Translate

357. IEDER ZIJN MEUG!

 

Laatst trof ik een buurman in de inkomhal van het gelijkvloers. Het was een tijdje geleden dat we elkaar troffen en we wisselen altijd vriendelijke en oppervlakkige groeten uit, ook de groeten aan madam! Terug thuis?, vroeg hij belangstellend. Ik bevestigde zijn vaststelling. Alles goed? Goed weer gehad? Waar ging u ook weer naartoe, Spanje was het, is het niet? Het was net geen dolksteek in mijn rug, want de mensen in mijn woonblok moeten onderhand toch wel weten dat het steevast Portugal is en dat ik Spanje maar min vind. Hij dacht er gelukkig niet bij na, zodat ik het hem niet kwalijk kon nemen. En ja, de meerderheid van ons bewonersbestand, althans dat reist, trekt naar Spanje. Als hij het opzettelijk zou gedaan hebben, zou ik lelijk gestoken zijn van verontwaardiging. Wat denkt hij wel, zou ik denken? Aanziet hij me voor een naamloze costa-ligger of wat? Een Tui-vlieger misschien, maar toch zeker geen lawaaimaker, zuipschuit, massatoerist? Hij herpakte zich beleefd: o ja, en met de auto, geloof ik! Drie-vier dagen? Dan moet ik altijd weer geduldig uitleggen dat we er 14 dagen over doen, kwestie van culturele uitstappen onderweg, zelfs in Spanje! Je wordt dan aangekeken als door een koe, die verbaasd vaststelt dat je haar weiland betreedt. Twee weken onderweg, terwijl je in één ruk kan doorrijden, met twee chauffeurs, ‘t zal wel zijn! Nu ging de man toch weer in de fout: ‘s nachts vertrokken zeker, veel minder verkeer! Ik zeg nee, tegen een uur of elf in de voormiddag, om niet te vroeg aan te komen in het hotel van de eerste pleisterplaats, want dat hebben ze niet graag en is de kamer dikwijls nog niet klaar. Genoeg, denk ik en ik neem over. En jullie. Weer naar Oostenrijk? Klopt! Ze kennen ons daar, we voelen ons daar thuis. Mooie natuur en de gezelligheid natuurlijk. Ook ik doe een poging om hem tegemoet te komen: files gehad? Ja, dat was zo, elk jaar tegenwoordig, dat moet je incalculeren, je kan er kwaad om worden, maar dat lost niets op. Maar voor de rest vlot rijden. Nu vind ik het welletjes: nee, niks voor ons, Oostenrijk, maar ja, ieder zijn meug zeker?!  


Ieder zijn meug! Er zijn varianten. In praatprogramma’s op de lulbuis hoor je doorgaans weinig interessants, tenzij de genodigde sprekers toevallig allemaal geletterd zijn en geoefend in debat. Dan kan het gebeuren dat er gediscussieerd wordt. Argumenten gaan over en weer en je voelt stilaan een zekere spanning opkomen. Nu gebeurde het dat een van de sprekers een andere spreker maar star vond en niet open voor een ander gezichtspunt dan het zijne. Hij had er plots genoeg van en sprak deze woorden: u leeft klaarblijkelijk in een ander universum! Kijk, die zat! Het staat ook nog geleerd, want een hoogopgeleide spreker is het aan zijn stand verplicht zijn afkeer op een intellectuele manier te verwoorden. Hij had natuurlijk kunnen zeggen: meneer, u bent een oen, maar dat kon hij natuurlijk niet maken, ofschoon het duidelijker geweest zou zijn. 


Groen-met-uitroepteken co-voorzitter (ook dat nog) Jeremie Vaneeckhout werd in het programma De Afspraak geconfronteerd met de doorgeleerde socioloog Marc Elchardus. Het ging over migratie, waarover Jeremie ideologisch door bleef jeremiëren. Elchardus zette hem klem met onderzoekcijfers, waaruit hij redelijke bevindingen distilleerde en bovendien uiterst rustig, als tegenover een pupil die nog veel moest leren. Toen sprak Jeremie vertwijfeld: u maakt er een karikatuur van! Een uitspraak, waarmee hij zichzelf diskwalificeerde. Ik had een binnenpretje, dat vat u! Over de co-voorzitter van Groen, maar nu met-een-vraagteken. Ieder zijn ideologie! 


Paulien Cornelisse(1) is een Nederlandse theatermaakster. Ze schrijft ook stukjes voor kranten en is dus columniste! Een dubbelgebakken titel, die zelfaanzien geeft, maar nooit zou zijn opgekomen in het nuchtere hoofd van een echte stukjesschrijver als Simon Carmiggelt, stel je voor! Die had geen opgeklopte kwalificatie nodig, zijn stukjes stonden er en hoe! Maar goed, Paulien gaat met haar tijd mee en ze tapt waarlijk grappige stukjes uit haar nuchtere brein. Ze scheidde een boekje af, een bundeling eigenlijk van haar columns. Het gaat allemaal over taalmodes en wat ze daarvan vindt. Ik waag het enkele zinnen te citeren:


Maar de vervelendste mensen om discussies mee te hebben zijn de relativisten. Relativisten zijn mensen die om een of andere new age-reden niet geloven in één waarheid. Dat zeggen ze dan ook te pas en te onpas. “Er is natuurlijk niet maar één waarheid!” Als het je toch lukt om de relativist kwaad te krijgen (hulde!), dan heeft hij nog altijd een laatste geheime tactiek. Hij zegt dan, terwijl hij eigenlijk uitgeluld zou moeten zijn:“dat is dan jouw werkelijkheid!" 


Punt aan de lijn dus, einde discussie. Ze steekt er de draak mee, Paulien, je gniffelt erom en je leest geamuseerd verder, benieuwd naar nog meer van dat. 


Gewone, normale mensen voelen niet de nood aan een geheim wapen en zijn evenmin in het bezit van een geleerde voorraad woorden om de ander af te blokken. Maar ja, gewone, normale mensen? In de politiek heeft elke partij het over de mensen, maar ze leggen nooit uit wie ze bedoelen. Gewone mensen, normale mensen, wie zijn dat, waar zijn ze? In gedachten loop ik de buren van alle appartementen uit mijn woonblok na. En ik denk: ja, normaal, gewoon, inderdaad. En soms: nee, gene gewone, een speciale! Maar dat denken ze ongetwijfeld ook van mij. En die gewone, normale mensen nemen geen blad voor de mond. Glashelder en zonder franje zeggen ze: ieder zijn goesting! 


Kan het duidelijker?! 


Noot:


(1).Cornelisse, P., Taal is zeg maar echt mijn ding. Contact, 2009.


Herman van Schoten, Schoten, België, 19/03/2024.

Alle rechten voorbehouden: vanschotenherman@gmail.com


Geen opmerkingen:

Een reactie posten