Translate

338. EEN SPIE UIT HET DAGELIJKS LEVEN.

 

Het dagelijks leven neemt een wending. Driemaal in de week naar de medische fitness is voorbij. De cardioloog van de cardiale revalidatie is zeer tevreden. U presteert 20 % beter dan leeftijdsgenoten-zonder-operatie meneer! Alsjeblieft! Ik ben opgelucht, maar dat het goed zou zijn, wist ik wel, ik voel me kiplekker en heb energie te koop. De cardioloog geeft me echter wel levenslang voor beweging. Een fitnesscentrum is niet nodig, maar 4 uur/week intensieve beweging wel: flinke wandelingen en de hometrainer. Dat ga ik doen, al lijkt 4 uur wel wat veel…


Het is het einde van een periode van 10 maanden, die begon bij de vaststelling van hartfalen en nu eindigt in een gezonde conditie. De training was lange weken een karwei, maar ik hield vol en heb geen enkele beurt verzuimd, wat ik andere patiënten wel zag doen. Ik ben tevreden over mezelf, ofschoon ik er, na de operatie, aan begon als een dwingende morele plicht tegenover mezelf. Alsof Immanuel Kant het me persoonlijk had ingefluisterd!


Ik ga ze missen, de collega’s van de fitness. En alvast met een ervan wissel ik gegevens uit, hij wordt wellicht een nieuwe vriend. Na mijn 75 jaar is dat al de tweede nieuwe vriend; normaal breidt je vriendenkring na die leeftijd niet meer uit. Die nieuwe vrienden zijn wel rond de 80 jaar, tja, ik ben ook geen jonkie meer. 


Zullen we nog eens naar de stad gaan? Mijn echtgenote besloot dat mijn kamerjas voor de winter nu eindelijk de voddenmand ingaat, ik moet maar een nieuwe kopen! Ik was het daarmee oneens, want zo een mooie is niet meer te vinden. Hij zit vol kleur en een kamerjas met fantasie voor heren vind je niet meer, het is allemaal grijs of eentonig wit, een ticket als het ware voor het verzorgingstehuis. Op internet vind je wel wat, maar die prijzen zijn zo laag, het kan niet veel anders dan brol zijn. Wat “betere” winkels afgelopen, noppes. Dan zien we de winkel van Boggi uit Milaan. Hier zou het kunnen lukken. Het jongmens verstaat ons niet. Bij het binnenkomen rinkelt zijn telefoon en hij stelt zich voor in het Engels. Wij spreken hem aan in het Nederlands, dat hij maar zeer minimaal beheerst. Op onze vraag leidt hij ons naar een rek met korte herenjassen. Neen, dat bedoelen we niet. Tot mijn echtgenote het snapt: die jassen zijn van camel, maar wij willen een kamerjas! Hij kan ons niet helpen. Maar dat jasje is mooi, het zou me beeldig staan en het kost € 449. Als je aan de ellende in de wereld denkt, lijkt dit wel degoutant. Het is zo’n winkel voor jongelui met te veel geld, we willen hier weg. 


Dan toch een klassieke winkel gevonden, Delorme, in de Leopoldstraat. Kleine keuze aan kamerjassen en allemaal eenkleurig. Kwaliteit, dat wel, dat voel je bij het aanpassen, het zit gewoon zacht en aangenaam. Ik kies een groene en die staat me beeldig, althans volgens de spiegel. Het is niet mijn maat, hij zou moeten besteld worden. Geeft ons de tijd om er nog even over na te denken. Maar we hebben alvast een adres!


Dan gaan we een hapje eten, bij Claude, een theesalon in de Groendalstraat. Het is een bijzonder geval. In die straat zit een smal steegje, net breed genoeg voor een kinderkoets, en dat volg je een paar tientallen meters tot het naar links afbuigt naar een klein terras in open lucht onder een opgeschoten groene boom. Ook binnen zijn er een paar tafeltjes. Ze hebben wat kleine gerechten en een dagschotel. Mijn echtgenote neemt een quiche en ik ragout van kip. Het is verdorie smaakvol bereid, wat een lekker roomsausje, hoe zouden ze dat klaarspelen? Het wordt bovendien gebracht op dat klassieke Boch-servies - wit met blauwe motieven, ook gekend als Royal Copenhagen - waarvan we thuis na al die jaren nog enkele borden en koppen hebben kunnen overhouden. De bediening is jong en niet-professioneel, in dit geval een bonus! Want de meisjes zien alles en zijn vriendelijk, spontane vriendelijkheid, niet routineus. Alleen dat super bij alles en nog wat, daarover ga ik de volgende keer toch een opmerking maken. De rekening valt mee, alleen de champagne valt duur uit: € 14 voor een glas, maar het was wel erg goeie! Opvallend detail: op de rekening staat de boekhoudkundige eigenaar vermeld: Lieve Heer BV. 


Daarna volgt de Groene Waterman, het kan haast niet anders. Nu wil het geval dat mijn echtgenote en ik een verschillende boekensmaak hebben. Zij sleept deze boeken in de wacht:

-Joke van Leeuwen: Ik dacht dat jij;

-Cees Nooteboom: Het Spaanse van Spanje;

-Merijn de Boer: Het Suriname-dagboek;

-Ana Iris Simón: Feria.


Ik houd het vandaag bij slechts één boek, want ik kom thuis toch al niet door de stapel heen: Inger N.I. Kuin: Diogenes. Wel nog een ander boek besteld, dat niet voorradig was: Thomas Hertog: Het ontstaan van de tijd. Ik heb al wat boeken over de kosmos gelezen en mijn ervaring is dat, ofschoon je veel van het gelezene niet begrijpt, herhaling een middel is tot herkenning van dingen die je al eerder las en zodoende krijg je het gevoel er toch enigszins grip op te hebben! Kinderachtig natuurlijk, maar zo werkt het wel bij mij. 


Mijn oog viel ook nog op Bertrand Russell: Geschiedenis der westerse filosofie. Meenemen? Oei, zou dat thuis niet al in de kast staan? Het zou niet de eerste keer zijn dat ik een boek koop dat ik al had. Even wachten. Thuisgekomen staat dat boek inderdaad te blinken tussen andere wetenschappelijke werken, in een uitgave uit 1984. Maar heb ik dat ooit gelezen? Op bladzijde 39 vind ik een bladwijzer, ben ik daar gestrand? Of heb ik het boek helemaal nog niet open gehad? Want bij nadere beschouwing is de bladwijzer een reclamekaartje van de kunstenaar Ives Ingelaere uit Kuurne, mij volstrekt onbekend. Behoort dit kaartje toe aan de oorspronkelijke eigenaar van het boek, wiens naam met inkt staat genoteerd op de binnenkant van de kaft: Inge Zwaenepoel? Zou ik de beide personen internetgewijs kunnen vinden? Kijk, dit zijn grappige maar onbelangrijke bespiegelingen, van dezelfde orde als die van een kok, die zich afvraagt of hij het zout alvast over de rauwe biefstuk zal uitstrooien of straks, nadat hij is gebakken? Het houdt je even bezig, dat wel.


Waarom ik geneigd ben het boek van Russell alsnog te lezen? Door de chaos van deze dwaze tijd! Zodat je kan zien hoe door de eeuwen heen filosofie werd bedacht om de maatschappij te duiden en er greep op te krijgen, althans in je hoofd. Want Russell presenteert al die filosofen niet in het luchtledige, maar in de context van hun tijd. Net wat het onderwijs in mijn jeugd miste: de geschiedenis, met name van Athene en Rome, werd opgehangen aan veldslagen, maar wat het verband ertussen was en wat de achtergrond, dat kregen we niet te horen. Ik leg het dikke boek alvast in de winkelzak met boeken voor de Portugese winter. Het moet niet allemaal Simenon of Agatha Christie zijn. En het kan daar ook wel eens hardnekkig regenen, zodat je een aangename tijdsbesteding nodig hebt. En dan is een filosoof tussen je boterham best smaakvol! 


Russell stelt in zijn inleiding dat de exacte wetenschap ons leert hoe ver onze kennis reikt. De theologie daarentegen gaat uit van een dogmatisch geloof, dat wij weten, waar we in feite onwetend zijn. Zodoende kweekt zij een soort impertinente onbeschaamdheid jegens het heelal. Wel, deze bal voor open doel trap ik met plezier binnen: de klimaattheologen willen ons dogmatisch doen geloven dat zij weten wat het probleem is, weten hoe het ontstaan is èn weten hoe het is op te lossen. Impertinente onbeschaamdheid! Kijk, dat leren ontrafelen van wat aan opvattingen in de media op je afkomt is het praktische nut van filosofie! Het is een hulpmiddel voor het denken, zeker in deze doldwaze tijd, gekenmerkt door grote onzekerheden als gevolg van algemene chaos. 


Er zijn mensen die liever naar de lokale bibliotheek gaan dan boeken te kopen. Bij ons is het omgekeerd. Bij een bibliotheekboek lang geleden meenden we iets raars te ruiken en al die omgekrulde en bepotelde bladzijden, dat willen we niet. En trouwens: al de nieuwe boeken van vandaag kosten samen zoveel als het etentje! 


We trammen huiswaarts, mèt mondkapje want volgens viroloog Steven Van Gucht nemen de besmettingen opnieuw toe. Ze zien het ook aan het rioolwater, dat nog altijd bemonsterd wordt. We zijn de enige passagiers mèt, we trekken er  ons niets van aan. Plots denk ik: zou een vrouw, ingepakt op zijn Arabisch, zich ook zo anders voelen? De tram stopt, we moeten uitstappen want er is een technisch probleem. Een technicus van De Lijn staat onze tram op te wachten. Waar is het?, vraagt hij aan de chauffeur. Daar, helemaal achteraan, ik heb er zand op gegooid, verklaart deze. Doet ons terugdenken aan Oostende, waar we eens een keer van een brandende tram af moesten en dat ging toen vrij ordelijk. 


Een geslaagde uitstap van slechts enkele uren, want de dreigende wolken maakten dat we verzaakten aan het terras van ‘t Klokske op de Groenplaats. En dan ben je als het ware niet echt in de stad geweest! 


Het plannen van de Portugalreis in het najaar valt niet mee. De route is al lang uitgestippeld, maar hotels met een beveiligde parking zijn dun gezaaid. Zodoende vallen enkele kleine steden af en zelfs een tweetal best interessante hotels vlakbij winkelwandelstraten wegens hetzelfde euvel. In commentaren op Booking lees je vaak dat je makkelijk kan parkeren in de straat, maar die lui snappen dus niet dat de ruit van je auto kan ingeslagen worden, wij nemen dat risico niet. Maar met die eis is een geschikt hotel vinden niet makkelijk en overal zal het inderdaad niet lukken. Iemand zei: schrijf daar op je blog niet over Herman, je brengt inbrekers op een idee! Laat ze maar komen, het huis is technisch beveiligd en blijft bewoond. 


Dat camel jasje was wel erg mooi. Toch maar niet. 


Herman van Schoten, Schoten, België, 02/09/2023.

Alle rechten voorbehouden: vanschotenherman@gmail.com.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten