Translate

60. HET STENDHALSYNDROOM.

De heer Bovens uit Zutendaal hoort bekende klanken en herkent een landgenoot. Spreekt u Vlaams ?Terstond openbaart hij zijn probleem. Hij heeft het gehad met Firenze ! Ik kan niet meer, vertrouwt hij ons met opengesperde ogen toe, het is te veel. Het bevattingsvermogen botst op grenzen, die je niet ongestraft overschrijdt. Zijn echtgenote echoot hem na : te veel. Ze nemen een moeilijke beslissing : terug naar het hotel, uitrusten, bekomen van een cultuurindigestie. Hotel, brengt de eega er berustend uit.
Ik besef het helemaal. Want in de voorbereiding van ons bezoek aan Firenze hadden ook wij ons zorgelijk afgevraagd hoe we al die cultuur binnen een programma van 7 dagen zouden persen ? We besloten een strikte selectie te maken en het dagprogramma te spreiden over twee dagdelen, onderbroken door een rustpauze op de hotelkamer, waarvan de ligging om die reden centraal was gekozen. Een preventieve maatregel die nodig zou blijken.
Dat had de heer Bovens uit Zutendaal verzuimd, met de fatale gevolgen van dien. Hij stapte figuurlijk in de culturele bezemwagen, maar riep ons nog toe : het Stendhalsyndroom, kent u dat ?! Zijn vrouw draaide zich nog naar ons toe en spelde, luid en in staccato : Sten-dhal-syn-droom ! En weg waren ze.
Ik googelde naar Stendhal, want heer Google weet, zoals bekend, alles. En inderdaad, het was Stendhal zelf, die bij een bezoek aan Firenze, gelijkaardige symptomen kreeg en die ook beschreef : duizeligheid, hartkloppingen, bij hardnekkig doorzetten zelfs hallucinaties en flauwvallen. Allemaal door een te veel aan schoonheid !
Te veel aan schoonheid ! Hoe bestaat het ?! En dat in een wereld vol lelijkheid en ongemanierdheid ? Kom je een keer in een beschaafde omgeving met hoge cultuur en laps, ga je onderuit. Zou Firenze aan je voeten moeten liggen, is het omgekeerd. Firenze kent blijkbaar geen maat en als je zelf geen maat houdt, dan speel je hoog spel. Het is een culturele fuik.
Wat kan je doen ? De preventieve aanbeveling is doseren, afwisselen en tijdig rusten. Specifieke medicatie bestaat niet. Koudwaterbaden, slaap, sport, goed gezelschap, chocolade en tanninerijke rode wijn zouden het genezingsproces bespoedigen. Psychologische hulp is te mijden vermits het probleem dan nog extra in de verf wordt gezet. Een zelfhulpgroep is evenmin aangewezen want dat eindigt licht in zelfbeklag. Aldus een gediplomeerd deskundige, die bezwoer zijn naam niet te onthullen. Zijn advies gaat immers in tegen de gevestigde opvatting van zijn beroepsgroep. Ik heb ten slotte vrouw en kind, bekende hij enigszins dramatisch. Hij sloot af : een drastische ingreep is terug naar huis gaan, maar het idee alleen al stuit tegen de borst, het is capitulatie.  
Jammer dat de heer Bovens uit Zutendaal zo plotsklaps vertrokken was. Want, als landgenoot en cultuurdeler, had ik hem kunnen bijstaan als de volmaakte buddy. Ik zou het als mijn plicht hebben gevoeld hem een alternatief te bieden voor zijn extreme consumptie van kunst. En ik had een alternatief !
Je kan immers dat bombardement aan cultuur spreiden door de bovenaardse genoegens af te wisselen met aardse genoegens, concreet met restaurant- en winkelbezoek !
Daaraan is er in Firenze geen tekort, als voelt de stad haarfijn deze behoefte aan. Maar waar moet je beginnen ?! Op advies van ons immer overvriendelijk hotelbaasje begaven we ons naar wijnbar Coquinarius in een zijstraatje van het centrum. We aten een salade en een bord van salumi-formaggio. Uitstekend, al moet worden opgemerkt dat de presentatie op een houten bord, waarop vervolgens olijfolie wordt gesprenkeld, niet hygiënisch is omdat de olie in het hout trekt. Deze detailkritiek slikte ik in, ook al omdat mijn taalkennis slechts onderbouwd was door Italiaans voor Dummies.
Ik vroeg de ober wat onze buurvrouw at, want dat zag er bijzonder uit. De vriendelijke Florentijnse gaste aan het belendende tafeltje hoorde het en mengde zich in het gesprekje : het is raviolini de formaggio e pere. Willen we proeven ? De ober wees dat kordaat af, met handgebaren, die in de opera thuishoren. Ze haalde een proefbordje uit de keuken. En werkelijk, bijzonder smakelijk ! Deeg-envelopjes als het ware, gevuld met peer en omgeven door gesmolten kaas, vol en vullend. En daar ook nog de muziek onderhoudend was, zelfs af en toe jazzy en ook de toeristen zich braaf aanpasten, is het een gelegenheid om te noteren met stip.
Firenze ! De stad van de Medici. Maar ook Galilei, Rafael, Botticelli, Michelangelo zijn verbonden met deze stad. En Machiavelli, die hier zijn Il Príncipe schreef. Zijn standbeeld staat pontificaal in de straat tussen de twee vleugels van het Uffizi. Zijn tombe in de San Croce valt echter beduidend kleiner uit dan die van zijn buren Galilei, Michelangelo, Dante en Rossini. Daarover ben ik licht verstoord.
Na het Uffizi wenken opnieuw de aardse genoegens en dan denk je al vlug aan ijs of sorbet. Maar waar je ook kijkt is het al luxe wat je ziet : kleren, schoenen, lederwaren, om duizelig van te worden. Bij de grote couturiers is het een komen en gaan van Aziatische mensen, vooral vrouwen. Ze lopen binnen met één handtas en komen terug buiten, beladen met pakken en zakken. Hier loert het shoppersyndroom om de hoek.
Nu zal u misschien denken : jaja, het is daar één grote bazaar. Dat is waar, maar dan van hoge kwaliteit. Die kwaliteit zit wellicht ook in het dna van de Florentijnen. Neem nu de dagelijkse gebruiksvoorwerpen, gewoon stijlvol, bijvoorbeeld, om maar iets te noemen, de toiletbril van onze hotelkamer. Het straatbeeld oogt al even verfijnd, hier kleedt men zich. Men wil er elegant uitzien en dat heeft iets. De politie geeft het voorbeeld. Je hebt de carabinieri, de polizia municipale en de polizia di Stato, elk in eigen prachtig uniform. En dan zijn er de schoonmakers met hun schoonspoelkarretjes en hun collega’s die, vroeg in de ochtend, manueel plakbriefjes en andere ongerechtigheden verwijderen van muren, regenpijpen en zo. Het is een hele brigade van politie en schoonmaak, waardoor het centrum er permanent veilig en schoon bij ligt. Natuurlijk, tegen een uur of negen steken de eerste toeristen de neus aan het venster van hun duur hotel. Ze zijn met velen, echt met heel velen. De toeristenmeute schijnt van onschatbaar belang te zijn. De Grote Cultuurstad heeft zich zonder slag of stoot aan hen overgegeven, daar zouden de Romeinse legerbevelhebbers van 2000 jaar geleden zich aan vergapen. De truc is ’s ochtends zo vroeg mogelijk op pad te gaan en eventueel een professionele aanschuiver in te huren voor de file aan de musea.
De heer Bovens uit Zutendaal heeft een snaar geraakt. Firenze wordt snel te veel. Beter tweemaal drie dagen dan een volle week. En hoe dan ook temporiseren. Neem er dus de tijd voor en geniet terloops ook van die kirrende Aziatische dametjes, van gezinnetjes met best nog kleine kinderen, van de Florentijnen, het straatbeeld, de winkeletalages, de markt in openlucht met een aanbod aan lederwaren, dat je nog nooit zag, de drukke trattoria met smaakvol eten, kortom het aanstekelijke leven vandaag in die eeuwenoude stad.
Zou je van het omgekeerde ook een indigestie kunnen krijgen ? Dat vroeg ik me af. Een vraag die al lange tijd vaag sluimerde en onrust gaf, maar ik kon het niet duiden, vond er de woorden niet voor, toen. En zoals bekend, een probleem dat niet benoemd kan worden, bestaat niet, tenzij in de psychologie. Het besef kwam maanden later. Het was in het historische Portugese stadje Lagos. Op een middag besloot ik me wat te vertreden op het prachtige strand van Meia Praia en daar kwam die ingeving, als van hogerhand.
Het kwam zo. Ik stond stokstijf te turen naar een aalscholver, die op zijn klapwiekende vleugels de lucht inging en van enkele meters hoog als een pijl verticaal het water indook, daarmee de bevolking onder water een ferme opstoot van paniek gevend, waardoor ze beduusd naar boven kwamen. Daar pikte hij het vetste visje eruit. Een troep zeemeeuwen pikte er kwakend en vechtend de andere exemplaren uit. Een heus spektakel, ik bleef er geïntrigeerd naar kijken, mijn sigaar ging er zelfs van uit.
Toen kwam de schok : het is mooi, zeker, de moeite waard. Rust, natuur, zuivere lucht, stilte, aardige mensen, stressloos. Maar dat is het dan ook, elke dag opnieuw. Het wordt op de duur eentonig, slaapverwekkend. Er is geen adrenaline. Zelfs de aalscholver is na een paar keer een gewoon tafereeltje. Je voelt een soort gemis. Kortom : is er niet meer ?
De oplossing kwam even plots als onverwacht. Ik belde de volgende ochtend onaangekondigd aan bij een Portugese vriend en hij toonde zich betrapt. Snel veegde hij zijn tranen weg, maar ik had het gezien, zijn gelaat was verregend, het was geen gezicht. Nu is die man een kleerkast van een vent en overigens vol energie, doorzettingsvermogen, humor en optimisme, redenen waarom ik hem graag mag. Maar wel een gevoelige natuur. Parijs, stamelde hij, ik houd het niet meer uit. Al is het maar voor even, een weekeinde of zo, ik moet er naartoe.
Het kwam bij me binnen als een bliksemschicht. Die op slag mijn gekwelde geest verlichtte. Die onstuitbare drang naar kunst en cultuur ! Ik wil er soms ook tussenuit, naar Lissabon, Sevilla of zelfs maar Évora. Als het te lang duurt voor ik kan ontsnappen uit die prachtige Portugese natuur en landelijke rust, zonder geestelijke verstrooiing en inspiratie, dan krijg ik het. Eerst word ik door mijn huisgenoten waargenomen als knorrig, vervolgens als ongevoelig, ongenietbaar en ontoegankelijk. Mijn eetlust stokt, mijn dranklust stijgt, de sfeer in huis is om te snijden. Mijn bloedsomloop neigt naar stilvallen, hier is medisch consult geboden. De dokter van wacht op de Urgências vat het probleem niet. Hij verdenkt me van overspanning en decreteert : eten, drinken en rusten, dat is dan € 60. De medische wereld is niet mee ! Hoe bestaat het ?! Toch bestaat het, ik ben er het levende bewijs van ! Een medisch etiket heb ik er nog niet voor gevonden. Het Herman-van-Schoten-syndroom, wat denkt u ? Kan je daar patent op nemen ?
De heer Bovens heb ik nooit meer gezien. Soms, als ik in Belgisch Limburg ben, bekruipt mij  de aandrang hem te gaan opzoeken. In Zutendaal zullen ze hem toch kennen ? En anders kan ik nog altijd het illegale klooster van Boudewijn bezoeken. Zou ik ?  
Herman van Schoten, Lagos, Portugal, 11/12/2011.

alle rechten voorbehouden : vanschotenherman@gmail.com.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten