De Nederlandse
eerste-minister Rutte omschreef, in zijn campagne voor de algemene verkiezingen
van 15/03/2017, de PVV van Geert Wilders als de partij van het verkeerde populisme. Na bekendmaking van de
verkiezingsresultaten kreeg Rutte felicitaties uit binnen- en buitenland. De
Franse president Hollande gewaagde van een duidelijke
overwinning op het extremisme. Europees Commissievoorzitter Juncker was
dezelfde mening toegedaan : een stem voor
Europa en tegen het extremisme. De Portugese buitenlandminister Augusto
Santos Silva sprak de hoop uit dat 2017 het einde kan betekenen van de
populistische tendens in Europa.
Er waren ook
nuchtere reacties. Time vroeg zich af
of Europa het populisme kan overleven. Der
Spiegel kopte dat de overtuigende overwinning van Rutte een Turkse vader
heeft : Erdogan.
De Turkse
buitenlandminister Çavusoglu waarschuwde dan weer voor godsdienstoorlogen. Of
deze reactie als nuchter, c.q. retorisch, c.q. realistisch, c.q. als een natte
droom moet worden beoordeeld, is onmogelijk in te schatten. Maar wel voer voor
de zogenaamde populisten !
De
verkiezingsfeiten : de zittende coalitie van VVD en PvdA verliest 37 tot 38 zetels
op een totaal van 150 kamerzetels. De Nederlandse kiezer heeft het kabinetsbeleid
dus afgekeurd. Een tweede vaststelling is dat de zogenaamde populistische
partijen behoorlijk scoorden : PVV van 15 naar 20 zetels, de Partij voor
Democratie van 0 naar 2 zetels en Denk van 0 naar 3 zetels. Opgeteld geeft dat
25 zetels tegenover 15 (PVV) bij de vorige verkiezingen in 2012. Als je er ook
nog 50Plus bijtelt met vier zetels, dan kom je aan 29 zetels.
De jubelende
commentaren dat het einde van het populisme in zicht is, zijn bijgevolg
voorbarig. De Volkskrant van 16/03/2017 onderkent dat : zowel VVD als CDA nam een deel van Wilders’
populistisch-nationalistische retoriek over. De populistische beweging is zo
sterk dat de aanval alleen kan worden gepareerd als een deel van de
populistische agenda wordt overgenomen.
Maar wat is dat
dan, populisme ?! Iedereen praat erover, het is het thema van het moment,
straks misschien wel het woord van het jaar 2017 ! Is het een begrip met een
eenduidige lading ? Is het slechts een etiket om politieke tegenstanders uit te
schakelen ? En wat is verkeerd en wat
goed populisme ?
Ik ga te rade
bij Maarten van Rossem, groot intellectueel, historicus, Amerikakenner,
uitgever van het gelijknamige blad Maarten
!, deskundige in tv-praatprogramma’s en oersaai animator van tv-kwissen. In
de internetkiosk Blendle van
16/03/2017 verstrekt hij de lezer weliswaar geen definitie of begripsomschrijving,
maar tracht hij het begrip populisme te vatten door enkele voorbeelden. Zo had
uittredend premier Rutte protesterende Turken in het tv-programma Zomergasten
toegevoegd : pleur op (naar eigen
land). De achterliggende gedachte was dat, als je niet normaal doet, je beter
kan ophoepelen. Wij willen hier, in ons heerlijk
leventje, niet gehinderd worden door abnormale mensen met een andere
identiteit. Maar ja, wie bepaalt dan wat normaal is ? En de Nederlandse
identiteit, bestaat die wel ? Niet dus, aldus van Rossem. Nederland is, aldus
deze politieke waarnemer, een multicultureel land en Rutte en co hebben heimwee
naar het monoculturele verleden. Van Rossem citeert ook voorman Buma van de
politieke partij CDA. Die hamert op normen en waarden. Maar niemand weet
precies wat daarmee bedoeld wordt ! Het is een typisch populistisch thema ! Het
op school zingen van het Wilhelmus zou er ook al mee te maken hebben en ook de afschaffing
van de dubbele nationaliteit.
Ik
probeer er wat meer vat op te krijgen.
Het
Portugese dagblad Público van 11/03/2017 wijdt twee pagina’s aan Cas Mudde.
Deze Nederlandse politieke wetenschapper, die in Amerika woont, stelde in
Lissabon de Portugese vertaling voor van zijn boek : Populismo, uma brévissima introdução (Populisme, een bondige inleiding).
Hij
benoemt de grote tegenstelling tussen Wij en Zij als kernpunt van het
populisme. De Wij zijn de volksmassa’s, de Zij zijn de politieke elite en de
allochtonen.
Nu
weten we al wat meer. Er is een dubbele spagaat : die van de autochtone blanke
man tegenover de politieke elite, die gewoon regentesk haar technocratische zin
doet. En tevens tegenover andere culturen op ons grondgebied, die als
fundamenteel storend worden ervaren.
Voorbeeld
van de technocratische politiek is Marc Rutte. Hij heeft geen visie maar draait
mee met de wind. Komt de Europese Unie in zwaar weer, dan buigt Rutte mee in de
Nederlandse kritiek ipv Europa te verdedigen. Komt er zware kritiek van Wilders
op de islam en op allochtonen, dan buigt Rutte naar een opvatting Wilders-light. Het populisme van Wilders
veroordeelt hij vervolgens als verkeerd, het zijne is bijgevolg goed. In de
grond is het verschil tussen beiden er vooral een van retoriek. Maar als het
erop aan komt verdraait hij de uitkomst van het referendum over de Europese
grondwet en over Oekraïne. Die Rutte doet dus populistisch en voert intussen de
Brussels-Europese agenda uit !
Over
de problemen, die voortkomen uit de confrontatie van de autochtone cultuur
tegenover die van (sommige) allochtonen, schrijf ik elders. Hier en nu moge ik
volstaan met de vaststelling dat opkomen voor het eigene als populistisch wordt
bestempeld.
Mudde
identificeert ook de oorzaak van de groei van het populisme en van radicaal
rechts. Het zijn de sociaal-democratische partijen, die zich bekeerd hebben tot
het liberalisme ! Het is dan ook nodig dat deze partijen worden vervangen door
nieuwe ! Klinkt aannemelijk. Dat belletje ging bij mij persoonlijk al aan het
rinkelen bij Karel van Miert, destijds voorman van de Vlaamse socialisten.
Kareltje was een dorpsgenoot, daarom volgde ik hem met meer dan gewone
aandacht. Welnu, Kareltje leidde zijn partij regelrecht het liberalisme in. Hij
kocht in het Brusselse ook nog een halve straat aan huizen op. Zijn vriendschap
met de Nederlandse Neelie Kroes was de symbolische kers op hun beider liberale
taart. Toen wist ik zeker : Kareltje is geen socialist. De neergang van de
Franse PS, de Nederlandse Pvda en de Vlaamse SP is ook grotendeels te verklaren
door een gebrek aan socialistisch gehalte. Hoewel, de Duitse SPD zit dan weer
in de lift ofschoon haar voormalige Bundeskanzler Schröder in de periode
1998-2005 een puur liberale agenda uitvoerde en daarmee Duitsland hervormde in
liberale zin. Zo eenduidig is het bijgevolg niet. Mudde geeft zelf het
tegenvoorbeeld van Bernie Sanders, die in de VS als zelfverklaarde socialist –
een scheldwoord in dat land - bijna presidentskandidaat
werd ! Bij de Engelse Jeremy Corbyn pakt de (oude) socialistische verf dan weer
niet.
Al
deze toelichtingen over het populisme zijn weliswaar interessant, maar toch. Het
populisme wordt naar mijn smaak te veel gedefinieerd als positiekeuze, als
confrontatie tussen partijen. De actuele beleving van populisme is verdeeldheid
zaaien tussen wij en zij, wie dat dan ook zijn.
Maar
eigenlijk valt populisme veel eenvoudiger te omschrijven. Het is het volk naar de mond praten. In deze,
meer elementaire, betekenis leven we tussen de populisten van media en
politiek. De media trachten ons te bedienen in een taal, die zij
kinderlijk-toegankelijk hebben gemaakt : tv-kwissen, weekblaadjes als Goed
Gevoel, tv-zenders die hun klanten willen bedienen en elk niveau hebben
opgegeven, spectaculaire koppen en breaking
news. Dat moet allemaal om ter simpelst omdat de media nu eenmaal besloten
hebben dat hun klanten idioten zijn. De alomtegenwoordige reclame spreekt voor
zichzelf : leugens om de burger tot kopen aan te zetten. De politiek doet volop
mee. Wat is immers meer populistisch dan de staatsschuld tot 100 % en meer van
het bruto nationaal product te laten oplopen, omdat men de burger niet met de
waarheid durft te confronteren ? Stem op ons en wij stellen de factuur alweer
vier jaar uit ! Wat is populistischer dan de consument achter zijn gat te lopen
en te doen alsof hij de keizer van China is (tot er een betwisting is, dan wordt
die keizer plots een tegenpartij die moet geneutraliseerd worden) ?!
Populisme
is een dubieus begrip, gekaapt door de klasse van medialui en politiekers, die
zich in de grond super-populistisch gedragen. Zij verwijten vervolgens hun
critici dat ze populistisch zijn en weven daarrond een aura van morele
verontwaardiging. Dat nieuwe politici als Thierry Baudet zich daar tegen
afzetten, en – in zijn geval – met intellectuele argumenten in vergelijking met
de bruut gebekte Wilders, is verheugend. Ik heb een keurig voorstel : laten we
ze anti-systeempartijen noemen, dan is het duidelijk !
Herman
van Schoten, Lagos, Portugal, 16/03/2017.
alle rechten voorbehouden :
Herman van Schoten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten