Translate

154. DE MOORD OP JULIE VAN ESPEN.


Julie Van Espen was een 23-jarige studente, die fietste van ’s Gravenwezel langs het kanaal van Schoten naar Antwerpen. Ze werd vermoord en haar lichaam werd gedumpt in het kanaal. Een jong leven dat abrupt werd afgebroken. Voor de familie een levensgroot drama. Voor de samenleving een gigantische schok.  

Inderdaad, een schokgolf gaat momenteel door het land. Op zondag 12 mei 2019 heeft in Antwerpen een stille witte mars plaats. Op tv klagen individuele vrouwen en deskundigen over het seksueel geweld, waaraan onvoldoende aandacht wordt besteed. Een scherpe discussie barst los over de verantwoordelijkheid van politiek en Justitie. De media vangen deze polemiek goed op, dat moet gezegd, maar spitten haar niet helemaal ten gronde uit. Ik voel mij geroepen om er een tekst over te maken.

De dader, die snel bekende, heeft een strafblad. Hij werd veroordeeld voor twee verkrachtingen, een reeks diefstallen en bedreigingen. In 2017 werd hij veroordeeld tot vier jaar cel wegens verkrachting, maar hij tekende beroep aan en werd in afwachting op vrije voeten gesteld. Het beroep is nog steeds niet in behandeling wegens gebrek aan personeel.

Minister van Justitie Geens : ik begrijp het ook niet, maar moet dit als minister van Justitie aanvaarden. De scheiding der machten bedoelt hij. Dat is te gemakkelijk. Drie bezwaren :

1.De wet. Het medeleven door de minister betoond op tv komt onwaarachtig over. Hij betuigt het wel omdat het zo hoort, maar toont geen medevoelen en het klopt niet met zijn houding : ik ben niet verantwoordelijk voor een wet die al zolang bestaat. Hij bedoelt de wet op de voorlopige hechtenis, die bepaalt dat de onmiddellijke aanhouding slechts kan worden bevolen indien te vrezen is dat een beschuldigde, die in beroep gaat, zich aan de strafuitvoering zou pogen te onttrekken. Gezien de dader zich bij voorgaande feiten steeds aan de afspraken had gehouden, bestond die vrees niet. De rechtbank moest de man dus wel vrijlaten.

Hierover is een andere lezing mogelijk. Advocaat Maes (1) van de familie van het slachtoffer wijst erop dat het risico op recidive wel degelijk een argument is om een veroordeelde onmiddellijk aan te houden, ook in afwachting van het beroep.

Wel, wat is het nu ?! Ik heb er de wettekst bij gehaald. De betreffende wet (2) bepaalt niet slechts de voorwaarde dat het risico aanwezig is dat de veroordeelde zich aan zijn straf zou onttrekken. Het artikel stipuleert tevens dat nader de omstandigheden moeten worden aangeven die deze vrees bepaaldelijk wettigen. Welnu : die omstandigheden zijn voorhanden :

-er is een bekentenis, zodat de feiten niet meer betwist worden en het beroep nog slechts zal handelen over de preciese strafmaat : iets minder of iets meer dan de uitgesproken 4 jaar; waarom dan geen onmiddellijke aanhouding ?;
-het betrof een tweede verkrachting, waardoor het risico op nieuwe recidive, mogelijk gevolgd door vlucht, reëel was;
-het herhaaldelijk alarm van de vader van de dader : mijn zoon zal gaan moorden.

De optelsom van deze omstandigheden kunnen worden aanzien als wettelijk argument om de beklaagde - en reeds in eerste aanleg veroordeelde - inderdaad ter zitting aan te houden. Minister Geens verklaart overigens dat andere rechters tot een andere beslissing hadden kunnen komen ! Ten overvloede : het Openbaar Ministerie vroeg de onmiddellijke aanhouding, daar moeten dus redenen voor zijn geweest en het Openbaar Ministerie mag worden verondersteld de wet te kennen.

2. De bezuinigingen bij Justitie. Minister Geens en het Antwerps Hof van Beroep spelen elkaar de zwarte piet toe voor het uitstellen van de beroepsprocedure, die op het moment van de moord op Julie reeds 2,5 jaar op zich laat wachten. Bezuinigingen hebben geleid tot personeelsgebrek. De minister stelt dat hij de rechtbanken de mogelijkheid heeft geboden, zowel in burgerlijke als strafrechterlijke zaken, met uitzondering van het Beroepshof, te zetelen met één rechter ipv drie. Daar de rechtbanken autonoom hun werking organiseren, is het aan hen om op deze manier capaciteit en dus tijdwinst te boeken. Het Beroepshof van Luik heeft de wachttijd voor strafzaken in beroep kunnen terugbrengen tot 1 jaar. Antwerpen heeft deze mogelijkheid niet of onvoldoende benut, het is dus haar fout dat de beroepszaak zo lang aansleept. Het Hof van Beroep is het hiermee volstrekt oneens, de bezuinigingen wegen wel degelijk zwaar door.

Econoom Noels (3) argumenteert : zeg niet dat Justitie te weinig middelen heeft. Niet elk probleem volgt uit een gebrek aan middelen. Vooral niet in ons land. Deze mening is niet gratuit. Immers, bij vergelijking met Duitsland, Nederland en Frankrijk blijkt net dat België over meer parketmagistraten beschikt per 100.000 inwoners dan deze andere landen en eveneens over meer rechters, behalve dan in Duitsland (3).

3. Justitie is een majeur probleem. Justitie wordt al decennia stiefmoederlijk behandeld door de politiek. Het waarom ligt voor de hand : je scoort er niet mee bij verkiezingen. Dat is een hard maar juist oordeel. De lamentabele staat van het Brussels Justitiepaleis, waaruit recent nog dossiers werden gestolen, staat symbool voor de afbrokkelende Belgische Justitie. De problemen zijn :

-onderfinanciering van logistiek en werking gedurende tientallen jaren. Het computersysteem bijvoorbeeld krijgt men maar niet op punt gesteld. Nochtans is Justitie een van de drie Machten, die de democratie behoren te schragen;

-een traditie van krakkemikkige wetgeving door de politieke klasse, waardoor men soms niet meer weet waar men aan toe is, gevolgd door zogenaamde reparatiewetgeving. De hoofdvogel werd afgeschoten bij de hervorming van de assisenrechtspraak. Deze zelfde minister Geens liet een wet stemmen, waarbij het assisenhof grotendeels werd afgeschaft en vervangen door de correctionele rechtbank, een efficiëntiemaatregel geïnspireerd door bezuinigingsdrang. Het Grondwettelijk Hof vernietigde de nieuwe wet wegens strijdig met de grondwet : krachtens artikel 150 van de Grondwet moeten alle criminele zaken door het hof van assisen worden behandeld. De wetgever beschikt over een ruime beoordelingsbevoegdheid om te bepalen wat onder het begrip ‘criminele zaken’ valt, maar die bevoegdheid is niet onbegrensd. Het assisenhof zo goed als feitelijk afschaffen, kon dus niet door de grondwettelijke beugel. Gevolg : de nieuwe wet bestaat niet meer en alles blijft bij het oude, het assisenhof dus. Echter, reeds overgehevelde zaken naar de correctionele rechtbank, behouden hun wettelijke kracht. Voorbeeld : de beruchte kasteelmoord, die voor de correctionele rechtbank werd afgehandeld. Welnu, wat moet je daar als burger en rechtsonderhorige van denken ? Dit soort onthutsende escapades kan je veronderstellen in ver afgelegen ontwikkelingslanden, maar neen, dit is België.

-een korpsgeest gericht op zichzelf ipv op de gemeenschap die men hoort te dienen. Justitie is een wereld op zich met eindeloze procedures en gebruiken. Pervers gevolg : met een niet ingewijde – de burger – houdt men dan ook geen rekening, het gaat om het spel van advocaten onder elkaar. Deze advocaten spelen het spel mee, op enkele kleppers na.

Een persoonlijke ervaring conditioneert mijn mening, toegegeven. Ik was benadeelde partij in een eenvoudig burgerlijk geding voor de vrederechter, waarbij deze rechter zich schuldig maakte aan collusie – het samenspannen met de andere partij. De man werd later geschorst en ontzet uit zijn ambt. Als ik als gewone burger in een kleine zaak hier al mee geconfronteerd word, dan lokt dat mijn wantrouwen uit naar Justitie in het algemeen. Dit was geen ongelukkig toeval. Mijn advocaat, beducht voor zijn reputatie in dit wereldje van ons-kent-ons, was niet geneigd mijn bezwaren uit te spelen. Hij verdiepte zich uitsluitend in de procedure, op geen enkel moment in de grond van de zaak.

-de benoemingsprocedure van rechters : ze worden benoemd voor het leven, wat, gegeven de scheiding der machten, hen een uitzonderlijke positie geeft : onaantastbaar, wat kan uitgroeien tot een perceptie van  baas naast god, een kwaal van hoogheidswaan waaraan een aantal van hen zich inderdaad  bezondigt. Benoemingen beperkt in de tijd zouden deze uitwas van onafhankelijkheid kunnen keren. Vaste benoemingen in de ambtenarij staan ter discussie, waarom niet ook in de magistratuur ?! Hun onaantastbaarheid heeft geleid tot uitwassen en minister Geens verschuilt zich erachter.

-de ongeloofwaardigheid van het Antwerps Hof van Beroep, dat verklaart aangeslagen te zijn. Het heeft ons erg aangegrepen op menselijk vlak, maar ook omdat het de kern raakt van de waarden in ons vak, die we willen uitdragen. Het is een van onze hoofdbekommernissen om heel redelijke doorlooptijden te hebben. Die hadden we en daar waren we trots op. Aldus Rob Hobin (4), de eerste voorzitter van het Hof van Beroep. Hij neemt de verdediging op zich : iedereen plooit zich hier dubbel. Het aantal ziektedagen is slechts 1,80 % van de tijd. In de privé is dat 5 %, bij de federale overheid 7 %. De media zijn slechts geïnteresseerd als er een crisis is. Een amechtige verdediging. Om een populaire uitspraak te citeren : wie gelooft die mensen nog ? Liesbeth Stevens (4), docente seksueel strafrecht, gaat akkoord met de kritiek op Justitie. Er lopen een aantal dingen fout door een verouderd strafboek. Justitie moet beter kunnen inschatten hoe gevaarlijk potentiële daders zijn. Het is vreemd dat een hoger beroep bij iemand met dit profiel geen prioriteit isDeze kritiek is nog onvoldoende. Men heeft niet de blik op de samenleving, maar op de eigen organisatie. Die fout zet zich steevast door door de overdreven onafhankelijkheid, zeker in Antwerpen, waar men het graag beter weet. Justitie moet zich verantwoorden, net als iedereen in zijn werk, toch ?!  

Justitie wordt door velen waargenomen als een gesloten, hoogmoedige kaste, in zichzelf gekeerd, het recht spreken herleidend tot procedures en jurisprudentie . Recht spreken mag uiteraard niet de waan van de dag volgen, noch een politieke strekking dienen – de ideologische rechters in vluchtelingenzaken !  - , maar behoort wel de vinger aan de pols te houden van de levende samenleving buiten het gerechtsgebouw. De cultuur van de eigen toga’s, de eigen omgangsvormen, het erbij horen, de gerichtheid op procedureel scoren, kortom de liturgie van de eigen gilde vervreemdt de rechtspraak van de samenleving. Recht spreken is weliswaar geen synoniem van rechtvaardigheid betrachten, maar mag er evenmin te ver vanaf staan, dan is zij niet meer dienstbaar. Dat stadium heeft de Belgische Justitie bereikt, voor sommigen zelfs overschreden.

Het is verkiezingstijd. Deze maand zijn er in België niet slechts Europese maar ook landelijke verkiezingen. De verkiezingscampagnes van de politieke partijen munten uit door lichtzinnigheid. Men belooft de kiezer gouden bergen, niet of slechts zeer ten dele nagerekend. Justitie komt niet voor in deze hoorn des overvloeds.

De moord op Julie van Espen is een nieuwe witte mars waard. De bevolking is verontwaardigd. Met alle respect voor de initiatiefnemers, die een stille mars uit respect willen houden en die je alleen maar kan prijzen om hun burgerzin. Toch een opmerking. Als je vervolgens ook iets wil bereiken, zou een witte mars op Brussel aangewezen zijn. Naar het ministerie van Justitie, naar de woning van de eerste minister en naar de partijhoofdkwartieren.

Herinner u de witte mars naar aanleiding van de opsluiting en verkrachting van Julie, Mélissa, Eefje, An, Sabine en Laetitia en de moord op Julie, Mélissa, Eefje en An door Marc Dutroux. De algemene verontwaardiging van toen, culminerend in de grote witte mars op Brussel, heeft iets veranderd in de organisatie van de opsporingspolitie en in de slachtofferbejegening en gaf de aanzet tot de oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken. In Brussel brandt dus de lamp. Helaas en dieptreurig heeft Justitie sinds de kwestie Dutroux niet meer aandacht gekregen van de politiek, noch heeft zij haar gerichtheid op de samenleving vorm gegeven. De aanstelling van een persrechter is een doekje voor het bloeden, zo van kijk eens hoe open we zijn.

Kritiek op Justitie wordt steevast genegeerd onder verwijzing naar de scheiding der machten. Deze grondwettelijke scheiding is een excuustruus geworden. Er is geen politieke wil. Minister Geens reageert op typisch Belgische wijze : zich indekken en in bochten wringen, overeenkomstig de gebruiken in de partijpolitiek, waarin men draait en keert om een compromis te vinden en zich te redden. Hij zal zich ten onrechte geviseerd voelen. Hij heeft ongelijk en zal het wellicht niet snappen. Dat is een van de Belgische problemen.

Parketmagistrate Nele Poelmans (6) reageert : ik doe met opgeheven hoofd verder. Als trotse medewerker van justitie want justitie is allesbehalve rot. Zij is wellicht een van de velen, die hun uiterste best doen. Dat is niet voldoende. Hoe komt het immers dat justitie als geheel zoveel kritiek en wantrouwen oogst ?

In de media duiken oproepen op tot het herinvoeren van de doodstraf. Je kan dan denken aan dit soort misdadigers, aan plegers van aanslagen, aan IS-beulen. De aandrang om er korte metten mee te maken is begrijpelijk. Toch moet men dat niet doen. Het volstaat deze daders alle hoop op vervroegde vrijlating te ontnemen door de betreffende wettelijke voorzieningen in die zin aan te passen en een clausule in die zin te doen inlassen in de mensenrechtenverdragen. Een dergelijke straf is misschien wel zwaarder dan de doodstraf. Daar we beschaafde Europeanen zijn kan de mogelijkheid  van gratie door het staatshoofd worden overwogen, als een soort morele oplossing van last resort.

Al bij al een positieve noot : de dader kon worden geïdentificeerd dankzij 200 tips, die de politie kreeg via het door haar opgezette burgeralarmnetwerk. De samenwerking tussen politie en burgers heeft gewerkt.

Ten slotte : de rechter die de onmiddellijke aanhouding weigerde : kan hij/zij nog recht in de spiegel kijken ?

Noten :
(1): Advocaat Daems, geciteerd in Gazet van Antwerpen, 08/05/2019.
(2): Wet Voorlopige Hechtenis, art. 33.
(3):Econoom Noels en aanvullende gegevens, geciteerd in De Tijd, 08/05/2019.
(4):Hobin, R., geciteerd in Gazet van Antwerpen, 08/05/2019.
(5):Stevens, L., op radio 1, 08/05/2019.
(6):Poelmans, N., geciteerd in Gazet van Antwerpen, 09/05/2019.

Herman van Schoten, Schoten, België, 08/05/2019.
Alle rechten voorbehouden : vanschotenherman@gmail.com.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten