Translate

327. WENST U GEWASSEN TE WORDEN MENEER?

 

Het overviel me: wenst u gewassen te worden meneer? Ik keek naar de verpleegster, waarachter nog twee collega’s zich ophielden, van wie eentje van 20 of zo en met oosters voorkomen. Ze zag me twijfelen: ik zie elke dag blote mannen meneer, ge moet u niet generen! Ik nam terstond een vrank besluit: alleen de rug! Ze hielp me uit mijn operatiekleed en het kleine garnizoen marcheerde de kamer uit. Ik waste mij zo goed en zo kwaad mogelijk. Want lastig was het wel. Mijn borst zat vol plakkers, verbonden met een hartritmemeter, die ik in de hand moest houden of op de rand van de wastafel leggen. De rechterkant werd gedomineerd door een mobiele pacemaker, neen, geen peacemaker. Dat ding hing aan een kapstok op wieltjes en vast aan mijn hals met een dikke naald, die verbonden was met een draad recht naar het hart. Alleen bij het bewegen prikte die naald, maar je was vooral immobiel. 


Het was dan ook een operatie die kon tellen. Een nieuwe aortaklep! In november had de huisarts me verwezen naar een cardioloog, ofschoon ik geen klachten had. Ze legde als bij normale routine de stethoscoop op mijn hart en stelde ruis vast. Ze vroeg of de stagiaire ook even mocht luisteren want ik was een ideaal geval voor ze. Drie dagen later zat ik bij de cardioloog, een serieus en betrouwbaar uitziend man. Hij deed me fietsen en luisterde langdurig naar mijn hart, nam ook een echo. Zijn diagnose klonk sibillijns: ernstig maar niet dringend. Wat moet je daarmee, ik dacht op slag aan het orakel van Delphi. We confronteerden hem met een triviale vraag. We hadden een overwintering georganiseerd in Portugal, zouden we dat best annuleren? Geen sprake van, stelde hij, jullie gaan op reis, maar de ingreep moet wel binnen het jaar gebeuren. Zodoende vertrokken we op reis, maar de boodschap bleef wel in het hoofd hangen. En wat doe je dan? Je speurt elke dag naar symptomen, maar die wilden niet te voorschijn komen. Ik hield me ook overdreven passief, vorderde de vrienden zelfs naar onze verblijfplaats ipv bij ze op bezoek te gaan. Terug in het land moesten nog wat onderzoeken plaatsvinden en drie maanden na thuiskomst was het dan zover. Vlotte ingreep, zo staat te lezen in het medisch verslag. Geen naweeën van de verdoving, geen pijn. 24 uur op Intensieve Zorgen, in een broebelbed, dat om de paar minuten verandert van drukpunt, tegen het doorliggen. 


Wat er allemaal niet mogelijk is! Je verstand staat stil van de medische wonderen. Transport van de nieuwe klep langs een slagader vanuit de lies en eenmaal aangekomen ter bestemming schuift de klep uit haar koker en opent zich vanzelf als een paraplu. De externe pacemaker neemt over als de klep niet meteen in gang zou schieten. Hoeveel mensen uit de generatie van mijn ouders en grootouders zijn niet doodgegaan bij gebrek aan de hedendaagse diagnose- en behandelingstechnieken? Vroeger was een openhartoperatie klassiek, nu niet meer, ofschoon er nog dagelijks twee plaatsvinden in dit ziekenhuis. Ik bof maar weer. 


Mijn dagverpleegster op Intensieve Zorgen hield zich inderdaad intensief met me bezig. Het was niet druk, waardoor ze meer tijd had voor me dan normaal. Bij het afscheid hadden we warempel een heus gesprek. Ze had twee nog kleine kinderen en met haar vriend ging het heel heel goed! Ze trachtte haar diensten zo te regelen dat ze thuis kon zijn als de kinderen uit school kwamen. Ik zeg: vriend, hoezo, zijn jullie dan niet getrouwd? Nee, haar vriend had het niet gewild. Maar zij had erop gestaan dat de kinderen de twee familienamen kregen, de hare op kop! Want ze liet zich niet doen! Ik zeg jaja, dat begrijp ik heel goed, maar dat kan over 100 jaar wel moeilijkheden geven als een van je nakomelingen de stamboom wil uitzoeken, begin er maar aan met al die namen, welke lijn moet je volgen?! Kan me niet bommen, over 100 jaar ben ik al lang dood! Nu vertrouwde ze me toe haar vriend te hebben gezegd: als ik  jou ten huwelijk zou vragen, wat zou je dan zeggen?! Weet je wat hij antwoordde? Ten huwelijk vragen, dat doet de man! Maar ze zou wel ja zeggen, misschien nu nog niet, maar wat later, als de kinderen groot genoeg waren om er bewust bij te zijn. Ze rolde mijn bed de gang op voor overbrenging naar de afdeling cardiologie en ik hoorde haar de overdracht regelen, met alle medische details natuurlijk. En toen zei ze: een interessante man, helemaal niet moeilijk en geïnteresseerd in ons werk! Daar knap je al deels van op natuurlijk. 


Het meisje van 20 kwam terug. De rug wassen meneer? Ik stemde toe en zij deed neutraal wat ze ongetwijfeld al zo vaak had gedaan. Ze hielp me bij het aantrekken van mijn pyama en was een en al dienstvaardigheid. Toen ontspon zich een gesprekje. Jij ziet er Oosters uit, maar je bent geen Chinese?! Ze had zo’n breed, als het ware platgeslagen gezicht, opvallend. Ik ben van Tibet meneer, maar ik woon in Merksem. Toen ik bekende van het naburige Schoten te zijn, verwees ze naar de Tibetaanse tempel in mijn dorp. Ik zeg ja, op feestdagen komt daar een hele kolonie samen, in klederdracht! Neen, ze was er nog niet geweest. Ik zeg nu heb ik nog een vraag. De Dalai Lama is al op leeftijd, hoe kiezen jullie een nieuwe? Ze legde het in grote lijnen uit, het kwam neer op toeval en een zeer lange selectieprocedure, zelfs voor het eten zijn er voorschriften. Zou jij geschikt zijn?, waagde ik. Neenee, helemaal niet, ik doe nu stage maar ik wil gaan werken in het nieuwe ziekenhuis in Antwerpen-Noord, als het opengaat, want dat is al een paar keer uitgesteld. Meer intieme vragen dorst ik niet te stellen. Zo’n aardig, nog vers kind, daar moet je voorzichtig mee omgaan. Of mijn rug goed gewassen was, weet ik eigenlijk niet, maar het was een interessante kennismaking


Er is daar veel personeel, van alle soorten. Een verpleegster uit Mechelen - met dat lelijke dialect - wist dat ik van Leuven ben. Want gij klapt op de letter! Een Nederlandse stagiaire kwam een longfoto nemen met een mobiel apparaat, ze was uit Rotterdam maar ik ben hier op kot hoor! Grappig om een Nederlandse verpleegster dat te horen zeggen, op kot! Een Oekraïens meisje draafde elke ochtend binnen voor het opnemen van het menu. Ze ratelde snel de keuzes af, waarop ik moest reageren, het werd genoteerd en ze nam bliksemsnel weer afscheid, nogal formeel. Ik had ermee te doen, wellicht best een aardige meid, maar afstandelijk door een gebrek aan voldoende taalvaardigheid en dan maar snel de klus afhandelen en wegwezen. De verpleegster met de weegschaal. Er is al 100 gram terug af meneer! Want na de operatie woog ik plots 3 kg. meer, hadden ze misschien iets achtergelaten? De zwarte poetsvrouw, dagelijks een babbeltje, goedlachs en Afrikaans sloom, maar er werd wel grondig gepoetst, ik keek uit naar haar bezoek. De cardiologe-in-opleiding, piepjong en nog 5,5 jaar opleiding voor de boeg, ernstig: ik zal morgen zien of de pacemaker eraf kan, meneer, vandaag nog niet. Ze stond open voor alle vragen: soort klep, levensduur, afstoting, wat met oude klep, is de koker er terug uitgehaald? Een kinesiste - fysiotherapeute voor de Nederlandse Lezers - kwam de kamer binnen en wilde met me praten, ik was gelijk op mijn hoede. Ze bood cardiale therapie aan, 45 beurten, betaald door de ziekenkas! Ik zeg ja, maar dat is toch geen fitness, of wat?! Toch wel dus. Maar ik moest alleen maar de aanvraag voor terugbetaling tekenen, ik kon er nog altijd onderuit. Ik verklaarde er een hekel aan te hebben, al zeker aan dat opgeklopte sfeertje van lichaamscultuur, body-builder-toestanden weet je wel. Maar dat was dus niet het geval. Je krijgt een programma op individuele maat, er zijn tegelijk meer mensen aan het oefenen, maar het zijn geen groepsoefeningen! En het hoeft niet hier in het Middelheim maar het kan ook in het Klina-ziekenhuis in Brasschaat! Ik had geen verweer meer en vond dat ik het aan mezelf verplicht ben. 


Een dag eerder dan voorzien mocht ik naar huis. Bij het verlaten van de afdeling zwaaide Tibet me vanuit de verte enthousiast uit. Mijn echtgenote begeleidde me naar de auto, alsof ik een patiënt was. Ik voelde me kiplekker en had zo een rondje willen rennen in het nabijgelegen Nachtegalenpark. Onderweg naar huis bleek de wereld niet stil te hebben gestaan, de Sinksenfoor was zelfs al opgetuigd. 


En zodoende volg ik nu fitness. Van een vriend kreeg ik een oud trainingspak van het Belgisch leger, met grote opdruk: BELGIUM. En sportschoenen heb ik al evenmin, maar mijn echtgenote leent me een paar nieuwe sneakers, wat ik nog nooit droeg. Het valt niet tegen, die therapie, maar een fan zal ik niet worden. En het is zo ontiegelijk vroeg: om 8.15 uur, driemaal in de week. Maar ja, dan heb je de hele dag nog voor je. Ik ben wel de oudste, de kinesist maakt me wijs dat het komt omdat de oudere patiënten later op de dag komen, kwestie van uit te slapen. 


Ik zal dus meer moeten bewegen, meer actief lichamelijk bezig zijn. Want dat ben ik niet, ik beschouw mijn lichaam als een omhulsel, dat me soms parten speelt. In de grond ben ik van je pense donc je suis. Ik voel me hier op de revalidatie een vreemde eend in de bijt. De kinesisten doen alsof ze het niet zien en steunen me met raad en daad. 


Enkele dagen terug reageerde Schotse vriend Iain op mijn melding dat ik me uitstekend voel en zelfs enigszins euforisch. Of ik misschien een Pact van Faust had gesloten?! En ja, eergisteren werd er aangebeld. Een oudere getuige van Jehovah en een jongere collega wilden me spreken over de bijbel. Waren zij vermomde duivels? Ik heb niets getekend. 


Herman van Schoten, Schoten, België, 04/06/2023.

Alle rechten voorbehouden: vanschotenherman@gmail.com


Geen opmerkingen:

Een reactie posten