Translate

305. DON QUICHOT.

 

Er waren eens een man en een vrouw, die zich tot elkaar bekend hadden en oprecht geloofden in een goed huwelijk, daar zij van dezelfde stand waren en een even groot fortuin meebrachten. Zij besloten, nu zich nog geen kroost gevormd had, samen avonturen te beleven. Ze wilden een nooit geziene reis ondernemen en een vermaard ridder opzoeken, die voor hen niet slechts een held was maar tevens de belichaming van een na te streven ideaal en een richtsnoer voor allen. 


Zij kenden professor Barabas van horen zeggen en verzochten hem de mogelijkheid te onderzoeken een reis naar het verleden te organiseren. Deze vermaarde geleerde, bekend aan de volgers van Suske en Wiske, had net zijn tijdcapsule ontwikkeld. Hij verzekerde hen dat het kon lukken, mits zij akkoord konden gaan met een maximale afwijking van 5 % in tijd en locatie. Na betaling van een zekere som ter bestrijding van de kosten van voortbeweging en na het inslaan van het nodige proviand stegen ze in de wonderlijke machine en floep!, ze bevonden zich enkele seconden later in een andere tijd, op een kale vlakte, gezeten aan de voet van een olijfboom en staarden in een verre mist, die haar sluier over de wereld legde en de waarneming sterk bemoeilijkte. Ze knipperden met de ogen en waren een wijle versuft. Was dit de Mancha en het gezegende jaar Gods 1605 ? 


Tegen de ochtendnevel in meenden zij in de verte twee silhouetten te ontwaren en naarmate de afstand verkleinde en de zonnestralen de nevelen der tijd oplosten tekenden zich de contouren af van wat een hoofdman te paard leek te zijn, de lans rechtop, en achter hem een boertige figuur op een ezel. Ze waren het! Ze kwamen naderbij en hielden halt. Onze reizigers begonnen met de plichtplegingen, die bij een dergelijke ontmoeting passen tussen beschaafde lieden. Ze begroetten hen in het Castiliaans want Aragonees zou misschien als een belediging kunnen worden opgevat. 


UEdele Don Quichot, onverzettelijk ridder te paard, dolend ridder van de broederschap uwer gilde, uw faam heeft in een onstuitbare vloed ons verre land bereikt en daarom zijn wij met bekwame spoed en met een wonderlijk en gemotoriseerd tuig tot hier gekomen en we hebben een afstand afgelegd van wel 100 maal die van Consuegra tot Barcelona, ten einde de eer te hebben UEdele te mogen begroeten en ons eindeloos respect te betuigen voor de hoge roeping waaraan UEdele trouw gezworen heeft bij gelegenheid van uw kroning tot ridder in het kasteel van Puerto Lápice, in de aanwezigheid van twee getuigen. 


De dolende ridder steeg langzaam en zwijgend af terwijl de ezelberijder toekeek en afwachtte. De spanning steeg want hoe zou de onversaagde en geduchte ridder reageren op twee vreemdelingen, die daar niets te zoeken hadden? De ridder legde zijn schild en lans af, knielde traag en plechtig voor de dame en kuste haar de hand, vooraleer hij sprak. 


Edele Vrouwe, gij zijt tot hier gekomen in een vreemd tuig en hebt vele beproevingen doorstaan. Gij spreekt vreemde talen en gij eet vreemde gewassen en vruchten. Maar de nobele ziel is van alle tijden en herkent men van ver. Wijst mij uw vijanden, die u belagen, en ik zal ze tegemoet treden en hen op mijn sterke arm trakteren en tuchtigen, zodat gij uw tocht met een gerust gemoed kunt verder zetten, tot aan het grote water dat men oceaan noemt, en onder de bescherming van uw edele secondant en ridder, hier present en aanwezig. 


Na het uitwisselen van deze en dergelijke beleefdheden nodigde hij hen uit in de herberg La Vida de Antes, alwaar zij samen het noenmaal nuttigden, waarbij zijn schildknaap Sancho Panza zich niet onbetuigd liet en acht kapoenen naar binnen werkte. Voldaan en de vette mond afvegend liet hij een boer en sprak: 


niets is beter dan eten want dat houdt de boer recht, dat is zo zeker als dat St. Pieter in Rome woont. Maar men moet een volle beurs hebben of op de poef leven want forellen vangt men niet met een droge broek. De Fortuin is een nukkige slet en blind bovendien, zodat zij niet ziet wat ze doet en niet weet wie zij ten val brengt of verheft. Waar gehakt wordt vallen spaanders en een kind kan de was doen. 


Nu verontschuldigde Don Quichot zijn schildknaap: let niet op hem, want hij spreekt voortdurend in spreuken en raadsels, te pas en vooral te onpas en zo meent hij zijn boers verstand een schijn van voornaamheid te geven. Sancho Panza beaamde. Het is zoals mijn wijze meester zegt, die een groot verstand heeft en alles weet. Ik ben maar een boer en ik ken één boerin, zij is mijn echtgenote en ik denk de hele tijd aan haar als ik niets anders te doen heb. Want ledigheid is het oorkussen des duivels en de mens wikt maar God beschikt. 


Zou de bezoekende ridder zijn delicate vraag durven voorleggen? Hij wikte en woog, zijn lippen tuitten en gingen uit twijfel op en neer tot een bemoedigende knik van zijn eega de doorslag gaf. 


Heeft UEdele nog berichten ontvangen uit El Toboso? 


Er verscheen een droeve trek om de mond van de gastheer: ik had mijn schildknaap voorop gestuurd om mijn komst te melden, zodat mijn geliefde Dulcinea zich kon klaarmaken en voorbereiden zoals het een edele dame van hoge komaf, zuivere inborst en goede zeden past, maar Sancho trof haar aan in de gedaante van een boerse deerne die stinkt naar knoflook, zo hadden de Boze Geesten haar betoverd. 


Hij zweeg een ogenblik als om zich te vermannen, zijn ogen schoten vuur, zijn gemoed schoot vol en het moest naar buiten: spoedig breekt de dag aan waarop ik de Boze Geesten zal verslaan en overwinnen en mijn geliefde, onovertroffen, mooiste en edelste vrouw ter wereld zal kunnen aanschouwen in haar volle glorie, waarna ik mij aan haar voeten zal werpen om haar eeuwig trouw te zweren als haar slaaf en vazal. 


Waarop Sancho Panza meende het orgelpunt te moeten plaatsen: allemaal goed en wel, want raad van een vrouw is niet veel waard, maar gek is wie hem niet aanvaardt en een mens marcheert op zijn maag maar niet op zijn geweten en de goede betaler heeft geen last van borgen. 


Zo tikte de klok nog menig onderhoudend en beschaafd uur weg, gekruid met wijsheden van Don Quichot, die ze uitdeelde als waren het warme broodjes en vermakelijke en niet ter zake doende leutigheden van Sancho Panza, voor ze met veel plichtplegingen hoofs afscheid namen en zich terugtrokken in hun onverwarmde vertrekken. 


Terwijl zijn eega sliep hield de vreemde bezoeker de wacht en bereidde het woordenduel met Sancho Panza voor, want het verbale onderspit delven tegen een boer te ezel ging hem te ver. Des morgens, na het ontbijt van pap en brood met spek en bonen, brak de tijd aan voor de rituelen van het afscheid. 


Don Quichot sprak als eerste een afscheidsgroet: voorwaar, moge deze dag vrij zijn van gevaren en vol van zonneschijn en waterrijk gebied, zodat UEdelen het goed vergaat op uw weg naar het zuiden, naar het noorden, het oosten of het westen, naargelang uw lotsbestemming u voert. Nu slaan wij het pad onzer bestemming in want vermakelijkheden moeten niet te lang duren en de plicht roept. Wij bestrijden de dronkenschap der zinnen, de roes der ijdelheid en de hardvochtigheid jegens de minderen en zwakken. Wij hopen u weer te zien bij de oogst van saffraan, die onze velden dieprood kleurt en een geur verspreidt, bedwelmend voor vreemde neuzen. Waarop Sancho Panza aanvulde: als goed wordt gedaan aan de slechten moeten de goeden lijden onder het kwaad. Wie klein en slim is is meer waard dan wie groot en dom is en een kat in het nauw vliegt een grote hond aan. 


De bezoekende gast was onder de indruk en sprak hen op zijn beurt, met trillende stem, toe: wij danken UEdelen voor de galante woorden, waaruit hoge adel spreekt, voor de gastvrije ontvangst, eigen aan de notabelen en het volk van de Mancha en voor de versterkende maaltijd. Men serveert hier voorwaar geen plofkip noch groenten uit blik. Thans scheiden zich onze wegen. UEdelen gaat voort op uw edel pad ter bestrijding van het kwaad en van het valse, voor de overwinning van het goede, de kastijding van de verwatenen, de bescherming van de zwakken en de maagden en de dood voor hen die het zegel breken. UEdelen brengen heil en recht van Zaragoza in het noorden tot den Alacant in het zuiden en zelfs nog verder. Laten we bedenken dat elk kind wordt geboren in het ware geloof. Het zijn de ouders die het tot een jood, een christen of een vuuraanbidder maken. Beschouwt niet als vijand wie anders is. De slechte herkent men aan de praatjes, veel geblaat en weinig wol. Na regen komt zonneschijn en tegenslag is ook slag. Wij buigen het hoofd en danken u. 


Met deze diepzinnige gedachten groetten ze elkaar een laatste maal. De vreemdelingen wensten hen goede avonturen toe en pleisterplaatsen met goed eten en drinken tot heil van lichaam en geest en voldoende laadpalen ter verzadiging der lastdieren. Don Quichot gaf zijn ros de sporen en de tuigreizigers bleven achter, wachtend op instructies over de radio. Er wachtte Don Quichot en Sancho Panza een nieuw avontuur en hen ook. 


Don Quichot is de held uit het boek El ingenioso hidalgo don Quixote de la Mancha van Miguel de Cervantes Saavedra. Er wordt aangenomen dat het de eerste roman ter wereld is, want sagen en legenden, heilige boeken en verslagen van legeraanvoerders zoals Caesar zijn geen romans, dat is althans de communis opinio. Ondergetekende bezit de door Gustave Doré verluchte uitgave, ouderwets in het Nederlands vertaald door Werumeus Buning. Recent is er een nieuwe vertaling van Barber van de Pol, in hedendaags Nederlands. Het is echter geen aanwinst. De vertaling van Werumeus Buning blijft overeind wegens zeer te rijmen met de geest van de ridderlijke opdracht, waarbij heldendaden in oubollige bewoordingen worden beschreven, het doet middeleeuws aan en dat is de roman ook! Bovendien zijn de treffende pentekeningen van Gustave Doré kleine juweeltjes en ze illustreren elk hoofdstuk. Van de Pol heeft Don Quichot afgestoft, zeker, maar past Hollandse nuchterheid in een middeleeuws verhaal? Men moet een antiek meubel niet afschuren tot een moderne ladekast. Weshalve ernaar gestreefd is de tekst van dit artikel enigszins te componeren naar de fantasie en de sfeer van die tijd. 


Don Quichot is een tragische, dolende ridder, die zijn verstand verloor door dagen- en nachtenlang ridderromans te lezen. Lezen kan tot waanzin leiden, een waarschuwing die in grote letters boven de balie van de betere boekhandel zou mogen hangen! Don Quichot aanzag een molen als een te bestrijden vijand, maar kreeg een klap van de wieken, waardoor zijn krank hoofd nog meer van slag raakte. De ridder verzinnebeeldt nochtans een ideaal, dat deze tijd goed zou kunnen gebruiken. Hij staat voor eer, verantwoordelijkheid, roeping, ideaal, onthechting, voluntarisme, begrippen die zijn weggevaagd door het egocentrisme van deze hardvochtige tijd, die gewin en zelfingenomenheid als ideaal ziet. Hij trad daarbij onversaagd in het strijdperk, zonder inschatting van verhoudingen en kansen, zodat hij voortdurend het hoofd stoot en de ledematen op zware proef stelt. De schrijver roept hem geregeld tot de orde met vermaningen als: dapperheid huist in het midden van lafheid en roekeloosheid; zich terugtrekken uit een ongelijke strijd om zijn manschappen te sparen getuigt niet van lafheid maar van wijsheid. Maar een inwendige motor stuwde onze ridder voort. Vooruit vooruit vooruit, verder verder verder, vechten vechten vechten, windmolens windmolens wind…


Die zijn er hier overal in de dorpen van Don Quichot: Calzada de Calatrava (geboorteplaats van Pedro Almodóvar), Campo de Criptana, El Toboso, Consuegra, Madridejos, Orgaz, Tembleque. Er gaat van deze dorre en eenzame streek een zekere fascinatie uit, die licht in het hoofd zou kunnen slaan en de windmolens herinneren je er dagelijks aan. Zot van eenzaamheid, dat gevaar herken je hier wel. 


Dit gevaar is van alle tijden, vandaag de dag worden de geesten bestookt met doordrammende ideologieën van Links en van Rechts, zonder nuance, zonder recht op een andere mening, met uitsluiting als een middeleeuws doodvonnis. Ze hebben een fameuze klap van de ideologische molen, al deze beterweters en profane predikers. 


Don Quichot is een held en aan helden is altijd behoefte. Het is dan ook een stichtelijk boek, maar lectuur echter vereist dat men bereid is zich in te leven en de tijd te nemen want het gaat over niet minder dan een kleine 800 bladzijden en nogal langdradig want men had de tijd. Men moet er rust voor hebben en een zekere onthechting. Aanbevolen dus voor grijze kopjes, die zich anders toch maar vervelen of met de fiets het leven van voetgangers verzuren. 


Don Quichot is er voor eeuwen en de auteur wist het! Hij schrijft:

O, gelukzalige Don Quichot! O, roemruchte Dulcinea! O, vermakelijke Sancho Panza! Moogt gij allen te zamen en elk voor zich eindeloze eeuwen leven, ter verlustiging en algemene tijdpasseringen der stervelingen. De naamgeving is niet toevallig: quichote is afgeleid van het Catalaanse cuixot, dat teruggaat op het Latijnse coxa, in hedendaags Spaans cadera = heup. Je kan het begrijpen als een deel van het harnas om de dij te bedekken. Panza betekent dan weer buik, als om de vraatlust van de ezelberijder aan te geven. 


Merkwaardig is dat auteur Cervantes zelf een dolend ridder was! Ook zijn leven is een boek waard. Hij strooit met wijsheden en deinst niet terug voor sibillijnse uitspraken als: wanneer men zich met paters zou willen afgeven, dan zouden de heren Maltezerridders toch zeker niet de voorkeur verdienen. 


Nuchtere zielen passen voor de strijd tegen onrecht en pikken liever een graantje mee, al moeten ze hun ogen dichtknijpen voor het onrecht. Je hebt er bevlogen en onvervaarde figuren voor nodig, die rechtschapenheid boven eigenbelang stellen. Je denkt bijvoorbeeld aan de Rus Novotny, die vergiftigd werd, herstelde en spontaan terugging naar zijn land, waar hij terstond gevangen werd gezet. Hij kwijnt weg in een Russisch kamp, dat is pijnlijk maar helaas niet eervol, het is naïef. Of aan priester Daens, die wegens zijn consequent gedrag werd buitengesloten uit de orde der Jezuïeten en het opnam voor de verdrukte arbeiders van Aalst. 


Dolende ridders zijn eenzaam, kwetsbaar en niet van de tijd, van geen enkele tijd. Beginselvastheid, onkreukbaarheid, altruïsme, het zijn deugden die in boeken worden verheerlijkt, maar botsen op de realiteit van politiek pragmatisme en maatschappij. Maar af en toe een flinke scheut van zijn moed en onvervaardheid zou wonderen doen. Wonderlijk dus dat ze daar op de Mancha nog niet op het idee kwamen van flesjes met wonderwater voor de toeristen! Uit een bron waaruit hij voorzeker zelf gedronken heeft! 


Leve Don Quichot van de Mancha! 


Noot:


(1): Cervantes Saavedra, M. de, De geestrijke ridder Don Quichot van de Mancha, Querido, 1978. 


Herman van Schoten, Lagos, Portugal, 24/12/2019, verbeterd en aangevuld te Schoten, België, 04/10/2022.

Alle rechten voorbehouden: vanschotenherman@gmail.com.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten