één grote conclusie. Vlaanderen betekent wat op de Azoren.  


Herman van Schoten, Schoten, België, 27/01/2021.

Alle rechten voorbehouden : vanschotenherman.@gmail.com.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten