Translate

350. FERDINAND VERBIEST IN CHINA.

 

Het is een boek, getiteld Alles onder de hemel. Ferdinand Verbiest en de ontdekking van China. Auteur Veerle De Vos (1) schreef een intrigerend boek over de onwaarschijnlijke avonturen van een groep jezuïeten in China. Een van hen, Ferdinand Verbiest, bracht het in de 17° eeuw tot mandarijn-astronoom in de Verboden Stad van Peking en kreeg toegang tot de keizer, die zelfs een zekere affectie voor deze barbaar ontwikkelde. 


De zeereis vanuit Lissabon - alleen Portugal organiseerde zeevervoer naar het oosten - duurde lange maanden. Passagiers gingen dood door ontbering; schipbreuk en piraterij waren andere risico’s. Ze bereikten Macau, de enige toegangshaven tot het keizerrijk en nog 2.000 km. verwijderd van Peking. Waren ze welkom? De jezuïeten waren uitgezonden om het woord Gods te gaan verkondigen, in een tijd waarin het land gesloten was voor westerlingen. Ze werden uiteindelijk toegelaten voor hun kennis van wiskunde, natuurkunde, astronomie en geografie, waarin Europa op dat ogenblik verder stond dan China. Het belang van de astronomie lag in de jaarkalender, gebaseerd op de stand van de zon en van de sterren en planeten, die telkens weer door het keizerlijk hof in heel het land verspreid werd. De keizer was de wereldlijke vertegenwoordiger van de Hemel, dus moest de kalender de Hemelse bedoelingen perfect weergeven. Er zaten echter zware fouten in en Verbiest slaagde erin jaarlijks een exacte kalender te ontwerpen, overeenkomstig de stand van zon en sterren, bepalend voor het dagelijks leven van alle Chinezen. Later slaagde Verbiest er zelfs in om zons- en maansverduisteringen voor lange jaren te voorspellen. 


Zijn faam groeide en de tolerantie tegenover zijn godsdienstige opvattingen groeide mee. Want het christendom werd maar getolereerd voor zover de jezuïeten praktijkkennis konden leveren aan het Hof. En men moest niet te ver gaan en niet de lokale cultuur uitdagen. Dan kon je opgepakt worden. Zo werd de leermeester van Verbiest ter dood veroordeeld door lingchi, dit is de dood door duizend sneden. Elke keer werd een lichaamsdeel afgesneden, een gruwelijke dood. Het is een wreedheid, die wij wel meer menen te zien in het oosten, denk maar aan Japan en Cambodja. Ook onze middeleeuwen stonden bol van wreedheid. De keizer herziet het vonnis.


De christelijke boodschap mocht dus niet breken met de Chinese Confuciaanse traditie, anders zou de missie faliekant mislukken. Anders gezegd, het moest worden ingepast in de cultuur van het land. Dat stuitte in Rome op permanente bezwaren. De Chinese bekeerlingen zouden hun bijgeloof moeten afzweren en de westerse christelijke gebruiken overnemen. Noch de generaal van de jezuïeten, noch de paus begrepen het, bij gebrek aan enige kennis van dit grote cultuurland. Pas in 1692, vier jaar na het overlijden van Verbiest, werd het christendom gelegaliseerd. Helaas, Rome verbiedt vervolgens voorouderverering en de leer van Confucius, wat voor de Chinezen gelijkstaat met een misdaad. Door deze rituele drijverijen bereikt Rome dat het christendom verboden wordt! Rome had zichzelf in de voet geschoten. 


Verbiest integreerde zich, voor zover dat mogelijk was voor een vreemdeling in China. Hij leerde ook hun talen, waaronder het Mantsjoe, de taal van de toenmalige heersers en nu zo goed als uitgestorven. Integratie als voorwaarde voor acceptatie, een inzicht dat ook vandaag nog geldt! 


Hij ontpopte zich ook als ingenieur. Op last van de keizer vindt hij een manier om extreem zware partijen marmer voor het memoriaal van de overleden vader van de keizer over een wankele brug te krijgen. Hij maakt katrollen en de Chinezen weten niet wat ze zien. Verbiest ontwerpt ook nog een nieuw kanon, waarmee een opstand in het zuiden wordt neergeslagen. 


Hij onderhield tevens goede contacten met de VOC = Vereenigde Oostindische Compagnie, echter met de rem op voor de Nederlanders. Protestanten lustten geen jezuïeten! 


De verdienste van Verbiest lag uiteindelijk niet zozeer in het verspreiden van het christendom, maar in wetenschappelijke en praktische sferen. Hij was een wetenschappelijk en diplomatiek genie. Hij was een pragmaticus, die zijn waar kon verkopen, wat de jezuïeten kwalijk werd genomen wegens opportunisme en het verwateren van de leer. 


U voelt het, Geachte Lezer, het is een meeslepend verhaal geworden! Je leest je niet verloren want het zijn korte hoofdstukken, chronologisch geordend, zodat je het boek zelfs moeilijk terzijde kan leggen, je wil verder lezen. Tegelijk krijg je historische feiten gepresenteerd, citaten uit dagboeken en brieven, opgediept uit bibliotheken in Europa en China en bovenal een beginnend inzicht in die Chinese cultuur, waarvan de essentie ons doorgaans ontgaat. 


Het Rijk van het Midden betekent zoveel als China als middelpunt van de wereld. Deze Chinese opvatting is diep geworteld in de traditie, kwam onder druk te staan door de militaire en economische westerse dominantie tussen 1.800 en 2.000, maar is nu helemaal terug door de economische bloei, die miljoenen Chinezen uit de armoede haalde en die aangezwengeld werd door de Amerikanen, die in het land een spotgoedkope fabriek zagen. De Amerikanen maakten China weer groot en zetten zich nu tegen hen af! 


Auteur De Vos inspireert de lezer tot nadenken over de Europese positie tegenover China. Hoe moeten we ons tot hen verhouden? 


Wij Europeanen moeten beseffen dat we dat Chinese superioriteitsgevoel  - voor hen een natuurlijke evidentie - niet mogen bruuskeren, althans als we zaken met hen willen doen. De Vos citeert de Russische gezant Nikolai Spathary, die in 1676 schreef: ze lijken bescheiden maar dat is maar schijn. In deze bescheidenheid schuilt een grote trots, want ze geloven dat niemand ter wereld beter is dan zij en dat hun gewoonten die van anderen overtreffen. Verbiest zegt dat alle mensen op aarde maar met één oog zien en dat zij alleen met beide ogen zien. 


Zaken doen op grond van gelijkwaardigheid bijvoorbeeld is een westers concept. Wil je werkelijk doordringen tot de Chinese ziel en aanvaard worden, dan zal je hun manier van kijken moeten respecteren. Dit besef heeft grote gevolgen voor de westerse benadering. Het morele wijsvingertje bovenhalen, bijvoorbeeld over de behandeling van Oeigoeren, is zoveel als een kaakslag. Idem dito t.a.v. de positie van Taiwan, dat wordt gezien als Chinees grondgebied. Bekijk de kaart en stel vast hoe dicht dat kleine eiland tegen het immense moederland aan ligt. Realiseer je hoe het is vergaan met Macau en Hongkong. De militaire annexatie is op korte termijn niet waarschijnlijk, maar wellicht wel de langzame integratie middels een reeks overeenkomst over samenwerking op tal van gebieden. Taiwan heeft immers een betekenisvolle minderheid die daarvan voorstander is. Bij de recente verkiezingen haalde de op onafhankelijkheid gerichte partij DPP 40 % van de stemmen, de Kuomintang, die voorstander is van nauwere banden met China, behaalde 33 %. China zal wellicht geen militaire inval nodig hebben om het eiland los te weken van haar onafhankelijke koers en toe te voegen aan haar moederland. Met geduld komt men er ook! Er is ook nog enige rancune mee gemoeid. Toen de nationalisten vluchtten naar Taiwan roofden zij het keizerlijke paleis in de Verboden Stad zo goed als leeg, ook dat ligt zwaar op de maag. De vraag is niet of we ons dan maar kritiekloos moeten overgeven aan de Chinese visie over de wereld, maar wel of we bereid zijn hun opvattingen toe te laten tot onze geest en ermee rekening te houden in onze contacten met hen. Bij het recente bezoek van de Belgische eerste minister De Croo aan Peking was hij vergezeld door de auteur van het boek, die hem ongetwijfeld heeft voorbereid. Hoe dan ook zou het contraproductief zijn de Amerikaanse houding van confrontatie te volgen. 


Europa moet haar eigen visie op China ontwikkelen. Dat veronderstelt in de eerste plaats een betere kennis van het land en van haar cultuur en tradities. De Vos: Chinese intellectuelen kennen de westerse literatuur, schilderkunst en klassieke muziek. Chinese jongeren winnen viool- en pianowedstrijden in het Westen. Wat weten wij van de Chinese cultuur? Wat doen onze media met China ?! China komt slechts sporadisch in het nieuws, met rampen en een Belgisch officieel bezoek aan Peking. China staat niet vooraan, noch in de politiek noch in de media, waarin het al Amerika is wat de klok slaat. 


Op de tweede plaats moeten we hen politiek respecteren. Hun visie over mens en samenleving is niet de onze, over de Oeigoeren en Taiwan hebben wij een afwijkende mening. Maar ons gedragen als ouderwetse missionarissen komt over als onaanvaardbare inmenging. Ze reageren stoïcijns en blijven op hun standpunt. Wat winnen wij erbij? 


Ten derde kunnen we hen proberen af te remmen, buiten hun grondgebied, concreet in Afrika. We doen het niet. En waarom laten wij hen toe vlotjes onze bedrijven op te kopen, zoals bijvoorbeeld Volvo? We laten hen betijen. De Europese onmacht is groot. 


Tot zover een persoonlijke mijmering over ons en hen.


Het boek is geïllustreerd met foto’s, schilderijen en plannen. Verrassend is een portret van de jezuïet Martino Martini, op zijn Chinees gekleed, in 1654 geschilderd door Michaelina Wautier (zie blogartikel 122)! 


De Vos heeft een vlotte pen en dat bevordert de lectuur! Zij kan schrijven en haar Nederlands is uitstekend. Een enkele taalfout: tweemaal (o.a. op p. 231) loyauteit, eenmaal loyaliteit (p. 331).  


Met een boutade: alles onder de hemel is Chinees, op een paar vreemde details van andere landen na. China is het middelpunt en alleen vanuit dat perspectief is het land enigszins te begrijpen. De onbuigzame huidige president Xi straalt deze zienswijze persoonlijk uit. Na een intermezzo van 200 jaar Europese dominantie wordt deze eeuw opnieuw een eeuw van China. We houden er maar best rekening mee. 


Enkele beklijvende citaten uit het boek:


-Het gaat in het leven niet om buitengewone dingen te doen, maar om de gewone dingen op een buitengewone wijze te doen (Vlaams jezuïet Jan Berchmans);


-De praktijk van het inbinden van de voeten van de vrouwen is een goede manier om hen thuis te houden. Het zou een groot voordeel zijn voor henzelf en hun echtgenoten als de gewoonte overal werd toegepast, niet alleen in China (Spaanse dominicaan Domingo Navarrete, Makassar, 1658);


-Hij die zijn eigen bedoelingen wil onderzoeken, en zijn wil, moet eerst zijn denkvermogen perfectioneren. Want men kan niets verlangen zonder het eerst te kennen (Confucius).   


Noot:


(1): Vos, V. de, Ferdinand Verbiest en de ontdekking van China, Pelckmans, 2023. 


Herman van Schoten, Armação de Pêra, Portugal, 20/01/2024.

Alle rechten voorbehouden: vanschotenherman@g mail.com.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten