Nu
we toch in Porto zijn, willen we dat gebouw van Koolhaas zien ! Het Casa da Música, een naam die klinkt als een klok.
De
taxi rondt de Rotunda da
Boavista en
door de bomen heen van deze rotonde ontwaar je de contouren van het gebouw.
Maar de taxichauffeur eist eerst nog even de aandacht op. Hij spreekt zijn
biecht ! Taxichauffeur is hij slechts uit noodzaak. In werkelijkheid is hij
fado-zanger. Meteen trakteert hij ons op een fado, gevoelig, zeer goed gezongen
en vooral lang. We laten het gebeuren, het is aandoenlijk en het Casa da Música
loopt niet weg...
Dan
staan we pal voor het gebouw : een verbaasde fluittoon ontsnapt mijn lippen.
Alsjemenou ?! Een monumentaal blok beton verheft zich boven de vervallen wijk,
waarvan het een enorme hoek heeft ingepalmd. We lopen er omheen, maar dat is
slechts aan één kant mogelijk en het verkeer verhindert de wenselijke
afstand voor een globaal beeld.
De
inplanting, het gebouw is gewoon niet ingepland ! Ze hebben daar gewoon een
blok beton uit de hemel gedropt. Het gebouw grenst aan een rondpunt en direct
ook aan een oude buurt. Men heeft daar gewoon een deel van de wijk op de schop
genomen. Ik grom haast van humane verontwaardiging. Maar moet toch toegeven dat
het zo erg niet is. Want hier stond de vervallen tramremise, niks geen asociaal
beleid dus. Van harmonie met de omgeving is uiteraard geen sprake. Wel van een
stedenbouwkundige schok.
Het Casa da Música
is het paradepaardje van cultureel Porto. Ter gelegenheid van Porto Europese hoofdstad 2001 wilde men
aan culturele vernieuwing doen. Porto kon niet achterblijven op Lissabon,
begrijp je. Dus speelde geld geen rol. Dat moet architect Remco Koolhaas
geroken hebben ! Architecten moeten niet alleen technische en creatieve genieën
zijn en meer en meer ook ingenieurs – Calatrava bijvoorbeeld ! - , maar ook
verkopers ! De idee moet immers worden verkocht aan saaie, zichzelf
overschattende gemeentebesturen. Dat is niet alleen in Portugal hoor, dat is
overal zo. Koolhaas heeft het goed aangepakt. Hij kreeg zelfs een vrijgeleide
voor zijn fantasie, nuchter onderbouwd, dat wel. Het budget werd keer op keer
overschreden, te wijten aan onderschatting van de technische hoogstandjes en
slordige planning, Portugal op zijn best dus. Het gebouw gaf stof tot discussie
gedurende jaren, vooral omwille van het concept. Gewoon lelijk, zeiden me enkele Lissabonners, maar die zijn niet
helemaal objectief natuurlijk...De opening had plaats op 14.04.2005, vier jaar
na de geplande datum.
Het
binnentreden van het gebouw geschiedt over een brede trap. Je riskeert je al
gelijk het hoofd te stoten bij de voordeur. De lobby is kaal en wordt bevolkt
door de kassa, een winkeltje, liften, garderobe. De verkenning van het gebouw
verloopt niet vlot. De liften zijn verschillend geprogrammeerd, zodat het
afwachten is welke lift naar jouw bestemming gaat. Overal zijn wegwijzers naar
diverse cafetaria, uiteindelijk komen ze na een omweg alle op dezelfde
troosteloze ruimte uit. Het restaurant boven is een raamloze ruimte en het menu
oogt zoals op een station of bij het voetbal. Verbindingsgangen zijn smal, je
waant je in een spelonk of in een gevangenis. Hoe indrukwekkend de buitenkant
ook is, de binnenkant is een bunker, op de Sala Suggia
na, waarover meteen meer.
Het
ontwerp van het gebouw heeft vele pennen in beweging gezet voor hoogdravende
intellectualistische beschouwingen. Wat bijvoorbeeld te denken
van :
van :
Enerzijds
is er de perspectivisch muterende en geperforeerde monumentaliteit van buiten
naar binnen en anderzijds de ruimtelijke kadrering van binnen naar
buiten(...)De ruimtes die zich rondom de concerthal bevinden zullen sommigen
allicht, en dat omwille van het heersende absolutisme van de architecturale
intellectuele luiheid, als 'deconstructivistische ruimtes' omschrijven, daarbij
vergetend dat enkel een pure notie van de absolute constructieve logica deze
ruimtelijke vrijheid mogelijk maakt (citaat : Bouw en Wonen).
Dat
is gesneden koek, toch ?!
Er
is een uitvoering vandaag en wij hebben kaartjes !
Het Orquestra Nacional do Porto onder
leiding van Christoph König vertolkt in het eerste deel de Abertura-Fantasia Romeu e Julietta van
Piotr.I. Tchaikovski, gevolgd door het Concerto n° 1 para
violoncelo e orquestra, em Mi bemol maior, op. 107
van Dmitri Chostakovitch. Na de pauze volgt een tweede
vertolking van Romeo en Julia : de Suite de
Romeu e Julietta van Sergei
Prokofieff. Romeo en Julia is natuurlijk het bekendste drama van Shakespeare en
een van de meest bekende thema’s
uit de klassieke muziek. Meer dan twee dozijn opera’s zijn eraan
gewijd en meerdere orkestrale en instrumentale werken en gezangen.
Het
verhaal is overbekend. De liefde tussen twee jongeren, behorend tot twee
rivaliserende families van Verona, de Montecchi en de Capuleti. Julia wordt
gedwongen een vriend van de familie te huwen en verzet zich. Ze neemt een drug,
die haar tijdelijk verdooft en zo simuleert zij haar dood. Het stoffelijk
overschot wordt bijgezet in de crypte van de familie. Romeo zou van het plan op
de hoogte zijn gebracht door Frei Lorenzo, maar deze kon hem jammer genoeg niet
bereiken! Romeo denkt dat zijn geliefde
dood is en wreekt zich door de neef van Julia te doden en zelf vergif in te
nemen. Julia ontwaakt echter uit haar georganiseerde slaap, verneemt de dood
van Romeo en beneemt zich het leven met diens dolk. Drama ! Ten slotte
verzoenen de twee rivaliserende families zich.
Een
buitengewoon klassiek verhaal, dat al van veel vroeger dateert dan van
Shakespeare. Het zou om een erg oud Italiaans volksverhaal gaan, dat werd
vertaald in het Engels in 1562 door Arthur Brooke. Het verhaal is vaak
hernomen, bijvoorbeeld in de magistrale film van Leonard Bernstein: West
Side Story.
Bijzonder
in de uitvoering van vanavond is het optreden van verteller Pedro Frias
na de pauze. Zijn taal is een zuiver gesproken Portugees. Genieten is dat, maar
voor de niet-Portugese toeschouwer moeilijk te volgen. Een suggestie was
wellicht geweest een tekstfilm in het Engels mee te laten lopen, zoals hier wel
meer gebeurt.
De
uitvoering is best bijzonder. De dirigent heeft zijn orkest onder controle,
stimuleert, remt af, maar wil geenszins de show stelen. Het is zijn eerste seizoen
hier. Een beloftevol dirigent, temperamentvol, er gaat iets van hem uit, vooral
voor oudere dames. Het bijzondere komt echter vooral van de akoestiek, waarvoor
de Sala Suggia befaamd is.
Die faam is terecht. Op mijn stoel op de negende rij waan ik me tussen de
muzikanten, nog nooit overspoelde de muziek zo mijn gehoor en mijn gemoed. Ik
was haast in extase. Helaas vallen ook enkele kleine minpunten op te tekenen.
Zo komt het orkest ruim op tijd de bühne op en begint kriskras door elkaar heen te spelen, elk
voor zich. Met de bijzondere akoestiek en door de lange duur van het inspelen
wordt het een chaotische beproeving. Daarom suggereer ik oordopjes bij de
toegangskaarten aan te bieden. Een tweede minpunt vormt de vrouwelijke
kapelmeester. Zij was op de onzalige idee gekomen een witte slip te dragen
onder een zwarte doorkijkpantalon. Als ze rechtstaat en zich naar het orkest
toe draait, licht dat achterwerk op. Wellicht inspirerend in andersoortige
etablissementen, maar hier toch wel ongepast. Ten slotte nog een leuk detail. Portugese orkesten hebben de
gewoonte het publiek te groeten door voor de stoel te gaan staan, frontaal naar
het publiek toe. Dat is stijlvol.
Porto
– en niet Oporto, zoals de Engelsen zeggen, omdat ze niet snappen dat o het lidwoord is – bezoek je niet
alleen omwille van dit muziekhuis. Er is zoveel meer te doen. Twee voorbeelden slechts. Boekhandel Lello aan de Rua das Carmelitas 144, beroemd om
zijn prachtig behouden interieur, gebouwd rond een majestueuze trap. De
bezoekers flitsen erop los. En café Majestic aan de Rua de Santa Catarina, nog zo’n
toeristische voltreffer. Het zit er vol toeristen met reisgidsen, maar hier en
daar ook een lokale dame of heer in zondags pak en dat is een goed signaal.
De
stad loopt zeer steil af naar de rivier, maar er is een kabellift. De
restaurants langs de Porto-oever zijn toeristenfuiken. Die aan de overkant, op
Gaia, zijn van betere kwaliteit.
Porto
is zeker een bezoek waard! Er is van alles te beleven, maar Porto is natuurlijk
Lissabon niet. Porto is een havenstad, er wordt gewerkt, van liflafjes zijn ze
hier niet gediend. En fado moet je hier ook al niet komen zoeken.
Porto wekt verbazing en twijfel.
Het is anders dan Lissabon. Mijn voorkeur verklap ik niet.
Herman
van Schoten, Porto, Portugal, 23/09/2014.
alle rechten voorbehouden : Herman van Schoten.
alle rechten voorbehouden : Herman van Schoten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten