Ze zijn er regelmatig, de
films met kleren aan ! Als het zover is, schaart het gezin zich haast voltallig
rond het tv-toestel. Dergelijke films zijn immers een baken van rust en
zekerheid èn
romantiek in deze chaotische tijd.
Maar
nu weet u nog niet wat een film met kleren aan is. Al kan u het wel bevroeden
natuurlijk.
Voorbeelden
: Upstairs
Downstairs,
Downtown Abbey, Victoria.
Dergelijke
series roepen een wereld op van de aristocratie in hun kastelen. Een
grotendeels voorbije wereld weliswaar, maar je kan telkens weer een aflevering
lang meelopen in hun schitterende huizen, mee op jacht gaan, aanzitten aan
banketten, je laten bedienen door onderdanig personeel, kortom even de illusie
van erbij te horen.
De
karakters tonen wat je altijd wel verwacht had. Het is een zelfingenomen wereld
van omhooggevallen edelgeborenen en alle cliché’s
worden in de verf gezet. Afkomst als hoogste goed, amusement en roddel als
levensvervulling en, om er toch wat tempo in te houden, af en toe een jongeman
die uit de band springt, of een freule die met de communisten aanpapt, of een
zwangerschap onder het personeel. Soms breekt er een brand uit of wordt een
edelman verdacht van moord of lekt een verhouding met een laaggeborene uit en
dat is dan weer stof voor enkele nieuwe afleveringen.
Opvallend
is het conversatietalent van die lieden, vooral dan de dames. Geroutineerd
blijven doorgaan over futiliteiten, het blijkt een kunde te zijn, die
langdurige oefening vereist. Ook het met een enkel zinnetje dodelijk counteren
van een tegenstandster is klasse, waarin vooral de oudere dames bedreven zijn.
De drukte rond feestjes en bals alsof er niets belangrijkers op de wereld is en
dat is ook zo, in hun wereld. Hun omgang met het personeel, wij boven en zij onder.
Er
is ook een diepere zin. De gepresenteerde wereld is de enige echte, de ware, de
juiste. Waar zou het met het land naartoe gaan zonder aristocratie ? Zij dienen
immers koning en land ! Men steekt zijn conservatief, zeg maar reactionair
mens- en wereldbeeld niet onder stoelen of banken. Men kijkt dan wel hooghartig
neer op de nieuwe rijken, maar soms, als het erop aankomt, moeten ze
knarsetandend toegeven dat geld de doorslag geeft, aristocraat of niet.
Daar
profiteren wij wel eens van als we in Portugal gaan logeren in chique huizen
van vergane of nog echte glorie, de zogenaamde turismo de habitação. Die huizen
worden opengezet voor toeristen, uit noodzaak. Die bewoners weten met hun
gasten vaak geen blijf, soms blijven ze hooghartig stuntelen, soms pappen ze
overdreven sympathiek aan, ze spelen een rol die hen niet ligt. Mijn echtgenote
is er allergisch aan, ik heb er binnenpretjes bij. En je logeert in stijl, met
witte pantoffels naast je bed met opdruk van het wapenschild, vlaggen in de
entreehal en ontbijt aan een veel te lange tafel met veel plichtplegingen, door
het personeel natuurlijk. Zo’n
kasteelheer aan de Douro, die ons weer niet kon plaatsen, polste eens naar onze
relatie met het koningshuis. Hij had Fabiola ontmoet, een zeer grote dame, werkelijk.
In
vroegere eeuwen, toen mensen nog niets wisten, kon men zo’n stand en
gedrag ongestraft aanhouden. Dat is overigens nog niet zo lang geleden. Mijn
grootmoeder stamt uit een tijd waarin het dorp ervan overtuigd was dat de
lokale baron blauw bloed in de aderen had.
Voor
wie gevoelig is aan stijl, komt in dergelijke omgeving ruimschoots aan zijn
trekken. Hier geen brute omgangsvormen, geen geroep en getier, geen gesmak aan
tafel, maar galanterie, respect en voorkomendheid, althans formeel. En achter
je rug wellicht kwaadsprekerij en lage listen. Desnoods een stijlvol duel.
In
deze boerse tijd zonder stijl zijn zo’n tv-series een verlichting voor de geest. Ze zijn
meestal ook goed gespeeld en de decors zijn indrukwekkend.
Of
er uit Engeland veel goeds komt, mag dan betwijfeld worden, maar deze series
zijn welkom in ons paradijs van lelijkheid, lawaai en opdringerigheid. Al is
het maar een kortstondige illusie. En in elk geval worden het esthetisch oog en
oor gestreeld.
Het
is eens wat anders dan de plompe duw- en trekhumor van bijvoorbeeld een Jan
Boskamp, de voetbalcommentator, die overigens niet te verstaan is. Bij hem moet
ik altijd denken aan de Portugese opvolger van dictator Salazar, Marcelo
Caetano, die, bij het uitbreken van de Anjerrevolutie, de leiders van de
staatsgreep smeekte : geef de straat aub niet aan het plebs.
Zonder
stijl staat de mens in zijn blootje. En dat is geen fraai gezicht. Aankleden,
opsmukken, mode, omgangsvormen, beheersing, het helpt.
Herman van Schoten, Schoten, België, 01/08/2016.
alle rechten voorbehouden : Herman van Schoten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten