Leven als god in Frankrijk: wie wil het niet?! Voor Belgen is het vakantieland nummer één. Vlakbij, tamelijk bekend en de taal is geen probleem. Boeiend is zo maar wat rondstruinen, er is overal wel wat te zien. ‘s Avonds beland je dan ergens, waar de weg en het toeval je brachten. Met verrassende resultaten! Maar je mist ook wat. Als je er cultureel en gastronomisch zoveel mogelijk wil uithalen, dan ben je aangewezen op planning. Het hangt af van je ingesteldheid. Ik ben een planner en dat sluit verrassingen geenszins uit!
Klassieke eerste etappe van onze Ronde van Frankrijk is Troyes. De stad ligt op een grote oostelijke omweg rond Parijs, dat we altijd weer mijden. Je moet eerst België door en dat is een kleine beproeving, zowel qua verkeersdrukte als de soms erbarmelijke staat van het wegdek. Feit is dat de wegeninfrastructuur in Nederland en Frankrijk veel beter is. In het ene land zonder wegentol, in het andere met.
Troyes is hier niet zo bekend en toch een aardige etappestad. Het historisch centrum met vakwerkhuizen en smalle wandelstraatjes en -steegjes doet zelfs romantisch aan. De stad leeft ook en er is veel horeca. Een tip voor de gastronoom: Caffè Cosi, een Italiaan met gastronomische allure! Het Mercure-hotel is weliswaar een ketenhotel, maar de ligging is uitstekend voor verkenning van het centrum. Gemakkelijke ondergrondse parking met veel licht en brede parkeervakken. Het is ook een winkelstad. Als je hier op de terugweg naar huis bent, kan je je aardig bevoorraden bij Le Comptoir de Mathilde: terrines, confituur, truffel, paté, ganzenlever, crêpes Suzette, baba met rum enz… Voor de shoppers: McArthurGlen Troyes Outlet Mall in het nabijgelegen Pont-Sainte-Marie.
Je duikt nu onder Parijs door en dan is het kasteel van Fontainebleau de kleine omweg waard. De ligging moet vroeger geweldig zijn geweest, midden kilometers bos en jachtgebied voor de koning en zijn gevolg. Helaas, het kasteel is nu opgeslorpt door de stad, het ligt er middenin. Even buiten de stad ligt er nog altijd het enorme bos en jachtterrein, waardoor je langs een lange rechte baan de stad bereikt. Het kasteel is goed bewaard en deels bemeubeld, met een beetje fantasie waan je je kasteelheer of -dame! Voor de horeca is het opletten voor de toeristenvallen in de eetstraten, waarvan acte. Kasteel gezien? Dan kan je Fontainebleau schrappen!
De kastelen van de Loire: je komt er haast langs en het zou zonde zijn er niets van mee te pikken. Er zijn er genoeg, meer dan 100 maar de meeste niet open voor publiek. Toch genoeg om er elk jaar een of twee aan te doen! Chambord heeft een protserig - en leeg - kasteel plus een eersteklas hotel en zeer degelijk restaurant op het domein! Andere kastelen zijn interessanter, een subjectief oordeel uiteraard. Vandaag Azay-le-Rideau, niet spectaculair maar aangenaam rustig, ook met het omliggende park. Hier zie je eindelijk hoe het hogere volk het deed: hurken boven een gat in uitgebouwde nissen boven de rivier. Het dorp herbergt een eersteklas restaurant zonder ster: l’ Aigle d’Or.
Limoges is bekend van het porselein en dat valt tegen. Er is een groot staatsmuseum van het porselein en ook een kleiner privémuseum, best aangenaam. Maar winkels om te kijken en misschien te kopen zijn er niet. Ja, er is een magazijn net even buiten het centrum, maar de fabrieken zelf liggen op industrieterreinen. Je kan bijgevolg niet zeggen dat Limoges porselein ademt! Het is een grote stad met avenues en luchtvervuiling, die op zondag plots wegvalt. Het treinstation is een van de mooiste van het land, officieel zo benoemd. De binnenstad is aantrekkelijk, met horeca geconcentreerd rond de Place de la République. Maar let op: het is hier de hele tijd op en af, het stadscentrum is allesbehalve vlak. Je voelt hier Frankrijk al helemaal en dat vier je met een panaché en een allongé op een caféterras. Een eettip: de ouderwetse brasserie Le Versailles.
Doe je ook aan natuur? Een grotbezoek! Lascaux ligt op de route naar het zuiden maar helaas te mijden. De grot is niet meer toegankelijk voor het publiek. Men heeft een grot nagemaakt! Klik op de website en de lust vergaat je, het is één grote commerciële kermis. Alternatief: de grot van Pech Merle in Cabrerets. Bezoek mits aanmelding en met gids, de moeite waard, al behandelt de gids zijn publiek als kleuters. Het oude en goed onderhouden en gemoedelijk Hôtel des Grottes, pal aan de rivier Célé, echter zonder lift en met steile en krakende trap. Het hotel heeft een voortreffelijk restaurant op het open terras boven de rivier. Pasta met smaakvolle wilde paddenstoelen en een bediening van gespeeld onder ons! Gezellig! De nog erg jonge dochters flaneren hier met hun grote hond rond als mademoiselles, heb je mij gezien?!
Albi! Hoeft geen lofzang, klinkt als een klok! De kathedraal, een versterkte burcht, los van alle bekende stijlen! Het museum Toulouse-Lautrec, in een gebouw in dezelfde stijl! Boeiende binnenstad met ook de Place Savène: het oudste pleintje van de stad, klein en besloten en geschikt voor een avondlijke ballade. Openluchtboekenstalletjes met oude trouvailles, in ons geval : Œuvres Complètes de Montaigne, Editions Famot, Genève 1976, met illustraties uit meerdere bibliotheken en gezet op papier, ontworpen voor deze uitgave. Een letterlijk zwaar geval, verworven mits een schadeloosstelling van € 30. Gastronomische uitstap: La Forge du Vieil Alby, doen!
Je komt nu over smalle wegen langs boeiende plaatsen als Saint-Cirq-Lapopie - doodlopende weg steil naar boven - en Cordes-sur-Ciel, gebouwd op een hoge rots in de vallei. Let op: op voor Fransen vrije dagen is hier geen doorkomen aan, echt waar!
Millau is hier bij ons vrijwel onbekend en toch een parel! Het stadje ligt in een vallei aan de poort van de Gorges du Tarn, in het seizoen overlopen en moeizaam te doorkruisen op het bijzonder smalle maar spectaculaire baantje langs de rivier. Bootje varen in La Malène met batelier met lange stok, helaas nu gemotoriseerd, weg romantiek, weg stilte. Wij houden ons schuil in Millau zelf, omgeven door steile groene bergen en het befaamde viaduct aan de ene kant en kale toppen aan de andere kant. Het stadje stikt er niet tussen, er is best veel groene ruimte tussen stadscentrum en bergen. In de rivier ligt een eiland, aangewend voor ontspanning van de lokale bevolking. Het kleine stadscentrum is aangenaam. In de smalle straatjes vind je een echte zeepmaakwinkel, een echte maakwinkel van handschoenen en uiteraard horeca uit de populaire sfeer, maar best doenbaar, bijvoorbeeld restaurant Arcades. De lokale pastis des Homs is van een geheel andere en betere orde dan de bekende Ricard, wat industrieel gekleurd water is. Kaas heb je in Frankrijk overal, hier is dat o.a. de befaamde kleine pérail. Het ons bekende restaurant Capion viel tegen, te veel verwacht? Het diner in het Château de Creissels was meer dan een goed alternatief, standing in interieur en bediening en kwaliteit in het bord. Millau! Het kan gebeuren dat je wat bijzonders voelt voor een dorp of stad, bij ons is dat Millau. Een beetje ver van alles af, maar wel op de doorgaande autobaan van Clermont-Ferrand naar Béziers en Montpellier. Deze autobaan is lang niet zo druk als die van Nancy naar Lyon of Parijs - Bordeaux en is onze klassieke insteek in Frankrijk geworden.
De terugweg loopt over Bourges, culturele hoofdstad van Europa in 2028. Een spijtig geval! Er is weliswaar de gigantisch grote gotische kathedraal met schitterende glasramen, maar dat is het zo ongeveer. De stad oogt niet aangenaam met nogal wat versleten behuizing. Restaurant Le Bourbonnoux, in de gelijknamige straat, is uitstekend. Helaas, Bourges is geen omweg waard.
Dat was het voor deze keer. Weinig? Ja! De ervaring leert dat je niet te veel hooi op de vork moet nemen, dan ren je van het ene naar het andere. Beter is ergens twee of drie dagen te blijven om de omgeving op je in te laten werken. En de rest uit te stellen voor een volgende keer. Dat was best moeilijk, er is nog zoveel te zien en te bezoeken. Dijon, Lyon, Bordeaux, Angers, Nantes, Blois, het kan niet op.
Belgen kopen graag een tweede woning in Frankrijk. De uitstalramen van immobedrijven beloven lage prijzen! Afhankelijk van de streek kan de prijs inderdaad behoorlijk lager uitvallen dan in Vlaanderen. We zagen o.a. het aanbod van een gerenoveerd vrijstaand huis met grote tuin en 5 slaapkamers in een dorp in de buurt van Albi voor € 265.000. De kosten voor bemiddeling liggen hoog, doorgaans 5 %! Benzine, hotels, vakantieappartementen en een drankje op een caféterras zijn duur. Vakantieappartementen zijn bijzonder klein en matig onderhouden, de Fransman heeft ook niet de reputatie van propreté. Hotels rekenen het ontbijt standaard apart aan, in tegenstelling bijvoorbeeld tot Portugal. En in de nieuwe of vernieuwde hotels is het bidet verdwenen. Restaurants zijn een stuk goedkoper dan bij ons wegens lagere personeelskosten en lage belastingen want gastronomie is nationaal erfgoed. In vele dorpen vind je een chef die kan koken, anders dan bij ons, waar men doorgaans matige kwaliteit biedt aan hoge prijzen en dat zelfvoldaan normaal vindt. In Nederland vindt men dan weer dat gastronomie wil zeggen veel en veel groenten. In de Lage Landen zou men bescheiden en leergierig naar Frankrijk moeten opkijken, dat is pas een culinair land! Koken is spelen met smaken, wat niet noodzakelijk een schilderijtje op je bord moet wezen met druppels en veegjes. De kunst is koken met eenvoudige producten, met luxeproducten kunnen u en ik het bijna ook. En het hoeft zeker geen sterrenrestaurant te zijn! Twee chefs verklaarden dat ze geen Michelinster nastreven omdat ze dan dure tafellakens en serviezen en meer personeel moeten inzetten, terwijl de zaak nu ook zo goed als dagelijks vol zit! Dat zijn de echte! Ze bieden ‘s middags een lunch aan prijzen zonder concurrentie, ‘s avonds voor het diner is het duurder want à la carte. De truc: in de Michelingids speuren naar restaurants zonder ster en ze stuk voor stuk aanklikken, je voelt het snel aan! Het aanbod in de supermarkt aan kaas en vlees is ongekend, wat een weelde! Nog een minpunt: de wegentol tikt door in de portemonnee, maar je kan je een dispositif aanschaffen voor aan de autoruit, waardoor je aan een voorbehouden tolpoort voor abonnés snel door kan zonder ter plekke te betalen, erg handig met die stroom toeristen aan de andere tolpoorten.
Het land is een ideaal reisdoel voor cultuur en gastronomie. Ze hebben zich zelfs aangepast aan de internationale toeristenstroom en dat voor Fransen, die wel nog altijd tussen de middag hun nering sluiten, mais oui, évidemment! Een zeldzaam hurktoilet vind je hier en daar nog aan een kleine aire de repos zonder verdere voorzieningen. En personeel spreekt meer en meer een mondje Engels. Je leert ook altijd wat bij, soms grappig. Het voilà ligt op ieders lip maar tegenwoordig ook allez hop!, bij het afrekenen bijvoorbeeld, ik nam het snel over, allez hop!
Frankrijk is een groot land voor een autoreis. Ik broed op een alternatief. Je kan bijvoorbeeld vliegen op Toulouse en daar een huurauto nemen. Maar Montpellier wordt per vliegtuig lang niet het hele jaar bediend, nochtans uitstekend gelegen voor zowel binnenland als kust.
Het is zonde om Frankrijk op weg naar vakantie in twee autodagen te doorkruisen over de autobaan. Het binnenland is een schat, voor wie het naar waarde schat en er tijd voor uittrekt. Maar het massatoerisme is overal, zodat je zorgvuldig de periode moet uitzoeken.
Selecteren, de juiste periode, niet te veel hooi op de vork, voorbereiding, dat is het recept voor de reiziger, die Frankrijk wil beleven.
Herman van Schoten, Schoten, Vlaanderen, 17/06/2025.
Alle rechten voorbehouden: vanschotenherman@gmail.com.