Translate

202. EEN MEISJE VAN 15.

Een bevriend koppel schoot op een nacht wakker door lawaai van versplinterend glas in de centrale hal van hun appartementsgebouw. Een ramkraak ? Binnen de tien minuten was de politie ter plaatse – inderdaad en nog wel ‘s nachts ! – en even later ook een ambulance. De gemeenschappelijke glazen tussendeur van de hoofdingang was verbrijzeld. Bleek dat een meisje van 15 met haar arm het glas had kapotgeslagen. Even later kwam ze, de arm in verband, achter twee verplegers naar beneden, blootsvoets en in haar slip. Ze moest spitsroeden lopen tussen de zwijgende en starende buren van het gelijkvloers. Dan kwamen ook de twee politieagenten te voorschijn. Een kwestie van huiselijk geweld, verklaarden zij, ‘t is iets voor de familiale verzekering. De buren van het gelijkvloers wisselden nog even hun angsten uit, zich niet bewust van hun vestimentaire verschijning, want doorgaans paraderen zij niet in nachtkledij. Enkele commentaren : 

-amai, waar gaan we nieuw glas op maat vinden en morgen is het ook nog een feestdag ! ;
-da’s hier nog nooit gebeurd ! Straks denken de mensen nog dat we in een sociale woonblok wonen ;
-ik heb toch maar geluk gehad. Mijn twee gasten zijn volwassen en ik heb er nooit zo’n problemen mee gehad. In welke tijd leven we toch ?; 
- ze zou beter die energie en agressie opvangen door sport, boksen bijvoorbeeld. 

Nu was het advies van deze laatste spreker zowel ingegeven door zijn beroepsleven bij het leger als door de Belgische traditie in het boksen. Want België telde op een gegeven moment liefst drie vrouwelijke wereldkampioenen, in diverse gewichtsklassen  : Delfine Persoon, Femke Hermans en Oshin Derieuw. Boksscholen zijn overigens populair in probleemwijken en het blijkt nog te werken ook ! 

Het meisje in kwestie had problemen. Ze zat in de puberteit. Je denkt dan terug aan Boudewijn de Groot, je weet wel : een meisje van 16, er net tussenin. De 16 jaar van toen zijn nu al gezakt naar 12, 13, 14, 15 jaar. Kinderen worden sneller volwassen en dat moet geen pretje zijn. 

Het meisje stond bekend als moeilijk kind. Ze was al meermaals slaags geraakt met haar vriendje en nu ook deze nacht. Als het haar niet zint mept ze erop los. Ze was er al voor in begeleiding geweest. 

Belangrijker was haar gevoel van hopeloosheid sinds het overlijden van haar vader. Sindsdien is ze de weg kwijt. Haar ontvlambaar temperament is een brandversneller, inderdaad problematisch, maar niet de essentie. Het kind voelt zich verloren en radeloos.

Dat was de eerste reactie van de vrienden, die het ons haarfijn kwamen uitleggen. 

Maar klopt het wel ? Immers, wij in onze jeugd hadden ook onze problemen. Goed, we verloren geen vader of moeder op jonge leeftijd, maar we zaten wel klem in de omknelling door katholieke dwingelandij en een gebrek aan mogelijkheden tot persoonlijke ontwikkeling, waardoor je de adem werd afgesneden. Wij reageerden ook, maar anders : wegvluchten, omzeilen, de ouders thuis iets wijsmaken, stiekem naar de film gaan, stiekem roken. We sloegen er niet op los !  

Het verschil met nu : de wijze van conflicthantering verschilt drastisch. Als je vroeger je zin niet kreeg, paste je je morrend aan, voor de schijn. Als je nu je zin niet krijgt, mot je erop los, bam !

Maar is dat wel zo ? Want zijn de jeugdproblemen van toen en nu vergelijkbaar ? Wij leefden weliswaar in een verstikkende cocon, maar het was ook een beschermende cocon. Er waren normen en regels, veel te veel weliswaar, maar je had een houvast. Nu is dat grotendeels weg. De jongere kan niet meer terugvallen op traditie, gebruiken, opvoeding, hij moet het zelf maar uitzoeken en op school wordt hij dan ook nog dagelijks uitgedaagd om zichzelf uit te vinden, zichzelf te ontplooien, zelf keuzes te maken. Moest ik nu jong zijn, ik werd er allicht horendol van. Die leraars van nu bieden je recepten van meer van hetzelfde, concreet : alweer geen normen, geen zekerheden, geen waarheden, geen dwingend aanbod, geen houvast, maar wel meebuigen en faciliteren. In mijn jeugd was de school disciplinerend in een toch reeds gedisciplineerde samenleving. Nu volhardt het onderwijs in het niet aanbieden van structuur in een reeds structuurloze samenleving. Het onderwijs volgt dus gewoon de tijdgeest ! Zijn ook pedagogie en didactiek de weg kwijt ? 

Waarom zijn er opvoedingswinkels ? Omdat sommige ouders geen benul hebben van opvoeden, hun tijdsgebrek compenseren met materiële verwenning, het gezag van de school niet aanvaarden, besmet zijn geraakt door de reclamekreten als het is wat jij wil ! 

Het meisje van 15 is in therapie. Wat me benieuwt is de doelstelling van de therapeut. Ik voor mij zie een andere uitdaging : de samenleving in therapie. Daarover handelt een artikel in voorbereiding, onder de veelzeggende titel Plichtjaar. 

Herman van Schoten, Schoten, België, 26/06/2018.
alle rechten voorbehouden : vanschotenherman@gmail.com.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten