Translate

313. IK BEN PRAGMATISCH!

 

Enkele jaren geleden ontmoetten we op vakantie een hoge Vlaams ambtenaar, die in hetzelfde eethuis zijn avondeten kwam nuttigen, vermits er geen andere gelegenheden open waren in dat stille dorp. Na verloop van dagen werd hij een vertrouwde figuur. Vertrouwd van ziens, maar ook enigszins op vertrouwelijke voet, voor zover dat op vakantie mogelijk is. We aten apart, maar al de tweede avond schoof hij na de maaltijd aan voor de koffie en een borrel. En waarover praat je dan, nadat de gebruikelijke kwesties als het weer, de levensduurte, de ouderdom, de moeilijke taal en het zachte gemoed van de gemiddelde Portugees ruimschoots aan bod waren gekomen? Over het werk, eigenlijk ook een te verwachten gespreksonderwerp, zij het na voldoende aftasten van wederzijdse gevoeligheden en ontvankelijkheid. De politiek ook, nadat duidelijk was geworden dat zich geen gevoelige tenen onder de tafel ophielden. 


En zo gebeurde het dat de ambtenaar op een avond plots deze gedenkwaardige woorden tot ons richtte: in mijn functie ben ik pragmatisch! Ik knipperde met de ogen, hij zag het en verstrekte de toelichting, waarvan hij dacht dat ik er recht op had. Immers, wie zich beginselvast opstelt, krijgt moeilijkheden en haalt bakzeil. Het beste zie je dat in verkiezingstijd, waarin politici elkaar met principes en inconsequenties om de oren slaan en zelfs elkaar voor rotte vis uitmaken, ofschoon ze gedoemd zijn na de verkiezingen deze rotte vis toch weer onder de ogen te komen. Daarom kost dat zoveel tijd en moet men niet zelden meer water bij de wijn doen dan strikt nodig, terwijl er altijd wel iets van blijft hangen. Neem nu Bart De Wever en Alexander De Croo, dat komt niet meer goed. En als ambtenaar moet je met alle winden mee zeilen, zelfs de koning ontsnapt er niet aan. Je hebt geen andere keuze. Dat ondervinden zelfs de Groenen, die nog het langst vasthouden aan hun principiële stellingen, tot ze door de realiteit worden ingehaald. 


Enigszins beneveld door de voortreffelijke aguardente velha - ze hadden hier warempel de beste, Adega Velha - , stond ik paf van dit intellectuele kanonschot. Ik bevond het een grote waarheid. Dom is wie storm loopt als Don Quichot, met wie overigens door auteur Cervantes flink de draak werd gestoken. Beginselvastheid leidt tot scherpslijperij en bij sommigen tot ideologisch gedram.  


De volgende dagen ontweek ik onze nieuwe vriend en gingen we uit eten in een naburig dorp. Want het daagde me dat er iets niet klopte in zijn verhaal. Wist ik maar wat! Dat we een aantal dagen niet opdaagden was makkelijk genoeg te verklaren door een plotse ongesteldheid of door zorgen in het thuisland. 


Ik dacht na. Waar kneep het schoentje? Want iets was er niet pluis. Het klonk nochtans goed en overtuigend, te goed eigenlijk. Het was een boodschap die over me heen was komen waaien als een frisse wind aan een te warm strand en daar zeg je geen nee op. De twijfel was miniem maar groeide aan. De twijfel groeide tot vragen en de vragen tot tegenargumenten en de argumenten tot een mening en de mening tot een standpunt. Ik was klaar voor de confrontatie! 


We gingen op restaurant! Mijn echtgenote maande me tot voorzichtigheid want wat konden we ermee winnen? In het thuisland immers hadden we met die man niets te maken, besloot zij, want zij wilde vermijden dat ik kwestie zou maken. Haar argument was recht in mijn straatje. Als hij ons toch niet kon raken, waarom dan niet de confrontatie aangaan? Een spannende avond in het verschiet! Niet doldriest erin vliegen natuurlijk, maar vragenderwijs en stelselmatig opbouwend, waardoor je stilaan aan het knagen ging aan de poten van zijn stoel, toch al niet te stevig in deze gammele tent. 


Ik opende door te stellen by the way nog eens te willen terugkomen op dat pragmatische. Want mijn ziekte had me in de gelegenheid gesteld erover na te denken en ik had vastgesteld dat het grote indruk op me had gemaakt. Maar als intellectueel was ik gewend vraagtekens te plaatsen en dat had ik ook nu gedaan. Was hij geïnteresseerd? Lachend en met gespreide armen verkondigde hij: laat maar komen! Ik heb u tot nadenken kunnen stemmen! Het is al 1-0 voor mij! Dat gaf ik grif toe, je ontmoet niet alle dagen disgenoten die erin slagen een snaar bij je te raken, dat doelpunt was dus ruimschoots verdiend! 


Wat zijn de voordelen en de nadelen van pragmatisch handelen? Eerst de voordelen. Het is een manier om een verschil van inzicht te overbruggen. Stel, de ene partner wil vakantie aan zee en de ander wil naar de Ardennen. Dan erken je de gevoeligheden van beiden en je doktert samen een oplossing uit, bijvoorbeeld het ene jaar de zee en het andere jaar de bergen. Of je helt over naar de Belgische voorkeur: twee weken aan zee èn twee weken in de bergen. Dat heet in België een compromis, waarbij iedereen wint! Bekende voorbeelden zijn het hellend vlak van Ronquières en de scheepslift van Strépy-Thieu, twijfelachtige Waalse investeringen als tegenhanger voor Vlaamse investeringen in de havens. Berucht is ook de aftakking van de de hogesnelheidstrein naar Luik, een verkwisting van gemeenschapsgeld volgens de toenmalige burgemeester van Leuven Tobback. Hij verklaarde plechtig persoonlijk op de sporen te gaan liggen om die trein tegen te houden. Hij hield zich niet aan zijn belofte, helaas. Tot overmaat van grootheidswaanzin bouwde Luik ook nog een futuristisch station, ontworpen door niemand minder dan de befaamde Spanjaard Calatrava. Iedereen zijn zin geven was de sleutel voor rust en continuïteit. Het werd ook wel schamper wafelijzerpolitiek genoemd. Voor Nederlanders volstrekt onbegrijpelijk, zij snappen niet dat je de factuur gewoon doorschuift naar de volgende generatie (!). 


Ik deed er nog een schep bovenop. In de politiek is het meningsverschil de kern van de politieke organisatie in partijen! Ze moeten wel een compromis vinden, hoe gaan ze anders besturen?! Dat geldt a fortiori in het ingewikkelde politieke kluwen, dat België is. Officieel België gaat dan ook in het buitenland prat op haar compromiscultuur! In Europa zien ze dat en ze willen niet liever dan Belgische functionarissen, zowel in Europese instellingen als op politieke posten. Een Fransman of een Duitser kan dat niet, zij zijn gewend om vanuit hun eigen gelijk te denken. Ook Nederlanders redeneren vanuit hun gelijk. Maar de Belg komt uit een klein land en draagt een klein politiek postuur met zich mee, waardoor in Frankrijk lange tijd op hem werd neergekeken: petits belges. Deze kleine man kent zijn plaats en maakt van zijn zwakte zijn sterkte: het gemeenschappelijk gelijk, het Belgische compromis! Kijk, dat is nu eens een Belgisch product, waarbij zelfs onze chocolade het nakijken heeft! Mijn  gesprekspartner werd enigszins ongeduldig, ik praatte te veel in zijn straatje. Dan nu de nadelen, commandeerde hij. Nu stond ik voor de vuurproef. 


Een compromis is per definitie een gelegenheidsoplossing, om een impasse te vermijden. In technische aangelegenheden, met name in de bouw, bots je vaak op onverwachte hindernissen en moet je wel een compromis zoeken, het terrein plooit niet voor de uitgetekende plannen. Maar in politieke en beleidsaangelegenheden is het eerder een oplossing om elkaar te ontzien, om samen verder te kunnen. De kunst is dan iedereen een beetje van het zijne te geven. Tot een cocktail ontstaat, waarin iedereen zich kan vinden. De grond van de zaak, een oplossing voor het probleem, verdwijnt naar de achtergrond. We zijn er toch maar uitgeraakt en het is ook maar één stap, er kunnen later nog stappen volgen! Daarmee sukkelen we echter van het ene compromis in het andere, zoals bijvoorbeeld bij de pensioenhervorming, waar niemand tevreden over is. Absoluut hoogtepunt van de compromiscultuur is de Belgische processie naar een staatshervorming voor deze eeuw, die is uitgemond in een draak van een grondwet, die niet werkt en waarin alles bovendien is vast gebetonneerd in halve oplossingen, uitzonderingen en grendels. De cocktail is niet meer drinkbaar. Het schip raakt stuurloos. Compromiscultuur! 


De man keek geboeid toe, benieuwd hoe het zou aflopen. Ik was gelanceerd en betrapte me erop dat ik begon te doceren. Is er een diepere grond waarom mensen van min of meer gelijk intellectueel postuur zo lijnrecht tegenover elkaar kunnen staan, de enen als principieel en de anderen als pragmatisch? 


Een recent voorbeeld is de wet Major. Deze wet, die de havenarbeid regelt, is door de Raad van State strijdig bevonden met het Europese recht. Fernand Huts, de baas van Katoen Natie en bedenker van de plannen van die bombastische hertekening van de Antwerpse Boerentoren, krijgt gelijk. Hij klaagde destijds dat hij toch geen dokwerkers kon aanwerven voor het inpakken van soutiens en slipjes?! De wet werd aangevochten en door voormalig minister Peeters herzien, maar het werd meer van hetzelfde. Peeters zocht en vond een nieuw compromis tussen werkgevers en vakbonden, die de haven strikt wilden voorbehouden voor erkende havenarbeiders. Peeters verklaarde ooit: wie denkt België te kunnen veranderen, heeft geen benul van hoe politiek werkt. En nu zit meneer Peeters hoog en droog in het Europees parlement, hij houdt zich koest en strijkt zijn geld op. Hij had er zich aardig uit gemanoeuvreerd, die Peeters, maar ja, de Raad van State?! Weet je wat, als we eens zouden sleutelen aan een nieuw compromis?! 


Antwerpen is in de ban van schietpartijen binnen de drugsmaffia. In het licht van waar is wat werkt zouden we best die hele handel maar legaliseren, waar trouwens Tom Decorte, Gents criminoloog, voor pleit. Illegaliteit creëert grootste verdienmodel, stelt hij. Het is inderdaad een aardige economische sector geworden. Antwerps burgemeester Bart De Wever wil de schadelijke aspecten indijken, oplossen kan hij het niet. Hij moet de boel in zijn stad zien draaiende te houden en met principiële standpunten lok je verdeeldheid uit, dat is zijn drijfveer, daarom schippert hij. Nu echter een kind in Merksem het slachtoffer werd van een schietpartij binnen de drugsmaffia schakelt hij een versnelling hoger: het leger inzetten om de toegangswegen tot de haven af te sluiten. Principiële tegenstanders pleitten daar al langer voor, zij het met een principieel doel: die maffia uitroeien. 


Andere sprekende voorbeelden van pragmatisch tegenover principieel zijn het homohuwelijk en euthanasie. Filosofisch staan hier doelethiek en plichtethiek tegenover elkaar. Een klassieke botsing van inspiraties. 


Onze ambtenaar had geconcentreerd geluisterd en reikte me de hand: volledig akkoord! Maar het tegendoelpunt was nog niet gescoord. Hij gaf tegengas. Die aanslepende staatshervormingen zijn helemaal uit de hand gelopen, gaf hij toe. Maar wat is het alternatief?! Beginselvastheid leidt per definitie naar een impasse, die wel moet uitdraaien op een crisis of zelfs oorlog, dat zie je rondom ons. Dat moet je toch toegeven! 

 

Toen haalde ik mijn zwaarste geschut boven. Zou het ook niet een kwestie zijn van karakter? Je hebt mensen die door dik en dun voor hun mening uitkomen en anderen, die dat niet durven en per definitie uit zijn op oplossingen, waarin ze geen kleur moeten bekennen? Karaktersterkte dus en karakterzwakte, gecamoufleerd door dat fraaie eufemisme ik ben pragmatisch?! Men verzint er woorden voor als haalbaarheid en draagvlak. Maar op de duur ben je nog slechts bezig met haalbaarheid en draagvlak, je kan het zelfs zien op de gelaatstrekken van die immer wikkende en wegende politici! Zo verzand je in de patstelling van de Belgische staatshervorming, waarbij niet de rechtsregels gelden, noch het landsbelang, maar de politieke haalbaarheid van het moment. Wie niet akkoord is moet maar naar de rechtbank stappen, wat ook geregeld gebeurt. 


De man keek me langdurig aan, deed zijn borrel ronddraaien in het glas, waarbij het vocht langzaam tegen de zijkant terug omlaag zakte, een teken van kwaliteit. Hij nam een teugje, zette het glas neer en sprak met stille stem: u heeft gelijk. Ze kennen niets anders dan het compromis. Nederlanders hakken knopen door, wij kunnen dat niet. De Vlamingen laten zich door de Franstaligen altijd weer inpakken. Vadertje Eyskens zei het reeds: Vlamingen zijn sullen, ze laten met zich sollen. Hij zweeg  en dacht na. En dan, met opgestoken vinger: wij zijn eeuwenlang bezet geweest, dat zit de Vlaming in de genen…


Ik rondde af in een besluit. Je moet consequent handelen en pas in laatste instantie pragmatisch toegroeien naar een compromis, maar niet als grondhouding want dan geef je te veel gratis weg. En dat compromis moet wel passen binnen de heersende spelregels, anders raak je op drift. Nu hebben pragmatici de neiging de spelregels ondergeschikt te maken aan het compromis. Zoals in België talloze keren is gebeurd met besluiten tegen de grondwet in, overvloedig gedocumenteerd door Vuye en Wouters (1). Tenzij natuurlijk een compromis niet meer mogelijk is, zoals in de Belgische staatsstructuur, omdat die volledig is vastgelopen. Nog een compromis bovenop de berg bestaande compromissen leidt alleen maar tot nog meer onwerkbaarheid. Dan is een nieuwe grondwet nodig, die maar kan worden afgedwongen door tegenmacht. De vorming van een nieuwe federale regering blokkeren dus om de zaak te forceren. Diezelfde De Wever echter is erop uit een groot Belgisch compromis te sluiten binnen de bestaande onwerkbare grondwet, waarbij Brussel, Wallonië, de Duitstalige kantons en Vlaanderen evenveel min of meer gelijkwaardige gewesten worden, waardoor Vlaanderen in het Belgische en buitenlandse federale overleg voor de eeuwigheid geminoriseerd wordt en mag betalen. Pragmatisme is geregeld noodzaak om uit een impasse te komen of uit een onvoorziene moeilijkheid op het terrein. Maar als je pragmatici vrij spel geeft, spelen zij het land de verdoemenis in. Waarvan acte. 


We waren helemaal akkoord, zelfs met het laatste, al twijfelde ik of het geen pose was. Toch was er iets veranderd. De man vermeed nog dergelijke uitspraken te doen, de gesprekken beperkten zich weer tot de alledaagse, onschuldige en rituele thema’s. Na een paar dagen vertrok hij naar zijn land. Hij nam nog enthousiast afscheid met een laatste borrel. Het  was gelijkspel, maar in zijn ogen was het wellicht 1-2 voor mij. 


Ik wentelde mij vergenoegd in een uitspraak van de Perzische wijsgeer Saadi (2): Grote plooibaarheid is een deugd voor hovelingen, maar een slechte eigenschap voor de wijzen.


Maar daar zat ik nu met mijn groot gelijk. Ik spiedde de eetzaal af. Aan wie zou ik nu mijn wijsheden verkopen? 


Noot:


(1): Vuye, H. en Wouters, V., Sleutels tot ontgrendeling, Doorbraak, 2017.

(2): Saadi, De Rozentuin, Bulaaq, 1997. 


Herman van Schoten, Schoten, België, 06/09/2021, herwerkt Armação de Pêra, Portugal, 12/01/2023.

Alle rechten voorbehouden: vanschotenherman@gmail.com.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten