Muziek verzacht de zeden ! Het is
een van de zovele gezegden uit onze rijke taal, zoals alle wegen leiden naar Rome, de appel valt niet ver van de boom, na
regen komt zonneschijn of het is niet
al goud wat blinkt. Nederlands is een rijke taal en heeft bovendien voor
elk wat wils in petto. Zo zullen onze muzelmaanse medeburgers zich herkennen in
als de berg niet naar Mohammed komt, dan
moet Mohammed naar de berg komen. Het is volkswijsheid en het komt handig
van pas als je iets wil zeggen zonder veel te moeten zeggen.
Of het ook waar is ? Maakt muziek
betere mensen van ons ? Of, wat pompeus verwoord, kan muziek de wereld redden ?
Onder meer hierover brak zich Alicja Gescinska het hoofd. Deze Pools-Vlaamse
filosofe schreef er een boek(je) over (1). Ze filosofeert over de relatie
tussen muziek en moraal en gunt ons een inkijk in haar persoonlijke ervaringen,
inbegrepen wat Chopin voor haar als Poolse betekent. Dat wilde ik ook wel weten
en ik onderbrak de lectuur van haar hartverwarmend boekje om te luisteren naar
zijn muziek. De Nocturne is balsem
voor de ziel. Als dat de Poolse ziel uitdrukt, dan heb ik mij op Polen
verkeken. Het is ingehouden melancholie en prille fierheid, als een
bloemstengel die het kopje nieuwsgierig boven het maaiveld uitsteekt. Je
associeert het niet met Lech Walęsa, Poolse gastarbeiders of katholieke
ijzervreters. Het beeld dat je van een land en een bevolking hebt kan wreed
vervormd zijn door oppervlakkige waarnemingen in de media. Je zou nadere
toetsing wensen : reisje Polen ?! Gescinska is van mening dat muziek essentieel
menselijk is, dat het eerder een fundament dan een ornament van ons bestaan is.
Met Chopin nog in de oren neig je ertoe haar te volgen.
Bevooroordeeld is ze niet, onze
praktijkfilosofe, vermits ze de lezer meeneemt doorheen een korte verkenning
van de opvattingen over het thema door de eeuwen heen. De filosoof Kant had
geen hoge pet op van muziek, vermits genot volgens hem niet is waar het leven
om draait, maar wel plicht en verheffing. De Poolse componist Penderecki is van
zijn muzikaal geloof afgevallen, muziek verzacht de zeden niet. De
Frans-Amerikaanse cultuurfilosoof George Steiner is dezelfde mening toegedaan :
hoe konden de nazi’s overdag mensen uitroeien en ’s avonds naar het theater of
de opera gaan ? Plato was van mening dat muziek zowel verheffend als
verderfelijk kan zijn. Het is aan de Staat erop toe te zien welke muziek
geoorloofd en welke verboden moet worden.
Wel wel, dan zal onze vriend Vladimir
Poetin welzeker Plato gelezen hebben ! Zijn muziekcensuur treft het populaire
genre rap, dat volgens de eveneens
populaire president gebaseerd is op drie pijlers : seks, drugs en protest. Het
vormt de weg naar de ontaarding van de natie, waarschuwt hij zijn volk. Nu was Entartete kunst in de geschiedenis wel
meer voorwerp van censuur door machthebbers, al kan je, naar mijn bescheiden
mening, rap niet direct onder kunst
rangschikken. Dat zou eerder van dezelfde verdwazing zijn als graffiti-spuiters
verheffen tot graffitikunstenaars. Kunst blijft toch iets van het hogere in de
mens, niet van het lagere. Democratie is goed in de politiek, maar niet in de
kunst, Herman heeft gesproken ! En dan nu de test : zijn wave, gothic, new age
muziek ? Aan u het antwoord !
Gescinska verwoordt hoe muziek ons
concentratievermogen en geheugen uitdaagt, net zoals parate kennis dat ook
doet. Door ze te oefenen vorm je jezelf, leer je jezelf kennen, leer je niet
alleen je te ontplooien – het psychologisch concept – maar veel meer nog, je ook
nog te bepalen : wie ben ik en wie wil ik zijn. Ken uzelf ! Dat klinkt mij als
muziek in de oren !
De valstrik van de muziek is haar
commerciële aanwending. Net zoals informatietechnologie ons lui maakt en ons
onkritisch alle info doet slikken, soest de muziekindustrie ons in slaap door
onze concentratie niet op de proef te stellen en ons gemakkelijk verteerbaar
voer voor te schotelen. Muziek wordt, net als beeldende kunst, misbruikt voor
commerciële doeleinden. Hedendaagse schilderkunst bijvoorbeeld is overwegend
puur commercieel en houdt dan ook op kunst te zijn. Met muziek is iets
gelijkaardigs gaande. Lounge met name
is het auditief equivalent van een verdovend spuitje voor de operatie. Je raakt
erdoor van de wijs, zodat je de winkelkar in de supermarkt vol tast zonder te
beseffen waarmee je bezig bent, dat is althans de bedoeling. Het zijn klanken,
maar geen muziek, mechanisch gezoem zonder verheffing of vertroosting. Alomtegenwoordige
achtergrondmuziek conditioneert tot een leven van divertissement. De auteur
haalt er nogmaals George Steiner bij met zijn kritiek op de tirannie van de
alomtegenwoordige achtergrondmuziek. Schreef ik daarover al niet eens ? Even
kijken, artikel 55.
Nu kan tegen deze opvatting wel iets
worden ingebracht. Nieuwe muziekgenres worden in de beginfase meestal
afgekraakt door de deftige goegemeente. De beginnende Mozart werd in het Wenen
van toen afgewezen als een baldadig jong. Jazz werd gedurende een zekere tijd
afgeschilderd als muziek van de duivel, misschien gewoon omdat het van zwarten
kwam. De Beatles en de Stones werden nog in mijn tijd afgeschilderd als verderf
voor de jeugd. Opvattingen evolueren, zodoende. Toch volhard ik in mijn
afwijzing van lounge. De Stones
bijvoorbeeld vertolkten jeugdig gevoel : I
can’t get no satisfaction ! En
protestsongs zijn van alle tijden en gelukkig maar. Maar lounge zijn dode klanken, geprogrammeerd door een computer, zonder
betekenis noch gevoel, kortom, zielloos gezoem.
Verheffing en vertroosting, dat is
de belangrijkste functie van muziek. Maar op tijd en stond mag het uiteraard ook
ontspanning zijn, entertainment, uitlaatklep,
achtergrond bij studie of afwas, verbinding van een generatie op de wei van
Werchter, noem maar op. Muziek mag divertissement zijn, maar het leven is meer
dan verstrooiing.
Wat ik evenmin begrijp is joggen op
muziek. Ik loop graag het bos in, een uur lang, en maar lopen en ondertussen
luisterend naar je hartritme, je voetstappen, de krakende takken, de wind, de
vogels, het kabbelende water. Joggers tegenwoordig sluiten zich van de natuur
af met zo’n hermetisch ding op de oren. Ja, dan kan je toch net zo goed op een
loopband je kilometers afmalen, toch !
Het is bovendien vervelend in de
openbare ruimte. Ik wil nog wel eens graag een gesprekje aanknopen op de tram
of aan iemand de weg vragen, maar zo’n orenafsluiter onderbreek je maar niet,
wie weet met welke hoge dingen hij of zij bezig is. Toch verman ik mij de
laatste tijd en spreek zo’n jongmens soms opzettelijk aan. Die zet dan zijn
hoofdtelefoon af en schenkt je zijn of haar aandacht. Deze gunst wordt mij
statistisch meer gegund door jonge dames dan door jonge heren. Toch stoot dat
afsluiten me tegen de borst, al is de drager nog zo mooi. Een vaststelling :
veel mensen kunnen niet zonder achtergrondgezoem. Bij het opstaan moet de
muziek aan en ze gaat pas uit bij het slapengaan. Ze verdoven zichzelf omdat ze
geen stilte verdragen. Stilte confronteert je met jezelf, is daarom veeleisend,
maar geeft ook een diep besef van jij en je omgeving. In de auto bijvoorbeeld,
op reis, kunnen wij duizenden kilometers rijden zonder dat de klankkast
opengaat, het komt niet eens bij ons op. Klanken zouden de intimiteit maar
verstoren van samen doorheen ongewone landschappen en langs ongebruikelijke
plaatsnamen en wegwijzers, heerlijk. Sommige mensen begrijpen dat niet, ze
kunnen niet zonder. Zouden ze ook vrijen op lounge
?
Wat ons betreft, wij zijn muzikaal gevoelig en laten ons geregeld muzikaal
verwennen. Maar dan is het weer tijd voor stilte. Of voor Alicja Gescinska. Ze
zegt :
De encyclopedie levert kennis, kunst levert
begrip. In de muziek krijgt de ander een gelaat.
Ja, ze is filosofe !
Noot :
(1).Gescinska, A., Thuis in muziek, De Bezige Bij, 2018.
Herman van Schoten, Lagos, Portugal, 26/12/2018.
Alle rechten
voorbehouden : vanschotenherman@gmail.com.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten