Translate

110. MEI 1968.


De herdenkingen zijn voorbij, de commentaren stilgevallen. Mei 1968 : vijftig jaar ! Tijd voor een persoonlijke afsluiting. 

Begin mei 1968 logeerde ik bij vrienden, toen hun ouders onverwacht en halsoverkop terugkwamen van hun vakantie in Zuid-Frankrijk. Er werd gestaakt, het restaurant van het hotel was gesloten, je vond moeilijk benzine voor de terugreis, er waren barricades. Frankrijk stond op zijn kop. Wat was daar toch aan de hand ? 

We stonden allemaal perpleks, hoewel je het - achteraf gezien -  had kunnen zien aankomen. Eerder al had je de Vietnambetogingen, de gewelddadige acties van de Duitstalige Zuid-Tirolers tegen de italianisering en voor aansluiting bij Oostenrijk, de opstand van de zwarten in de VS na de moord op Martin Luther King, de Praagse Lente van Alexander Dubcek, de geslaagde studentenactie Leuven Vlaams, de rookbom bij het huwelijk van Beatrix en Claus in Nederland, gevolgd door de provo-beweging, de aanslag in Duitsland op de studentenleider Rudi Dutschke, de Vietnam-manifestatie in Londen waar 25.000 betogers scandeerden : Ho Ho Ho Chi Minh ! En dan kunnen de Fransen niet achterblijven, met hun aangeboren behoefte aan drama, protesteren en staken ! Ze zullen er eens een lap op geven ! 

Na Mei 1968 ging de contestatie verder. In september 1968 gooiden Amerikaanse vrouwen demonstratief hun bh in publieke vuilbakken. Op 17/10/1968 hieven de zwarte atleten Tommy Smith en John Carlos hun gehandschoende vuist op hun podium van de Olympische Spelen. In 1969 kreeg Amsterdam de Maagdenhuisbezetting. Kortom, de tegencultuur was op gang gekomen.

De herdenking van Mei 1968 deze maand mei was geen hoogvlieger. Officieel Frankrijk vertikte het om te herdenken. De Franse media herdachten uiteraard wel, maar in Vlaanderen en Nederland bleef het grotendeels beperkt tot een obligaat terugkijken en het heruitgeven van verslagen van correspondenten van toen. Met name het verslag van toenmalig Volkskrant-verslaggever Cees Nooteboom oogt nu als nostalgie en een poging om de sfeer aan te voelen. Duiding kon Nooteboom moeilijk geven, want dat vereist afstand in ruimte en tijd, terwijl hij er daar in Parijs nog bovenop zat. Zijn verslag wekt deze maand mei het warme gevoel van het was toch wat, ja, wat was dat toen aardig ! En ook : ik was erbij ofverdorie, net niet. Maar er waren deze maand geen of nauwelijks uitgebreide reportages of studiogesprekken met hoofdrolspelers van toen, het was povertjes op tv, zodat de indruk rees van een soort verplicht terugblikken, geprogrammeerd op de agenda, punt aan de lijn. De weekbladen deden het beter maar hebben uiteraard een veel kleiner bereik.  Een vijfje op tien, zullen we maar zeggen. 

Past het niet in de show-media met presentatoren met weinig journalistieke achtergrond ? Of was Mei 1968 misschien toch niet zo historisch als de deelnemers van toen graag geloven ? Was het meer dan een ludiek studentenspel, weliswaar gewelddadig en door de media wereldwijd uitgezonden ? Je voelt het aan in de commentaren van nu : twijfel tussen mythologisering en verkettering. Een vaststelling : Mei 1968 wordt politiek gerecupereerd voor eigen doeleinden. 

In de commentaren van mei 2018 zie je inderdaad een onverhulde poging de erfenis van mei 1968 voor het eigen ideologische karretje te spannen. Men heeft het vandaag over de rechts-identitairen tegenover de globale solidairen van toen ! Anders gezegd : de nationalisten versus de globalisten, eigenheid tegenover diversiteit of, spottend, de autoritaire sterke vader tegenover de papa-poussette…De beide stromingen overgieten elkaar met pek en veren en passen Mei 1968 in hun verhaal in. Dat gebeurt zelfs binnen de linkse kerk : Mark Elchardus staat in deze herdenking lijnrecht tegenover studentenleider van toen Paul Goossens ! Ze beledigen elkaar waar ze bij staan en getuigen op deze manier van de ingebakken destructieneiging bij links om altijd weer op te gaan in kleine cellen met hun eigen grote gelijk. 

In werkelijkheid was, terugkijkend als jonge observator van toen, de Parijse opstand een initiatief van studenten van allerlei pluimage, waaruit zich ten slotte twee hoofdstromingen distilleerden : de maatschappelijkenen de culturelen

De maatschappelijken wilden het politiek-economisch systeem op de schop, vandaar hun solidariteit met de arbeiders. Zij slaagden erin om de arbeiders op hun kar te krijgen. Dat was een prestatie want arbeiders beschouwden studenten als verwende rijkeluiskinderen. Arbeiders begonnen te staken, de communistische CGT steunde hen aarzelend. De machthebbers vreesden een communistische staatsgreep, maar de communisten bleven braaf in hun kot en verkwanselden daardoor hun revolutionaire geloofwaardigheid voor altijd. De president, generaal De Gaulle, zweeg, het was de moeite niet om er je druk over te maken. Hij ging zelfs ostentatief op vakantie naar Baden-Baden en sprak neerbuigend over enkele groupuscules. Toen hij dan toch op 30/05/1968 officieel naar buiten trad, keerde de rust terug.  De Gaulle kondigde een referendum aan en beging daarbij een dodelijke fout. Hij koppelde zijn positie als staatshoofd aan de uitslag ervan en verloor. Terugkijkend vandaag kan je besluiten dat je dat nooit moet doen, de uitslag van referenda is onvoorspelbaar, de brexit bijvoorbeeld kostte op een gelijkaardige manier de kop van prime minister Cameron. 

De culturelen ging het om vrijheid in het persoonlijk leven. Deze persoonlijke ambities werden het best geïllustreerd met de toenmalige eis van vrije toegang van de mannelijke studenten tot het kot of de peda van hun vrouwelijke collega’s!Studentenleider Daniel Cohn-Bendit op 8/01/1968 tegen de minister van Sport- en Jeugdzaken : u slaagt er niet eens in te praten over de seksuele problemen van jongeren. Omgekeerd mochten de meisjes wèl binnen in het verblijf van de mannelijke studenten, maar er was een reden voor deze beperking van hun persoonlijke vrijheid : de seksuele revolutie was nog niet echt op gang gekomen, de pil was nog geen gemeengoed, zelfs modern maandverband was nog geen algemene verworvenheid.

Voor ons, jeugdigen, kwam Mei 1968 als een onverwacht geschenk van bevrijding uit de rammelende ketens van katholiek moralisme en benepen paternalisme. Daarom blijft de gebeurtenis voor mijn generatie een mijlpaal. Maatschappelijk stelde zij echter weinig voor. Sommige bevlogen commentatoren van nu zien de vooruitgeworpen tentakels van de studentenopstand en slaan fictieve bruggen naar het populisme van vandaag. Onzin. Op dezelfde wijze en met nog meer fantasie kan je de inval van Caesar in Gallië koppelen aan de Belgische taalstrijd ! Rechtstreekse verbanden zijn onmogelijk te leggen, je kan hoogstens stellen dat Mei 1968 deel uitmaakte van een wereldwijde beweging van bewustwording, een voedingsbodem, waardoor de elites niet langer hun zin kunnen doen, al blijven ze het nog elke dag proberen.

Mei 1968 heeft ons leven niet veranderd. Dat was pas het geval met de gestage introductie van de Amerikaanse levensstijl, die van ons allen consumenten heeft gemaakt, die invloed was ontelbare malen veel groter. Het zou te veel eer zijn voor een kortstondige beweging, hoe sympathiek ook, die vurig opflakkerde tot een uitslaande brand en vervolgens weer snel ging liggen. Men had zich getoond. Sindsdien staan de Fransen er ook in het buitenland om bekend dat ze op tijd en stond behoefte voelen om te protesteren en te demonstreren, het is een uitlaatklep voor hun zuiderse stijl van drama enm’a tu vu ?! President Macron beseft dat goed en laat er zich niet door afleiden. 

De vergelijking met Leuven Vlaams valt voor de soixante-huitards
maar pover uit. Commentatoren wijzen erop dat Leuven Vlaams maar een klein voorspel was van Mei 1968. Het is net omgekeerd ! Parijs was een naspel, de finale als het ware, op groter formaat en onder grotere schijnwerpers ! In Leuven stond er wel degelijk een maatschappelijke uitdaging op het spel, het was geen Spielerei.
Het ging om de vervlaamsing van de universiteit en dus om de Vlaamse autonomie in een door en door verfranst België. De kwestie zorgde al in 1966 voor beroering, toen de Belgische bisschoppen hun beruchte mandement afkondigden, waarin de eis tot overheveling van de Franstalige afdeling naar Wallonië autoritair en hooghartig werd afgewezen. Het duurde nog tot januari 1968 vooraleer de vlam in de pan sloeg door de studentenopstand. Op 7/02/1968 viel de regering Vanden Boeynants na een parlementaire actie van de katholieke leider Jan Verroken. Het resultaat is bekend : de Franstalige universiteit moest ophoepelen en begon een nieuwe campus in Wallonië onder de naam Louvain-la-Neuve ! Ook hier zullen psychologische motieven om levensstijl en persoonlijke vrijheid meegespeeld hebben, zonder twijfel zelfs, maar het was wel degelijk een maatschappelijke opstand, die al broeide twee jaar voor Parijs wakker werd. Pleiten voor meer persoonlijk comfort en Vietnambetogingen ver van je eigen bed scoren toch niet zo hoog op de schaal van maatschappelijk engagement… 

Anders gezegd, men heeft er een culturele revolutie van gemaakt, de culturelen hebben gewonnen. In sociologische termen : de aanhangers van de leefwereld haalden het op de hervormers van het systeem. Dat getuigen ook enkele hoofdrolspelers, met name president generaal De Gaulle en filosoof Sartre. De twee stonden bekend als elkaars politieke en intellectuele tegenpolen. Om te beginnen een grappige tegenstelling : De Gaulle mat 1,96 m. en Sartre 1,53 m. Hun controverse begon in 1964, toen Sartre de Nobelprijs literatuur weigerde. De Gaulle zag dat als een belediging voor Frankrijk. De volgende aanvaring kwam in 1966, met het Russell-Sartre-tribunaal in Stockholm, waar de Amerikaanse Vietnamoorlog werd veroordeeld. Bij die gelegenheid schreef De Gaulle een publieke brief aan Sartre in deze bewoordingen : Cher Maître, het is u toch niet onbekend dat de Staat het monopolie op rechtspraak heeft, een hoogmoedige uitspraak, die door de intelligentsia als denigrerend werd ervaren. Toch slaagde men erin, weliswaar later, de twee antipoden met elkaar in contact te brengen. Tijdens een geheime ontmoeting in Ierland in 1969, waar De Gaulle vakantie hield, zei de dan ex-president aan Sartre over Mei 1968 : die kinderen wilden er een soort carnaval van maken.En Sartre : de jeugd wilde de wereld niet veranderen. Ze wilden hun traditioneel leven omgooien, een door ouders en maatschappij voorbestemd pad. Getuigen van deze ontmoeting beweerden dat de twee zich vervolgens aan de Ierse whiskey begaven, maar of daarmee de strijdbijl werd begraven is onbekend en evenmin erg waarschijnlijk. 

De Franse socioloog Le Goff bevestigt : Mei 1968 luidde de geboorte in van het autonome individu ten nadele van autoriteit, traditie en hiërarchie. Maar de overwinnaars interesseerden zich niet meer voor de arbeiders…

Deze getuigenissen passen mooi in mijn persoonlijke kritiek. Mei 1968 bracht bevrijding, kwam op mijn jeugdige leeftijd perfect binnen en blijft daarom belangrijk en ingrijpend voor mijn generatie. En precies daarom, omwille van de positieve waardering, valt kritiek snel op een koude steen. Welnu, mijn kritiek is dat Mei 1968 rechtstreeks in het straatje van het kapitaal heeft gespeeld. Met emancipatie-zonder-maatschappelijk-luik, maak je de burger rijp om er volgzame consumenten van te maken. Thema’s als zelfbeschikking, abortus, euthanasie, homoseksualiteit, vrouwenrechten, naamkeuze zijn elk op zich interessant en fundamenteel voor telkens weer een ander deelpubliek. Maar ze leiden af van maatschappelijke tegenstellingen. België is in deze thematiek niet voor niets wereldleider, het kost weinig, de gemoederen worden gesust en er ontstaat, na een klein gevecht tussen voor- en tegenstanders, een schijn van eenheid. We zijn een voorbeeld voor de wereld ! Welnu, de culturelen zijn in de grond systeembevestigend. Hun globalewereldsolidariteit past naadloos in de economische globalisering: iedereen gelijk en dus iedereen even arm ! Hoe moeilijk het voor velen ook is om dit gegeven onder ogen te zien - ik heb nogal wat kennissen in die kringen -, multicultureel links is een objectieve bondgenoot van het kapitaal. 

Mei 1968 was een gebeurtenis. Je zou wensen dat het zich nog eens herhaalde. Soms borrelt die energie weer op, bijvoorbeeld in Catalonië. En actiegroepen zijn langzamerhand een verworvenheid, zie bijvoorbeeld de taaie, volhardende en ten slotte geslaagde burgeracties in het hoofdpijndossier van de Antwerpse Oosterweelverbinding. Maar algemeen gesteld is de tegencultuur platgewalst door de commercie en de globalisering. Hoofdwaarde vandaag is geld. En globalisering verdraagt geen landen met afwijkende meningen, zoals Nederland met zijn referenda moest ondervinden. 

Op dit blogboek staat aan de linkerkant een rijtje uitspraken die beklijven. Ik herhaal die van de Portugese presidentskandidaat António Sampaio da Nóvoa : net als grootbanken “too big to fail” worden bevonden, wordt de wereld gezien als “too big to  think”. 

Socioloog Le Goff geeft ons een steuntje in de rug. De les van Mei 1968 : de bestaande orde altijd systematisch bevragen.

Herman van Schoten, Schoten, België, 26/05/2018.
Alle rechten voorbehouden : vanschotenherman@gmail.com.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten