Het is weer tijd voor wintertijd. Dat
doet me denken aan winterbanden, wintertenen, winterdip, winterhanden,
wintergriep, wintervet, allemaal weinig aanlokkelijke dingen. De beste remedie
is winterslaap.
Op de buiten van Portugal heb je geen
last van de wintertijd. De natuur bepaalt het dagritme, niet een of andere
verordening uit Brussel. Hier staat de nachtelijke hemel nog vol sterren, hier
kan je dag en nacht nog makkelijk onderscheiden en optellen tot een etmaal. Elke
dag is een dag en elke nacht is een nacht. Ze staan daar, als aparte
grootheden. Zekerheden, waaraan een mens zich optrekt.
Maar waarom prutst men dan met de tijd ? En
zelfs niet alleen met zomer- en wintertijd ?
Eerste kwestie. Wij in het westen leven
in het decimale talstelsel ! Waarom delen we dan een etmaal in 24 in ? Zou
indeling in de ronde getallen 10 of 20 niet logischer zijn ?
Ik zal het maar niet vragen aan de
mobiele kruidenier, die eens per week de stilte verscheurt met veel te luide
fado, daarom alleen al koop ik niets bij hem. Ik kan het misschien aan zijn
klanten vragen, overwegend oude moedertjes in het zwart. Maar die zouden kunnen
schrikken, een kruis slaan en weglopen. Zou opzoeken niet beter zijn ?
Blijkt het een Egyptische uitvinding te
zijn. Een populaire uitleg is het aantal vingerkootjes aan een hand min de duim, dat zijn er dus 12
voor de dag en 12 voor de nacht. Een iets wetenschappelijker uitleg is het
aantal sterrenbeelden, dat de Egyptenaren aan de nachtelijke horizon konden
zien : 12. En 12 plus 12 is 24, klaar !
Tweede kwestie. Een uur telt 60 minuten
en een minuut 60 seconden ?! Hallo Egyptenaren ! Dat blijkt nu weer een ver
uitvloeisel te zijn van het Babylonische talstelsel. Maar de nul kenden ze
niet, hoe het precies zat vermag ik dan ook niet te achterhalen.
Hoe dus een evident dagelijks gebruik een
verre historische uitleg heeft. Of het klopt of niet, de wereld draait door, al
of niet op maat van tv-icoon Matthijs van Nieuwkerk. Al goed dat
gepensioneerden tijd hebben om dat voor hun minder fortuinlijke medemensen uit
te zoeken...
Derde kwestie : hoeveel tijdzones zijn er
?! De gradenboog van 360 % wordt gedeeld door 24 omdat de aarde in 24 uur om
haar as draait. Deling van 360 door 24 geeft dan 24 deelgebieden van 15 °. Maar
door politieke beslissingen over datumgrenzen zijn er in de praktijk liefst 40
tijdzones. Wat een gepruts…
Dat smossen met de tijd, daarmee worden
we in onze contreien tweemaal/jaar echt mee geconfronteerd. Zomer- en wintertijd.
De koeien hebben het er moeilijk mee, want het melkvolume in hun uiers past
zich niet vanzelf aan, aldus een mij bevriende en volstrekt betrouwbare boerin,
ofschoon ze een keer meedeed aan Boer
zoekt Vrouw. Ook mensen schijnen er last van te hebben, ingebeeld of echt,
dat laat ik in het midden. Er zijn zelfs actiegroepen om de zomertijd af te
schaffen. De Nederlandse actiegroep Stop
De Zomertijd overhandigde op 23/03/2017 een petitie in die zin aan het
Europees Parlement. Charmezanger Marco Borsato is een toevallige bondgenoot met
zijn liedje Stop de tijd. Het
Europees Parlement zou er zich nu mee gaan bemoeien !
Toch moet daar een kanttekening bij
worden gemaakt. De actiegroepen willen afschaffing van de zesmaandelijkse
omschakeling, maar zien jammer genoeg het grotere geheel niet. Want wat is het
geval ? Nederland en België hanteren als tijd GMT+1. Gezien echter de
geografische ligging zou GMT logischer zijn. Haal er maar eens een atlas bij,
geen twijfel mogelijk. GMT is onze natuurlijke tijd. Of het dan standaard
zomer- of wintertijd moet worden, daarover moeten de actiegroepen nog maar eens
actie voeren. Waarom hebben wij dan toch GMT + 1 ? Hier speelt opnieuw een
historische verklaring. De Duitse bezetting in de twee oorlogen heeft ons op de
Duitse tijd gezet en dat is zo gebleven ! En dat was lang vóór Angela Merkel.
Er is nog een andere insteek over de tijd
mogelijk. Is tijd een grootheid die steeds maar vooruitgaat ? Kan zij ook
achteruit gaan ? Valt tijd ooit weg, in verleden of toekomst ? Vielen tijd en
ruimte ooit samen ? Is tijd een absoluut of een relatief gegeven ? Omvat tijd
alleen het nu omdat gisteren al weg is en morgen nog moet komen ? Kwesties die
het kleine verstand van uw dienaar te boven gaan. Maar waarom kan ik niet mee ?
Nu komt de aap uit de mouw. Ik kan niet
mee omdat ik niet wiskundig ben. De werkelijkheid vandaag wordt wiskundig
gepresenteerd, zij wordt ontrafeld dankzij een wiskundige taal. Dankzij de
wiskundetaal zijn al enkele geheimen van het heelal ontsluierd. Als
niet-wiskundige heb je dat maar te aanvaarden, het lijken geboden net zoals
vroeger de bijbel dwingende geboden formuleerde. In dit geval echter wordt ons
geloof gelukkig niet te zwaar op de proef gesteld. Hier wordt immers geen blind
geloven geëist want de bemande vlucht naar de maan, de onbemande verkenning van
de manen van Jupiter en Saturnus, of, puur praktisch, het gps-signaal in onze
auto, dat zijn allemaal harde bewijzen. Zij overtuigen ook de wiskundige weetnietsen. Het bijbelse geloof kon die
praktische bewijzen niet bieden. Daarom zijn de wetenschappelijke geboden van
een hoger niveau dan de religieuze geboden, die zich slechts konden verankeren
in overgeleverde tradities en rituelen. De wetenschappelijke waarheid is
effectief universeel, terwijl de religieuze waarheid slechts beweerd universeel
was, of, anders gezegd, bij consensus. Dat religieuze nu vormde eeuwenlang de
basis van de intellectuele attitude. Galilei kon ervan meespreken, hij werd
omwille van zijn heliocentrisch wereldbeeld door de Inquisitie belaagd en
levenslang huisarrest opgelegd. In 1992 bood paus Johannes Paulus II excuses
aan, tja, wat had de grote geleerde daar nog aan ? De kerk was eeuwenlang een
intellectuele dwingeland, het kan niet genoeg gezegd worden. Als ze opnieuw de
macht kreeg, zou ze het anders aanpakken ? Pas in onze tijd, eigenlijk pas in
mijn generatie, is de aanvaarding gekomen van de mogelijkheid van een
intellectueel leven zonder religie. Voor mij nog net op tijd.
De intellectueel heeft echter reden tot
bescheidenheid. Waarom zou iemand, die de principes van de kwantumtheorie
beheerst, als minder ontwikkeld moeten worden beschouwd dan iemand, die
Latijnse citaten uit de mouw kan schudden ? Is wiskundig analfabetisme niet
even erg als cultureel analfabetisme ? Binnen de tijdspanne van een generatie -
mijn generatie - zijn de wiskundige taal en de culturele taal van belang
gewisseld. Werd mij nog onderwezen dat het Woord God was, dan is nu de Rekensom
God. Ik moet zelfs onder ogen zien dat een bèta-wetenschapper zich relatief
snel alfa-inzichten en alfa-methodes (begrippenapparaat, logica, esthetische
ontvankelijkheid, sensitiviteit…) kan eigen maken. Omgekeerd zal de
alfa-intellectueel veel minder makkelijk bèta-inzichten en bèta-methodes leren
beheersen. Van een intellectueel maak je niet in een ommedraai - excuus, het
groene boekje zegt handomdraai - een ingenieur, zogezegd. Het analytisch
vermogen van de bèta-wetenschapper is gewoon groter, waardoor hij zijn
wetenschappelijke methode vrij gemakkelijk kan overdragen naar culturele
domeinen als muziek, literatuur, bouwkunst enz.
Toch moet ik waarschuwen voor het
laaghartig wegzetten van de intellectueel, wat helaas ook al een tijd mode is.
Hij houdt immers de vinger aan de tijd, al kan hij er niet mee spelen. Hij
stelt vast, waarschuwt, legt denkfouten en logische valkuilen van politici
bloot, tracht de samenleving met de pootjes op de grond te houden wanneer die
weer eens haar fantasie of dogma voor werkelijkheid neemt. Althans, dat behoort
de intellectueel te doen. En daartoe zijn dan weer maar weinig ingenieurs
geschikt. Zo, eerlijk is eerlijk.
Een klein voorbeeld, dat er achteraf
weinig toe deed, maar toch. Op de valreep van het jaar 2000 schoot de
computerindustrie in paniek omdat men vreesde dat computersystemen het zouden
laten afweten bij de overgang van 1999 naar 2000. Die wiskundige bollebozen
hadden standaard 99 geprogrammeerd, dat logischerwijze zou verspringen naar 00.
Elke bedachtzame buitenstaander had vooraf kunnen stellen dat men beter 1999
had geprogrammeerd. Met een code van vier cijfers zou de valstrik van de twee
cijfers voorkomen kunnen worden. Kijk, daar moet je blijkbaar even verder voor
kijken dan je technische neus lang is !
Diezelfde overgang van 1999 naar 2000
werd door de commercie en de media ook nog eens breed uitgemeten als de
overgang naar een nieuw millennium ! Ik was erbij, op de zeedijk van Oostende,
waar een uitzinnige menigte vierde dat ze was uitverkoren voor deze overgang.
Klinkklare onzin natuurlijk, het nieuwe millennium begon op 1 januari 2001 !
Een klein voorbeeld van het op hol slaan van onze vercommercialiseerde
samenleving. De (verkeerde) tijd als fetish.
De obsessie met de tijd blijkt dagelijks.
Op de rustplekken langs de Franse en Duitse autobanen kan je afgejakkerde
chauffeurs ontmoeten, die, opgewonden als een veer, de cafetaria binnenschieten
en snel wat drank achterover en voedsel inslaan. Ze kijken op de klok want de
pauze mag niet te lang duren want haalt het gemiddelde omlaag. Ze sjezen, met
de blik op de horizon en meestal ook
wel met een oog op de andere auto’s, langs mooie landschappen, zijn zich niet
bewust van de historische en culturele geneugten van de plekken die ze voorbij
zoeven. Hun doel is de bestemming en wel binnen de geplande tijd. Of beter nog,
sneller dan het vorig jaar.
Wat gebeurt hier ? Deze lui maken er een
sport van. Ze vergroten de tijd uit. De tijd, die een aspect is van hun
verplaatsing, wordt als het ware verzelfstandigd. Daarvan geven ze blijk
wanneer ze landgenoten ontmoeten op hun zuiderse vakantieplek. Ze vragen niet
naar de gezondheid of het welzijn van de kroost, maar zijn geïnteresseerd in de
tijd die de gesprekspartner erover gedaan heeft. Wat ? 25 minuten minder dan ik ? Jaja, maar ik stond wel in de file aan
de Gotthard !
Niet iedereen doet er aan mee, gelukkig
maar. De Belgische Spoorwegen aanzien de tijd slechts als een richtsnoer en de VRT
haalt er haar gesubsidieerde neus voor op. Begint een programma te laat, geen
probleem, we sturen toch eerst nog de reclame, de aankondigingen en de
boodschappen van algemeen nut op de kijker af, zodat hij opgevoed wordt om de
tijd af te leggen. Het VRT-nieuws is naar eigen zeggen betrouwbaar, helder en
prikkelend, al heb ik dat nog niet mogen ervaren. Eigenaardig is wel dat
de nieuwslezer goedenavond zegt als ik
’s ochtends naar de herhaling kijk. Of het nieuws van vandaag dat in
werkelijkheid van gisteren blijkt te zijn. Dat werkt troeblerend en zou
dementerende mensen licht nog meer in verwarring brengen, toch ? Een tip voor
nieuwslezers : ze zouden het nieuws beter beginnen met de boodschap het nieuws van ongeveer 7 uur tot
morgenmiddag 1 uur. Zou kalmerend werken. De Nederlandse tv heeft de
oplossing gevonden. Ze geven de hele dag door geactualiseerd nieuws met
constant een nieuwslezer in de studio. Zo hoort het.
Naarmate je ouder wordt, speelt tijd
zowel een grotere als een kleinere rol. De tijd wordt belangrijker vermits je
nog maar x aantal jaren in goede gezondheid kan verwachten en elke dag dus
telt. Maar de tijd telt ook niet, in de zin dat je eindeloos kan genieten van
een ondergaande zon, zonder op de klok te moeten kijken, want morgenochtend
moet gelukkig niet op tijd worden opgestaan om te gaan werken. Als
gepensioneerde kan je de tijd afleggen, een luxe. Ikzelf kan bijvoorbeeld
eindeloos schaven aan een tekst want die moet niet vanmiddag klokslag vier
worden ingeleverd. Verlost zijn van het keurslijf van de tijd geeft een zalige
dimensie aan het bestaan, het wordt een aspect van vrijheid. Dat realiseerde ik
me voor het eerst toen een pater, ingesnoerd in geloof en congregatie, toen hij
op pensioen ging, me bekende eindelijk vrij te zijn…
Terug ten slotte naar mijn uitkijkpost op
het Portugese platteland. Hier is de omzetting van zomer- naar wintertijd geen
punt, men leeft gewoon meer op het ritme van de natuur dan op de klok. Toch
bekruipt mij het gevoel dat ik daar iets aan doen moet. Een vage roeping weet
je wel. Ter wille van de koeien en de schapen en de geiten, want die hebben er
wel last van, althans volgens mijn boerin en die kan het weten. Zou ik nu niet
een aardige actie kunnen opzetten om in ons Portugees dorp het hele jaar door
dezelfde tijd aan te houden ? Er is ten slotte gemeentelijke autonomie ! En
Lissabon zal de gevolgen van de door haar toegekende subsidiariteit onder ogen
moeten zien. Dat is een woord dat hier onbekend is, maar de mobiele kruidenier
en de scharesliep zou ik het wel uitgelegd krijgen en zijn zekere bondgenoten,
de pastoor misschien want daar kan je nooit zeker van zijn. Zal ik het een keer
te berde brengen in de mini-mercado want daar hebben ze tijd zat ? Maar ja,
mijn zwartgeklede oudjes zouden me misschien raar aankijken.
Als ik maar niet hun dorpsgek word.
Herman van Schoten, Parragil, Portugal,
20/01/2015.
Alle
rechten voorbehouden : vanschotenherman@gmail.com.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten