De ouderdom komt vanzelf! Tenminste als je het geluk had niet vroegtijdig te overlijden aan een ziekte, onder een tram te lopen zoals Gaudi of vermoord te worden, ja, zo is het toch! En dan komen haast vanzelf gevoelens en verzuchtingen in je opwellen en op een gegeven moment ook: wat kan ik nog, wat wil ik nog?
Dat is allemaal menselijk. Maar het zijn flarden die binnendrijven en weer plaats ruimen voor de dingen van de dag. Ik zocht naar een boek, waar de oude dag wat meer diepgaand aan bod komt en de keuze was eenvoudig: die goede oude Cicero (1)! Hopelijk goed voor lotgenoten in de ouderdom en wie weet, ook voor jongeren, omdat zij elke dag weer een klein beetje dichter in de buurt komen.
Marcus Tullius Cicero leefde van 106 tot 43 v.C. De politicus en redenaar was maatschappelijk uitgerangeerd na de overwinning van Caesar over Pompeius; hij had deze laatste publiekelijk gesteund en had dus op het verkeerde paard gewed. Wat stond hem te doen? Zijn boekje over de ouderdom was een van de middelen om zijn tijd zinvol te besteden. De ideeën zijn niet oorspronkelijk, hij grijpt terug op de oude Cato, die ongeveer 100 jaar eerder leefde. Cato staat historisch bekend om zijn uitspraak, waarmee hij zijn politieke redevoeringen steevast zou beëindigd hebben: Overigens meen ik dat Carthago verwoest moet worden. Dat gebeurde inderdaad enkele jaren na zijn dood.
Zijn boekje is geen klaagzang, bij wijlen zelfs een lofzang. Het onderwerp is zo universeel, dat de inzichten dat eveneens zijn. Er zijn wel culturele verschillen waarneembaar, bijvoorbeeld respect voor ouderen, het geloof in een hiernamaals, berusting of niet. Cicero schreef een dun boekje in dialoogvorm, iets voor fijnproevers!
Enkele citaten:
-De last van de ouderdom is zwaarder dan die van de Etna.
-Elke leeftijd heeft zijn eigen periode gekregen. De zwakheid van de kindertijd, het onstuimige van de jeugd, de ernst van de middelbare leeftijd en de rijpheid van de ouderdom.
-De ouderdom heeft geen energie. Maar energie wordt van de ouderdom ook niet gevraagd. Bij wet en gewoonte is mijn leeftijd dus vrijgesteld van alle taken waarvoor krachten een voorwaarde zijn.
-Van Milo wordt verteld dat hij in Olympia het stadion binnenging met een os op de schouders. Wat zou je het liefst willen hebben: zijn fysieke kracht of de geestelijke kracht van Pythagoras?
-Niet fysieke kracht of snelheid of beweeglijkheid tellen bij grote activiteiten, maar wijs beleid, gezag en oordeelsvermogen. En daarvan raakt de oude
dag niet gespeend, integendeel, die kwaliteiten worden alleen maar groter.
-Goed nadenken, scherp analyseren en trefzeker oordelen zijn typische eigenschappen van oude mannen: anders hadden onze voorouders het hoogste beleidsorgaan nooit senaat genoemd!
-Niet alleen ons lichaam behoeft extra ondersteuning, voor verstand en geest geldt dat nog veel meer. Want ook die doven uit in de ouderdom als je ze niet activeert, zoals je een lamp bijvult met olie. Oefening maakt de geest juist licht.
-Er is in Athene een man geweest, die zichzelf als wijze afficheerde en beweerde dat alles wat wij doen betrokken moet worden op genot. (Noot: is misprijzende toespeling op Epicurus (341-270 v.C.).
-Aan Sophocles werd gevraagd of hij op hoge leeftijd nog seksuele omgang had. Graag ben ik daarvan weggevlucht, zoals van een woeste, razende meester. Als je ziel zogezegd is afgezwaaid uit de diensten aan lust, eerzucht, competitie en alle vormen van vijandschap en passie en op zichzelf is en het goed heeft met zichzelf.
-Genot belemmert nuchter denken en is de vijand van het verstand.
-Op bevlogen wijze noemt Plato genot het aas van het kwaad omdat mensen erdoor aan de haak worden geslagen als vissen.
-Bij al dat soort klachten ligt de schuld niet bij de ouderdom maar bij je eigen karakter. Oude mannen met zelfbeheersing, die niet lastig zijn en enige beschaving hebben, leven een draaglijke oude dag. Maar een onhandelbaar en onbeschaafd karakter is op elke leeftijd een last.
-De dood verdient helemaal geen aandacht.
Nawoord.
Cicero was onrustig op zijn oude dag en zelfs radeloos. Hij stierf niet door ouderdom, maar werd door politieke tegenstanders vermoord en zijn afgehakte handen en hoofd werden opgehangen aan het spreekgestoelte van het Forum. Misschien was zijn ode aan Cato slechts de vertolking van een illusie hoe het ook anders had kunnen zijn. Hij klampte zich vast aan het onbereikbare en hij leed aan zijn behoefte aan erkenning en gezag, die hij door het gewijzigde politieke klimaat kwijt was.
Zijn inzichten vatten de essentie over de ouderdom. Fysieke aftakeling en geestelijke top! Ik herken me in zijn deugden! Mijn geest is als van een jong veulen, sprankelend, maar wel gewapend met een leven van ervaring, zelfvorming, oefening nog elke dag, vrijgesteld van verplichting en volkomen onafhankelijk.
Je kan wel nog verschillen toevoegen: tijdperk en tijdgeest. Cicero leefde in de 1° eeuw v.C., wij in de 21° eeuw n.C. Dit verschil is kolossaal! Cicero genoot materiële welstand, voorwaarde voor een waardige oude dag. Maar de welstand van nu is gigantisch veel groter en bovendien algemeen. In zijn tijd was 60 jaar al oud, nu is 80 normaal en 100 geen uitzondering, dankzij de combinatie van welstand en een voortdurende revolutie in de gezondheidszorg, waartoe we ook algemeen toegang hebben. Het is zo vanzelfsprekend allemaal, dat een aantal burgers het wellicht nog nauwelijks beseft.
De tijdgeest dan. Cicero voelde zich bedreigd door zijn politieke tegenstanders en naar bleek ook terecht. Ikzelf voel me helemaal niet bedreigd. Ons maatschappelijk systeem garandeert bovendien vrijheid van meningsuiting, al staat die onder druk van massamedia, islam en woke. Ik heb ook nooit aan iemand dank u wel moeten zeggen en heb alles op eigen kracht bereikt, geen voorspraak, geen gunsten en dat geeft me volstrekte vrijheid van handelen en zijn. Mijn loyaliteit was nooit ingegeven door eigenbelang of afgedwongen. Wat een verschil met Cicero!
Op één belangrijk punt vergist Cicero zich en ook Socrates, naar wie hij verwijst: de onsterfelijkheid van de ziel. Wij weten vandaag beter, er is geen hiernamaals, geen hemel, hel en vagevuur en er zijn geen 72 maagden beschikbaar voor de moslimjongere die zich opoffert. Als we dood zijn is het gedaan, daar moet je je dus geen zorgen om maken.
Er is nochtans een aspect van de tijdgeest waarin Cicero het wellicht beter had dan wij nu! Hij leefde in een tijd van algemene waarden van goden, gezag, verdienste, eruditie en wijsheid. Dat is nu grotendeels weg, uitgewist door dat vermaledijde amerikanisme, dat maar één waarde kent: geld. De Mammon heeft alle goden verjaagd. De gemiddelde burger heeft deze hersenspoeling met plezier ondergaan, hij leeft helemaal op in de opgelegde genotscultuur, waaraan zwaar verdiend wordt. Iedereen zijn gedacht want dat brengt op, nadenken strooit zand in de consumptiemachine. Mijn generatie is opgebracht met plicht, dat hapert dus.
De inzichten van Cicero komen warempel vandaag terug! In de nieuwe film The Blue Trail toont een 77-jarige vrouw aan dat er nog actief leven is na te zijn weggezet door een maatschappij, die haar niet meer rendabel acht. Maken we nog kans om de oude wijze van het dorp te worden?!
Mijn echtgenote en ik redden ons, we gaan onze eigen weg en proberen nog iets te betekenen voor mensen uit onze directe omgeving. En boeken vormen mijn Berlijnse muur, waarachter ik me verschans. Ik beschik zodoende over een eigen jachtterrein voor studie en cultuur en dan is niets zo aangenaam als een oude dag zonder verplichtingen en met een fijn muziekje op de achtergrond. Mijn medicijn tegen de anti-intellectuele sfeer van vandaag is spot en cynisme maar wel begrip voor de gewone, niet opgeblazen man en vrouw, met wie ik graag omga.
Als je moet kiezen tussen de tijd van Cicero en deze tijd, ja, dan, ondanks alles, is de keuze niet moeilijk!
NOOT:
(1):Cicero, De kunst van het oud worden, Athenæum/Polak & Van Gennep, 2008.
Herman van Schoten, Armaçao de Pêra, Portugal, 23/11/2025.
Alle rechten voorbehouden: vanschotenherman@gmail.com.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten