Translate

372. DE VERKEERDE BEGRAFENIS.

 

We waren op tijd vertrokken en kwamen terecht in een file van een ongeval. Het zou kantje boord worden. De parking aan de kerk stond bomvol, ja, dat krijg je als je laat bent. In een ver-af-straat de auto weggezet en te voet naar de kerk. De man, die de kaartjes van deelneming in ontvangst neemt, was al weg. De dienst was bezig, zo te zien mèt een priester en dat in deze tijd! De kerk zat goed vol, we keken rond en herkenden niemand. Nu, dat hoeft niet te verbazen, overledenen blijken altijd wel vrienden en kennissen te hebben, die jou onbekend zijn. Toen kwam de preek van de pastoor. Hij schetste een beeld van de overledene, dat wij niet herkenden. We keken elkaar aan: verkeerde begrafenis? Schoorvoetend slopen we de kerk uit. Wat nu? We vroegen aan een voorbijganger waar hier nog een kerk was en die legde het keurig uit. We kwamen nog goed terecht, net voor het einde van de dienst en konden nog net condoleren. Alsof er niets aan de hand was schudden we deelnemende handjes. Zwijgend terug naar de auto. Eenmaal binnen schaterden we het uit. Wat was me dat?! 


Jaja, ik weet het, gps en zo! Maar we hadden de overlijdensbrief thuis op tafel laten liggen. Haast en spoed is zelden goed, bleek nog maar eens. En ten slotte, vergissen is menselijk! Natuurlijk, dit is maar een kleine vergissing en het liep goed af. 


Begrafenissen zijn bijzondere gebeurtenissen. Je moet er eigenlijk altijd naartoe gaan, kwestie van de laatste eer. Maar het weegt op me, ik zie er tegenop. Het voelt aan als het omgekeerde van wat je wil: leven! Vroeger, in de kerk, moest je dan ook nog de schijnheilige vertoning van de belofte van eeuwig leven ondergaan. In paradisum deducant te angeli! Wat een diep treurige vertoning, tot en met de laatste snik, het ging me door merg en been. Willem Elsschot : 


Priesters zalven en beloven,

maar ik kan het niet geloven.

Neen, er is geen wenden aan:

als wij dood zijn is ‘t gedaan.


Kerkhoven zijn een eigenaardige plek. Je loopt voorbij soms monumentale zerken, maar de omvang speelt geen rol: in de dood is iedereen (eindelijk) gelijk. Je leest namen en data en je stelt tevreden vast dat je er heel wat overleefd hebt. Je ziet koppels verenigd in een graf, jonge kinderen die van het leven nauwelijks mochten proeven, mensen gestorven in de fleur van hun leven, jongeren verongelukt in het verkeer. In grote steden heb je soms een bijzonder kerkhof, met bekende figuren of met grafkisten bovengronds, met name in Lissabon. 


Een kerkhof is confronterend, een kerkhof tast de waan van de dag aan en doorprikt genadeloos je zelfbeeld. Ik ben geen kerkhofganger. Ik kijk dan ook met een lichte verbazing naar het ritueel van de jaarlijkse schoonmaak, in de week voor Allerheiligen. Aandoenlijk. Er wordt geschrobd en geschuurd en grote bloempotten worden aangevoerd. Het dient de dode tot niets, het is therapie voor de nabestaanden en dat mag uiteraard. Alleen, ik heb er geen behoefte aan. Ook de graftombe van een bekend persoon doet me weinig. Eentje maakte nochtans wel degelijk indruk: Machiavelli in de Basilica di Santa Croce in Firenze. Hij ligt daar toch maar tussen grote namen, al is zijn tombe kleiner en niet zo pompeus. Met Galileï, Dante en Michelangelo in je buurt mag je niet klagen! Machiavelli wordt doorgaans verkeerd begrepen. Want hij componeerde geen lofzang op machtsmisbruik, maar onthulde hoe macht in zijn werk gaat. 


Vroeger vertrouwde je de afgestorvene toe aan de aarde. Na een aantal jaren werden de graven geruimd, wat ik altijd extreem onrespectvol vond. Vandaag de dag kan je hem of haar mee naar huis nemen. De urne op de schouw, ik vind het maar een naar vooruitzicht. Mijn zusje zaliger nam een wijs besluit: geen overlast voor de overlevenden, uitstrooien, klaar.


Dat brengt me op de laatste wil. Het is belangrijk te weten wat de laatste wil van de overledene was. Doorgaans blijkt dat uit het testament. Dat is billijk. Minder vanzelfsprekend is de uitvaart. Tegenwoordig wordt die dag minutieus gepland door de overledene zelf. Het is letterlijk zijn of haar laatste wil. En je wilt het op tijd weten natuurlijk, om te voorkomen dat je je geliefde, die op sterven ligt, in een helder moment nog moet vragen: schat, in de grond, cremeren, uitstrooien op zee? Een voorbeeld van tijdig voorbereiden is voormalig tv-kok Herwig Van Hove. Zijn draaiboek voor de uitvaart ligt klaar. Gedetailleerd tot en met, toespraken, muziek, alles. Hij zal zelfs de genodigden toespreken! 


Sta me toe dit overdreven te vinden. Toch pieker ik erover, af en toe. Wat moet er met mijn boeken gebeuren, waaronder een aantal zeldzame exemplaren, in het Nederlands en het Portugees, geschikt voor een degelijk antikwariaat? Die mogen toch niet in de ramsj gaan?! Tijdig weggeven aan een geschikte opvolger, lijkt me. En ik heb met de gedachte gespeeld om een allerlaatste boodschap af te geven, muzikaal dan: iets klassieks en veel levendige jazz! Maar na rijp beraad zie ik ervan af. Immers, loslaten betekent loslaten. Is het aan mij om over de dood heen nog beslissingen op te dringen aan de nabestaanden? Mijn besluit staat vast: als ik dood ben, is het niet meer aan mij. Het is aan de nabestaanden om te beslissen hoe ze mij wensen te herdenken. En dan zal gelijk blijken hoe ze me beleefd hebben, al zal ik niet bij machte zijn er punten aan te geven. Het is mijn ultieme vorm van onthechting, mooi, toch?! En tegelijk ben ik verlost van een vervelende klus vooraf! 


Natuurlijk, het is nog lang niet zover. Ik wil 104 worden en mijn intimi weten waarom. Er zal dus nog veel water door de Schelde lopen, er zullen nog veel politiekers bergen beloften doen, ik zal nog meer oorlogen meemaken en ik zal nog aardig genieten van het leven en gelukkig niet alleen. Er was een periode van veel begrafenissen, het leek erop dat iedereen doodging. Dat is sterk teruggevallen. De oude hap uit de familie is intussen weg, dat zal de reden zijn. Ik hoop maar dat ik niet het loodje leg tijdens een buitenlandse vakantie, want dan zadel ik mijn echtgenote met wat op, ik moet er niet aan denken. Kijk, dat heb ik wel netjes voorbereid middels een beste reisverzekering.


Lang geleden sprak iemand eenvoudige maar profetische woorden: als ge dood zijt hebt ge niks meer te protocollen. En daar houd ik mij aan. 


Herman van Schoten, Schoten, België, 08/05/2024.

Alle rechten voorbehouden: vanschotenherman@gmail.com.


1 opmerking:

  1. Een glimlach voor deze column. Perso heb ik voor mezelf een plaatsje
    vastgelegd bij mijn man, in het Joodse hoekje van het kerkhof in
    Compiègne. Het werd geaccepteerd ofschoon ik gewoon een Antwerpse van Vlaamse afkomst min of meer ben.

    BeantwoordenVerwijderen