Ex-voetballer,
columnist en voetbalcommentator Jan Mulder heeft het gehad met Nederland. Een
bekentenis die je wel meer hoort, door de band uit de mond van financieel
gefortuneerden. Ze passen dan ook niet in de reeks Ik vertrek, meer bedoeld als uitlachtelevisie voor dwaze
avonturiers die de zoveelste camping willen opzetten, nauwelijks voorbereid
zijn en al helemaal de taal niet spreken, nochtans een vereiste in het volkse
uitheemse milieu, waarop ze zijn aangewezen. Een emigrant met geld echter zoekt
het hogerop. Hij bouwt bijvoorbeeld een villa in Portugal, maar laat wel
Nederlandse vakmannen overvliegen, want lokale improvisatie moet hij niet. Hij
vindt zichzelf vervolgens terug tussen Britten, Zweden en Duitsers en koopt
huishoudelijke hulp in van lokale sukkelaars, die een paar woorden Engels van
de kruidenier hebben geleerd. Of hij koopt iets in Toscane want dat staat goed,
je kan er Vlaamse politici tegen het lijf lopen en je kan proberen er wijn te
verbouwen. Zuid-Afrika is ook in trek, maar is door afstand en onbekendheid
voorlopig nog een selectieve bestemming, meer iets voor hoger zwevenden, zoals
wereldverbeteraar Tom Lanoye, die daar zelfs Antwerps spreekt.
Onze Jan Mulder echter beperkt de verhuis
merkwaardig tot Brussel. Hoewel toch nog altijd een eind weg als je van
Nieuwolda komt, mentaal dan. Maar waarom doet Jan dat ? Heeft hij het plots
gehad met dat dorp waar hij geboren en getogen is en zijn jeugdmaatje trouwde ?
Staat hem de geur van de natuur en de stilte van zijn dorp tegen en verkiest
hij het lawaai en de stank van de grootstad ? Mist hij het gevoel om erbij te
horen ? Kan hij in Groningen niet scoren, belangrijk voor een voetballer en
zeker voor een aanvaller ? Is het een verlate leeftijdscrisis ?
Het is niets van dit alles. Jan ruikt geld. Hij is
erin geslaagd een vet media-contract te versieren, ofschoon de media nauwelijks
nog rendabel zijn, dat vertellen ze althans zelf. De wijze waarop Jan dat voor
mekaar kreeg is leerrijk. Jan draait al een poos mee op Vlaamse en Nederlandse tv-kanalen.
Zijn optreden is heerlijk want staat haaks op wat de zogenaamde kenners
debiteren. Zijn show is weliswaar geprefabriceerd maar wel gespeeld als de
beste acteur. Hij brengt het als een spontane inval, waarvan hij gelijk spijt
heeft, daarom verstopt hij het hoofd achter de hand om de camera zogezegd te
ontvluchten. Enig ingeoefend gestotter past daar perfect bij en ook spelen
alsof hij niet uit zijn eigen redenatie komt. En hij zwijgt en zwijgt, als de
anderen hun voorgebakken prietpraat aan de man brengen. Hij weet wat hij doen
moet. Hij wacht en wacht en laat eerst blindgangers als Marc Degryse of Filip
Joos hun democratisch recht op het verkopen van onzin beoefenen. Daarna - als
het moet – zal hij, zuchtend en zogezegd stuntelend naar zijn woorden zoekend,
zijn tegendraadse bijdrage plegen. Hij noemt de anderen rond de tafel collega’s, maar daar meent hij
niets van, hij gedoogt en gebruikt ze om daarna des te helderder te kunnen
schitteren. Een ster in het donker.
Tijdens het WK voetbal in Brazilië zeiden wij tegen
elkaar : Kijk Jan, hij voert zijn stukje
weer op ! We luisterden geenszins naar de zogenaamde analisten, maar
hielden constant Jans mimiek in de gaten, verveeld tot en met, en wachtten
in spanning af wanneer hij het moment rijp zou achten. Zo dicht mogelijk tegen
het volgende reclameblokje aan, dat heeft zijn voorkeur. Drijft hij de spanning
om zijn persoon nog aardig mee op. Jan zou natuurlijk zoveel meer kunnen
vertellen over het domme wereldje van het voetbal en over trainers en over
commentatoren en journalisten, maar Jantje houdt keurig zijn mond en bereidt in
stilte zijn nummertje voor. Het lukt meestal. Zijn collega’s zijn slechts
decor, al hebben ze dat niet door. Ze bereiden, doodernstig zeurend over een
tactische blunder, een gele kaart of vermeend buitenspel, niet begrijpend de
weg naar Jans geestig opstapje, waar iedereen op zit te wachten.
Jan schijnt ook een zeker senior-sexappeal uit te
stralen. Het schijnt dat vrouwen daarvan smelten. Dat begrijp ik niet. Ik ben
prompt voor de spiegel gaan staan en zag gelijk een tevreden glimlach. Mits ik
recht van de kapper kom en mij zondags kleed, heb ik dat ook, jaja dames ! Al
heeft het geen effect in mijn senioren-omgeving, maar ja, die zijn met zichzelf
begaan, dus.
Toch een minpunt. Het moet zijn dat Jan zijn
talenten voor zichzelf gehouden heeft. Want zoon Youri - wat een
ongeïnspireerde naam, Jan toch ! - bakt er niet veel van. Hij valt keer op keer
in de kuil van die taterende Nederlandse commentatoren waaraan niets te beleven
valt. Het is gedreven vlakpraat in een ademloos tempo, hopeloos. Als Jan erbij
zit, vertelt hij nog minder dan in Brussel en kijkt hij al even stuurs. Ook in
Hilversum rinkelt de kassa.
Die kassa wordt de doodsteek voor Jan. De Vlaamse
televisie huurde Jan in voor het dagelijkse praatcafé over het Europees
voetbalkampioenschap voor landenploegen in Frankrijk. Dat programma had twee
nadelen. Eerst en vooral duurde het te lang. Wat moet je elke dag weer
eindeloos zitten leuteren over dat voetbal zeg ! Zelfs voor begenadigde
commentatoren is dat werkelijk te veel. Een valstrik van formaat. En Jan zorgde
zelf voor de tweede valstrik. Hij heeft een mooi contract versierd en ziet zich
nu genoodzaakt die zendtijd, die maar doorgaat, op te vullen met provocerende
praat, want daarvoor is hij ingehuurd. Dat wordt overacting. Met een air van
hou je vast, nu zal ik eens wat zeggen, gooit hij de ene na de andere onzinnige
bewering de huiskamer in en hij spreekt zich ook geregeld tegen. Hoofdreden van
zijn onzinnig getater is de opgelegde consensus. Jan doet alsof hij de tent op
stelten zet, maar kleurt braaf tussen de lijntjes. Hij zal speler Hazard de ene
dag ophemelen als wereldspeler en hem de volgende dag wegzetten als onrendabele
solist. Hetzelfde doet hij met andere spelers, met de ploeg en met de trainer :
zalven en slaan ! De essentie, daar dribbelt Jan vaardig omheen : de Belgische
ploeg is een Belgisch compromis tussen Vlamingen en Franstaligen en daarom zal
het ook nooit wat worden. Een Vlaamse trainer was ongewenst, huurden ze een
Spanjaard in. Jan weet dat wel, maar hij wurmt er zich professioneel doorheen,
net als vroeger tussen vijf verdedigers op het veld.
Nu vraag ik me af : zou hij nu dag in dag uit op de
trein tussen Groningen, Hilversum en Brussel zitten ? De frequentie en de
snelheid van zijn tv-verplaatsingen doen veronderstellen dat er een heuse TGV
voor hem klaar staat, of een helikopter, dat zal het vast wezen ! Maar hij is
het zat, dat reizen en dan ook nog naar Nieuwolda, hij heeft het gehad. En
gooit, met de timing van de meester-tacticus, zijn Brussels plan op tafel. Maar
slimme Johanna denkt : ik ga mee ! En
zo eindigt dat gespeelde gezeur over die eeuwige treinritten in een verrassende
wending waar beiden zich ten slotte toch in kunnen vinden, voorlopig althans.
Of Johanna Brussel leuk zal vinden ? Tuurlijk niet. Maar het is haar Jan.
Jan is de voetbalstatus zelfs ontgroeid. Hij is
toegetreden tot het erkende heir van de intellectuelen. Presteerde het om Remco
Campert naar Antwerpen te halen. En dat is niet niks ! Deze Nederlandse dichter
des vaderlands loopt immers tegen de negentig en moest van Jan op een koude
septemberavond in open lucht voorlezen ! Het kunnen dan wel literaire vrienden
zijn, er zijn grenzen Jan...
Nu heb ik tot slot nog een intrigerende roddel.
Luister ! Tijdens het wereldkampioenschap voetbal in Brazilië zaten Jan Mulder
en Jan Boskamp zij aan zij in de VRT-studio om een en ander te
becommentariëren. Je voelde aan je ellenbogen dat het tussen die twee niet
klikte. Onze Jan keek verbaasd en neerbuigend op die andere Jan neer. Die
draafde maar door als vanouds, met technische analyses, onderbouwd met
krachttermen, zware schouderkloppen en talloze weet-je-wels. Nu schijnt het - ik heb het slechts van horen zeggen,
maar toch - dat die twee na de uitzending bonje kregen. De decibels waren niet
te tellen en een van de Jannen moest worden tegengehouden om de ander niet te
lijf te gaan, welke weet ik natuurlijk niet. En na afloop moet Jan Mulder aan
de VRT een ultimatum hebben gesteld : hij of ik. Het resultaat is er naar, Jan
Mulder heeft het gehaald en Jan Boskamp is verbannen naar de populaire zender.
Waar hij met zijn Rotterdamse branie ook thuishoort, dat zal u kunnen
bestatigen. Of het waar is ? Het is maar roddel natuurlijk. Maar net daarom
interessant.
Jan Mulder was een begenadigd voetballer. En nu ook
een handig verkoper van lucht.
Herman van Schoten, Schoten, België, 16/09/2015.
alle rechten voorbehouden : Herman van Schoten.
Dit artikel heeft helaas - want een verrassend andere kijk op het JMschap - een verkeerde URL-link (nl. deze van de 'Vernissage'-bijdrage) in de kolom rechts. Just so you know.
BeantwoordenVerwijderen