Translate

238. AMAAI !

 

Limburgse vrienden hebben een luidruchtige buurvrouw. Dat is soms vervelend. Er zijn nu eenmaal mensen die de gewoonte hebben voor de hele straat hun mededelingen, oprispingen en ontboezemingen te openbaren, als een levende megafoon, en zich daarvan niet bewust zijn. Bij deze vrouw spant één woordje de kroon : amaai ! Die uitroep laat ze ontsnappen telkens er een kleine verrassing of verwondering opborrelt. Haar kleinkind heeft er weer een tandje bij : amaai ! Haar man heeft het vele gras in een mum van tijd gemaaid : amaai ! Op de weekmarkt treft ze joekels van peren aan : amaai ! De oproep voor de eerste corona-prik is binnen : amaai ! Alles is toch zo duur geworden : amaai !


In datzelfde Limburg verdwijnen de oude dialecten, zoals overal elders. Vroeger, lang geleden, werd er in Hasselt, op een schokkende mededeling, op geheel eigen wijze gereageerd. Als een buurvrouw onthulde dat Jef de slachter een aanhoudster had : ga toch nu door ! En over een achternicht van, je weet wel wie, ze is hier twee jaar geleden nog geweest, weet je nog, die had toch vier kinderen ?! Allemaal meisjes ! Awel, nu is nummer 5 en 6 op komst, ze zeggen dat hij niet stopt tot ze een jongen hebben ! Ga toch nu door ! 


Ongeluk, tegenslag, ziekte, daarop wordt met ongeloof gereageerd : ‘t is niet waar ! Zeg dat ‘t niet waar is ! ‘t Is zoals ‘t is ! 


Voor irritatie zijn er weer andere stopwoorden en -zinnen beschikbaar : seg ! Zal ‘t gaan ja ?! Helaba ! Zijt ge daar weer ?! Dat hebt ge al gezegd ! Nu niet ! ‘t Is goed met u ! 


Voor iets wat voor zich spreekt, instemming, einde gesprek is er het klassieke voilà ! Het is het grote voorbeeld van de taalkundige invloed van de Fransen op het Vlaams, elke generatie groeit ermee op. Dat Vlaams krioelt van het Frans, veel meer dan de mensen beseffen, je zou er een verrassende lijst van kunnen samenstellen. Het is nochtans een treurig stopwoord, zo van, wat moet ik nog zeggen, euh, voilà ! Op vakantie ontmoetten we een Franse schrijver, ik legde het hem voor. Zijn oordeel was vernietigend : taalarmoede ! De Fransen ratelen veel, maar hebben een relatief beperkte woordenschat tot hun beschikking, hun voorraad is matig ontwikkeld. Hij weet het aan de kwantiteit van de communicatie van vandaag, iedereen moet zo nodig van zich af tweeten, geoefend of niet, en dan heb je nog de massamedia, die het van oppervlakkigheid moeten hebben. En waarom is Instagram zo’n doorslaand succes : foto’s zijn gemakkelijk, woorden vragen een inspanning ! Jean-Paul Sartre zou je nooit betrappen op voilà, aldus de mening van deze Franse intellectueel. In een Antwerps restaurant was er ooit een jonge ober, die elke schotel voor je neerzette met de mededeling : zo sè ! Kijk, dat was toch al geen Frans meer ! Nederlanders zouden wellicht zeggen : kijk ‘ns aan !  


Er is een Engels alternatief om instemming te betuigen. Mijn Antwerpse kapper informeert graag naar mijn reisbelevenissen. Ik dik het soms wat aan om indruk te maken. Burgos heeft een imposante kathedraal ! Okee ! We kwamen in een storm terecht, de ruitenwissers konden het niet bijhouden, ik dacht dat ze er zouden afvliegen ! Okee ! De Spaanse keuken is gevarieerd, per regio eigenlijk, maar er is toch niets beter dan de Franse ! Okee ! Die wegentol, vooral in Frankrijk, het slaat een gat in je portemonnee ! Okee ! Het zijn veel kilometers, dat wel, maar je ziet onderweg ook wat ! Okee !


Stopwoorden zijn onderhevig aan mode. Daarom ! en dus ! lijken enigszins verdwenen uit het dagelijks gebruik, terwijl absoluut !, mega ! en super ! oprukken.


Nederlanders beschikken over een enigszins andere dagelijkse woordenschat dan Vlamingen. In de tv-studio is het zeg maar om de twee zinnen. Op het einde van een zin voegen ze er graag het overbodige wat dat betreft aan toe. Het doet denken aan het eveneens overbodige Engelse isn’t it ?! En natuurlijk, ze doen graag alles met z’n allen. 


Willem de Winter is een expert 19e en 20e eeuwse schilderijen en treedt naar buiten in het gewaardeerde tv-programma Kunst en Kitsch. Hij valt op door zijn positieve ingesteldheid. Bij de meeste schilderijen, die weerhouden zijn voor beoordeling, kijkt hij de aanbieders stralend in de ogen : hier word ik helemaal vrolijk van ! Ik probeerde het eens uit bij de groenteboer op de weekmarkt, maar oogste  gefronste wenkbrauwen. Het Vlaamse tv-feuilleton De kampioenen maakte dan weer een stopwoord onsterfelijk : mijn gedacht ! Een andere stoplap is gewoon ! Waarom heb je dit of dat gedaan ? Euh, gewoon ! Over een restaurant : het is gewoon goed eten daar. Maar, als het er gewoon is, is het dan een vermelding waard ? Weet je wel, scoort eveneens, in het Vlaams vertaald tot verstade ?! Het eerste klinkt leuker dan het tweede, toch ? Leuk ? is dan weer een stoplap zonder vlees aan het bot, zonder kraak of smaak, niet leuk dus… Lekker ? De soep is lekker, maar is een vakantie lekker, of een half uurtje joggen, lekker ? 


Ook de Duitsers hebben zo hun eigen taaleigen. Als je, als toerist, wil laten blijken dat de taal van Goethe je niet vreemd is, kan je veelvuldig gebruik maken van genau ! Een goede afwisseling is ach so ! Bij verbazing : nein ?! Om geleerd te doen : an sich ! In Oostenrijk kan je Mein Lieber Gott uitproberen, al zal de jeugd dat ouderwets vinden. In Amerika is het dan weer eigentijds : oh my god…


Ooit hadden we een stel op bezoek, waarmee we niet goed raad wisten. De vrouw was ons enigszins bekend, maar haar partner helemaal niet. Wat doe je dan ? Je stelt vragen en ter afwisseling poneer je een gemeenplaats waarna je vraagt : wat vind jij daarvan Patrick ? Hij beantwoordde alles met een gelijkmatige, zeurende stem. Wie is bij jullie thuis de kok ?! Dat is Sofie, maar ik help mee, met de afwas en zo en met het snijden van de groenten en dergelijke. Gaan jullie graag op reis ? Jazeker, we bezochten al Parijs, Londen, Madrid, Rome en dergelijke. Wijn, kopen jullie wijn ? Jazeker, vooral Franse en Italiaanse. Maar nu kijken we ook uit naar de nieuwe wijnlanden, Chili en Argentinië en dergelijke. Zelf kwam de man met niets voor de dag, de avond was geen succes. En dergelijke.


De lijst van dooddoeners en stopwoorden is lang, bijvoorbeeld : serieus ?, ‘k ga ‘t zo zeggen, begrijpt ge ?, als ik eerlijk ben, sowieso, hè, moet je horen ! Dat moeten ze mij niet vragen, zulle ! Of ook : hebt ge het gesnapt ? Ja zunne ! Gelijk hebben kan uiteenlopend worden beklemtoond : zo zie ik het, ik kan het weten, 't is toch waar, heb ik gelijk of niet, krijg daar maar 'ns een speld tussen !


De jeugd laat zich graag op zijn Amerikaans inpakken. Zo moeilijk, pff, een èèèchte mindfuck ! ‘t Kan ermee door, awesome eigenlijk. Whaw, dit is gewoon epic !  Vind maar eens een maat ! Oké, awkward ! Dat topje ziet er leuk uit, zo cute ! O, cool !


Het gebruik van stoplappen verraadt taalarmoede, zeker, maar onze Franse intellectueel getuigde ook van zijn eigen soort. Spreken met een geoefende omhaal van woorden is de Franse elitaire manier van doen, terwijl spreken in stopwoorden eerder Amerikaans-boers aandoet. Met één woord, paf, weet je het ! 


Als ik heel eerlijk mag zijn, hoe zal ik het zeggen, ik bedoel, gewoon dus, stopwoorden en -zinnen zijn inderdaad taalarmoede, sowieso, maar ook, allee, smeerolie voor een vloeiend gesprekje dagdagelijks, zogezegd. Ik heb iets van, het een sluit het ander niet uit, nee toch ? Het is toch niet te doen om dagelijks met iedereen, die je tegenkomt, omstandig te praten ?! Alles goed ?! Ja hoor, en met u ? Alles kits achter de rits ! Dat volstaat. Het weer en de kosten van levensonderhoud zijn vervolgens een neutrale manier om even verder te keuvelen, zo is het, tenminste, als ge het mij vraagt, ja toch ?! 


Awel, dat vind ik ervan ! Meer moet dat niet zijn. Ik vertel het je ! 


Herman van Schoten, Schoten, België, 16/01/2021.

Alle rechten voorbehouden : vanschotenherman@gmail.com


Geen opmerkingen:

Een reactie posten