Translate

207. OVER VRIENDSCHAP.

We waren uitgenodigd op een huwelijksjubileum. Zoals vele anderen, naar bleek. We kenden er haast niemand. En het was niet slechts een receptie, maar een maaltijd, zodat je niet snel weg kon. Uit verveling begon ik het aantal genodigden te tellen. Na aftrek van gekende en vermoedelijke familieleden kwam ik uit op 98. De gastvrouw kwam langs en ik vertelde het haar. Ja, wij hebben gelukkig heel veel vrienden !, sprak ze verrukt, en we dachten we nodigen ze allemaal uit, we willen ze vandaag allemaal om ons heen hebben ! En dan mis ik er nog 4 ! Francine en Walter zijn op reis, die gaan altijd naar de camping in Nederland, Jean herstelt van een operatie en Josée wilde niet alleen komen, zodus ! De som was vlug gemaakt : 98 + 4 = 102. Zoveel vrienden hebben ze dus, onze gastvrouw- en heer van vandaag. 
Deze lieve mensen gaan daar prat op. Ik stelde vast maar begrijpen deed ik niet. Ik heb er immers niet zoveel. Als ik mijn buren meetel en mijn ex-collega’s en mijn kennissen en noem maar op, ja, dan kom ik ook een eind. Ik moet er niet aan denken ze allemaal eten te moeten geven.
Vriendschappen heb je in soorten en in intensiteit. Om wat te noemen, reisvrienden, sportvrienden, literaire vrienden, culinaire vrienden, artistieke vrienden, politieke vrienden, kookvrienden, ideologische vrienden, muzikale vrienden, hobbyvrienden, professionele vrienden, taalvrienden, clubvrienden en wat al meer. 
Deze indeling gaat uit van een gemeenschappelijk doel, waarin men zich wederzijds vindt. Een bijzonder geval is de situatievriend. Je zit in nesten en je bent op elkaar aangewezen : bergbeklimmers, landgenoten-in-het-buitenland, redders, soldaten op missie, gestrande reizigers, gevangenen.
Vroeger had je ook nog pennevrienden maar schrijven wordt niet meer gedaan, in de plaats kreeg je telefoonvrienden en sociale-media-vrienden. Het doel is contact; voor sommigen is het doel opvallen en scoren, zij noemen zich influencers.
Is dit allemaal vriendschap ? Het woord wordt licht gebruikt, zeker ook in de politiek, waar men elkaar publiekelijk als vrienden bejegend – beste vrienden ! – terwijl ze in de coulissen spiedend rondlopen met een mes in de achterzak. 
Aristoteles deed een verdienstelijke poging tot een fundamentele indeling (1). Hij onderscheidt vriendschap op basis van wederzijds voordeel en op basis van genot. Hoger nog staat de volmaakte vriendschap. Wederzijds voordeel spreekt voor zich, je hebt wat aan elkaar of je kan in de toekomst wat aan elkaar hebben, warm houden dus. Genot ligt ingewikkelder. Samen dezelfde muzikale voorkeur delen, dat is duidelijk en ongecompliceerd. Maar lichamelijk genot ? Voor Aristoteles en zijn tijdgenoten was het overduidelijk : je hebt enerzijds philia = vriendschap en anderzijds eros = geslachtelijke liefde. Plato betoogde echter dat fysieke aantrekking geen voorwaarde is voor liefde, sindsdien kennen we de platonische liefde. De volmaakte vriendschap van Aristoteles ten slotte, wat zou dat dan weer kunnen zijn ? 
De oude Grieken kenden nog een ander soort vriendschap : agapè. Dat begrip is door het christendom overgenomen. Het is koesterende liefde zonder enig eigenbelang, zoals van een ouder voor het kind. Of ook naastenliefde met als bestanddeel caritas.  
Ook Cicero (1) liet zich niet onbetuigd, hij pleegde er een kleine verhandeling over, in de vorm van een gesprek tussen…vrienden. Vriendschap is niets anders dan overeenstemming over alle dingen die met goden of mensen te maken hebben, plus liefde en genegenheid. Nu was Cicero een gladjanus, die graag uit het vuur bleef. Daarom legt hij eigen woorden in de mond van zijn personages. Hij had grote verdiensten, maar was toch ook een politiek opportunist. Een aantal uitspraken is de moeite van citeren waard, hier komen ze.
Mij lijkt het duidelijk dat wij mensen zo geboren zijn dat er tussen ons allemaal een nauwe band bestaat, die echter nauwer wordt naarmate iemand ons nader staat. Daarom gaan medeburgers vóór buitenlanders, en verwanten voor vreemdelingen. Hoe zou Cicero deze mening plaatsen in het huidig tijdsgewricht van migratiestromen ? Zou hij volharden in zijn opvatting of overschakelen naar de politiek handige mening dat er wezenlijk geen verschil is tussen eigen en vreemd ? 
Wat is er aangenamer dan iemand te hebben met wie je over alles zo durft te praten als met jezelf ? Is dat zo ? Je kan met een vriend vergaand intiem worden, maar ermee praten als met jezelf ? Is dat realistisch ? De vriend is geen alter ego, hij blijft een ander.
Voor vriendschap bestaat geen grotere ramp dan vleierij, zoetsappigheid en pluimstrijkerij. Een stelling met universele geldigheid… 
Laten we daarom deze richtlijn voor vriendschap vaststellen : we vragen geen schandelijke dingen en doen zelf niets schandelijks als erom gevraagd wordt. Hieruit leid je af dat vriendschap voorwaardelijk is. Onvoorwaardelijke trouw hoort meer bij liefde. 
Wie vriendschap uit het leven weghaalt, lijkt de zon uit de wereld weg te nemen. Echte vriendschap, wellicht in de betekenis van de volmaakte vriendschap van Aristoteles, is als een schitterende diamant, die door het beoefenen ervan steeds feller blinkt. Een echte vriend is rijkdom. 
Een echte vriend onderscheid je pas in onzekere tijden. Bij ons zegt men : in nood kent men zijn vrienden, alweer een universeel inzicht !
Onze keus moet vallen op mensen die standvastig zijn, betrouwbaar en evenwichtig. Oei ! Vallen er dan niet velen af ?
Net als bij wijnen die lang gelegen hebben zijn de oude vriendschappen de aangenaamste. Over het algemeen kan je over vriendschap pas een oordeel geven als karakters en levens al tot volle wasdom gekomen en bestendig geworden zijn. Zij die op jonge leeftijd liefhebbers waren van de jacht of het balspel, hoeven later geen vriendschap te onderhouden met hen met wie ze in hun jeugd graag omgingen omdat ze ooit dezelfde voorliefde deelden. Dit zegt minder over vriendschap dan over de mens. Je verandert als mens, dat zie je als je in de spiegel kijkt en als je bij jezelf te rade gaat. Daarom lopen liefdesverhalen soms verkeerd af, men is een ander persoon geworden. Pas nadat deze beproeving is doorstaan kan je spreken van vriendschap voor het leven, gelouterd en zelfs verdiept. 
De meeste mensen benoemen in menselijke aangelegenheden alleen dat als goed wat iets oplevert en ze houden bij hun vrienden, net als bij hun vee, het meest van hen van wie ze het meest profijt hopen te trekken. Een meetlat of weegschaal hoort niet thuis in vriendschap. Je geeft omdat je graag geeft, omdat je de ander er een genoegen mee doet. Het verwarmt het hart. Opportunistische vriendschap is geen vriendschap.
Bij de dieren, bij de vogels, de waterdieren en de dieren in het veld, zowel de tamme als de wilde, is duidelijk te zien dat ze ten eerste van zichzelf houden en dat ze vervolgens naar levende wezens van dezelfde soort verlangen en deze opzoeken om zich met hen te verbinden. Soort zoekt soort en vermenging, zoals de mode is in deze opgeklopte tijd, is onnatuurlijk. Het kan, maar het vergt extra aanpassing, ligt niet voor de hand en moet niet worden gestimuleerd. 
Inschikkelijkheid baart vrienden en oprechtheid haat. Een grote waarheid. Maar houdt het tevens in dat je bij vrienden fouten door de vingers moet kunnen zien ? Je zou ook kunnen stellen dat ware vriendschap bestand is tegen terechtwijzen en terecht gewezen worden. Als je moet praten met de rem op, is het geen volmaakte vriendschap. Beledigen echter drukt jezelf uit zonder respect voor de vriend. 
Tot slot een eigen conclusie. Er zijn soorten vriendschappen en gradaties in vriendschap. Vriendschap als gebruikswaarde is geen vriendschap, maar bondgenootschap. Echte vriendschap is gebaseerd op wie je bent. Er is een afgrenzing naar liefde : onvoorwaardelijkheid past bij liefde, niet bij vriendschap. Afmeten past bij geen van beide. 
Als u het met al deze overwegingen eens bent, hoeveel vrienden houdt u dan over ?!
Noot : 
(1) : Cicero, Vriendschap, Athenaeum-Polak en van Gennep, 2018.
Herman van Schoten, Lagos, Portugal, 18/01/2020.
Alle rechten voorbehouden : vanschotenherman@gmail.com.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten