Acht
uur. Op de nuchtere maag naar de huisarts want hij moet misschien wel bloed
prikken. Ik ben blijgezind. Goed uitgeslapen, gewassen en geschoren, een frisse
ochtend, ik kijk genietend om me heen. Daar komen warempel schoolkinderen aan,
het is al 1 september geweest, de scholen zijn terug begonnen, inderdaad. Ik
houd ze spiedend in de gaten en wacht op hun spontane begroeting : dag meneer !
Niets
daarvan. Even verder nog twee jongetjes, ik kijk ze nadrukkelijk aan, ze zien
me niet eens. Dan nog een groepje met een echte moeder op kop, nu dan ! Weer
niets.
Hoe
is dat nu toch mogelijk ? Vroeger groetten wij altijd beleefd, onderdanig
zelfs. En bij natuurvolkeren staat de ouderdom in hoog aanzien, haar wijsheid
en ervaring brengen vanzelf natuurlijk gezag met zich mee. Hoe vreselijk anders
is het in het hier en nu gesteld. Dat god dood is, alla, maar wij blijkbaar ook
! Wij bestaan niet meer, de wereld draait door zonder ons. Volgens een
Nederlands tv-programma draait hij ook helemaal doorrrr, kan
niet missen.
Goedemorgen, lispelt een onbekende stem
tegen mijn been. Ik blik naar beneden, recht in de trieste en illusieloze ogen
van een straathond.
Stoor ik ?, vraagt hij beleefd, de snuit schuin oprichtend. Voor
zoveel ouderwetse beleefdheid bezwijk ik. Ik laat hem een eindje met me
oplopen. Hij moet zijn hondenhart luchten.
Aardig van u meneer, begint
hij, werkelijke vriendschap kom je nog
maar weinig tegen, vandaag de dag. Hij bespeurt een kat aan de overkant,
maar houdt zich in, opvoeding nietwaar. Leven
als een hond zeggen de mensen, maar het is anders geen pretje, vertrouwt
hij mij toe. Wij straathonden hebben het
niet onder de markt meneer. Had ik maar een leven als god in Frankrijk meneer.
Kent u die dan ?, waag ik nieuwsgierig.
Dat niet zozeer meneer, maar wel veel over horen
vertellen meneer.
Hoezo dan, als ik vragen mag ?
Zeker meneer, geen probleem meneer, het zit zo. De
laatste jaren raken straathonden meer en meer in de verdrukking meneer.
Allemaal nieuwkomers, van die rashonden zogezegd, allemaal import, ze drukken
ons weg meneer.
Ik ben onder de indruk.
Wat bedoelt hij eigenlijk ? Heeft het een diepere betekenis ? Ik weet niet zo
gauw te reageren.
Erg
interessant,
werkelijk, maar nu moet ik u spijtig genoeg onderbreken hoor, ziet u, ik ben op
mijn bestemming aangekomen. Maar als u nog wat tijd heeft, over een half uurtje
ben ik terug hoor.
Geen probleem meneer, ik heb tijd meneer, en daar is een
lantaarnpaal, kan ik even de poot heffen, tot straks meneer.
Het
wachten bij de huisarts duurt langer dan voorzien. De wachtkamer is muisstil,
af en toe staat een patiënt op om een weekblad van zes maanden oud ter hand te
nemen. Eindelijk is het mijn beurt. Ik handel de dokter snel af want ik wil
naar buiten, naar mijn nieuwe vriend.
Ik
kom buiten maar hij is weg. Onder de lantaarnpaal ligt een plas. Ik ben ontgoocheld.
Toch geen heer van stand.
Herman
van Schoten, Schoten, België, 02/09/2016.
alle rechten voorbehouden : Herman van Schoten.
alle rechten voorbehouden : Herman van Schoten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten