Translate

368. MET DE TRAM OP STAP.


De eindhalte van tram 3 ligt op 1 kilometer van ons woonhuis. Handig dus als je naar de grote koekenstad wil. Plaats zat en je installeert je comfortabel op een bankje voor twee en uit de buurt van de deuren, zodat er niet bij elke op- en afstap langs je heen geschuurd wordt. Hier stappen haast altijd Nederlanders op, die hun auto in de nieuwe, grote parkeergarage wegzetten en overstappen op de tram. Er is al meteen ophef. Twee Nederlandse dames zoeken luidruchtig naar een manier om aan een kaartje te komen, maar dat lukt niet meer op de tram. De ene roept naar de ander: pinnen joh, zou dat lukken? Nu loopt de een naar de bestuurder, die, veilig achter glas, zich niets van de passagiers behoort aan te trekken. Hij antwoordt warempel, maar we kunnen het niet verstaan. In het terugkeren naar haar collega zegt ze tegen ons: makkelijk zat, dat is bij ons wel even moeilijker! We weten niet wat ze bedoelt. Na een paar minuten vertrekt de tram, ik haal mijn nieuw leesboek te voorschijn: Bekentenis van een jong meisje van Marcel Proust, gekocht in de tweedehands boekwinkel naast de eigenzinnige boekhandel Limerick in Gent, die tevens de merkwaardige collectie typemachines van wijlen W.F. Hermans tentoonstelt. Het boekje kostte 7 euro en is als nieuw. De titel is niet wat het is. Het zijn een aantal korte verhalen, waarbij Proust de psyche van het personage uitpuurt en onnavolgbaar in woorden vangt. Ofschoon dus gericht op het psychologische ego, toch zeer leesbaar. Er zijn ook een aantal gedichten van de auteur opgenomen. Mijn leespret wordt verstoord in Merksem, waar altijd weer een bonte verzameling van de menselijke soort opstapt, zodat je, in de woorden van een kennis, die zelden de tram neemt, denkt dat je plots in Afrika zit. Achter mij beginnen twee mannen een in een Arabische taal gestelde zeer luide conversatie, in mijn nek als het ware. Normaal zou je dan even opstaan en de heren vriendelijk verzoeken hun toon te matigen, maar dat doe je niet, uit vrees een pak slaag te krijgen. 


Mijn echtgenote zit tegenover mij en observeert het tafereel dat zich achter mij ontvouwt. Een oudere dame, vergezeld door een jongere dame met kinderkoets, wordt tegen de benen gestampt door de rollator van een pas opgestapte dame, die een plaats zoekt. De jongere zegt: pas op, ge duwt tegen mijn moeder haar benen, wacht, ik zal u helpen. De nieuwkoomster reageert fors: ik invalide, ik recht, ik zitten. De jongere dame wil nog eens uitleggen dat ze even moet wachten en dat ze dan plaats voor haar zal maken, maar dat begrijpt de ander niet: ik recht hebben, ik handicap. Het misverstand groeit uit tot een klein opstootje. De jongere roept: ik ben ook niet van hier, ik ben van Oekraïne en ik spreek 4 talen, zodat ik de mensen versta, leer Nederlands gvdomme! Niemand beweegt, niemand komt tussenbeide, zo gaat dat in Vlaanderen. Nu dreigt de oudere dame ermee de tram te doen stoppen en de chauffeur erbij te halen. Het duwen houdt op, een nieuwe halte en de daderes stapt uit. Nu geven de andere passagiers commentaar, nu alle risico geweken is. 


Wat is hier aan de hand? De wellicht Marokkaanse dame met rollator is hier verzeild geraakt en je kan raden hoe dat komt. Dankzij de globalisering en de open grenzen woont ze nu in Antwerpen en ze voelt zich onbegrepen en gediscrimineerd, want inderdaad, Vlamingen zijn geen open mensen. En ze heeft besloten zich te weren en voor haar rechten op te komen. Maar haar gebrek aan taalvaardigheid speelt haar parten. De anderen grijpen de situatie aan om nog maar eens hun gelijk te belijden over de immigratiepolitiek: veel te veel en het houdt maar niet op. Triest allemaal. Lang geleden betoogden naïeve collega’s in het onderwijs dat de multicultuur een verrijking was. Helaas, het omgekeerde is het geval. 


Thuis ligt het boek van Björn Soenens (1) op de leestafel. Een boeiend geschreven geschiedenis van de Verenigde Staten. Onder meer over de kolonisatoren en hoe zij zijn omgegaan met indianen en zwarte slaven. Het is om diep beschaamd te zijn over het menselijk ras. Ik zeg opzettelijk niet het blanke ras, want het is van alle rassen en van alle tijden. Het gaat altijd weer om ons en de ander is de vijand. Je ontkomt niet aan het inzicht dat het in wezen gaat om grond en eigenheid, het is een universele drang. 


Nu is beschaving ook je aanspraken op grond en eigenheid temperen omwille van de andere. Net zoals de aanspraken van de baby getemperd worden in de opvoeding om te kunnen uitgroeien tot een beschaafd mens. Beschaving veronderstelt inderdaad opvoeding en zelfbeperking. Maar te veel is nu eenmaal te veel. Soenens: Vergeet de mythe van de smeltkroes dus maar. Die heeft eigenlijk nooit bestaan. Amerika was en is een lappendeken van etnische enclaves. Hij citeert Lincoln, Amerikaans president van 1861 tot 1865: Het zou beter zijn voor ons allemaal om gescheiden van elkaar te leven. Deze uitspraak vereist de juiste context. Hij doelde op de wenselijkheid de zwarte slaven terug te sturen naar Afrika, niet op een systeem van gescheiden leven op eenzelfde grondgebied, wat veel later apartheid zou worden genoemd. 


De geschiedenis is overduidelijk: de mens is gehecht aan grond en eigenheid. Mohammedanen en christenen hebben elkaar nooit verdragen. Aziaten leven anders dan Europeanen. Engelsen gedragen zich anders dan Fransen. Portugezen leven anders dan Nederlanders. Noord-Portugezen hebben een andere arbeidsethos dan Zuid-Portugezen. In de wilde natuur zie je dat soorten op zichzelf blijven en vermenging uitblijft. Vermenging moet je dan ook niet bevorderen, het is tegennatuurlijk. Maar natuurlijk, beschaving betekent ook dat je de vreemden, die er nu eenmaal zijn, aanvaardt met gelijke rechten onder de wet. Geen voorrechten dus zoals positieve discriminatie bij de VRT of bij de toewijzing van woningen. Het leidt tot gescheiden leven op hetzelfde grondgebied en dat tast de gemeenschapszin aan. Je verdraagt elkaar omwille van de vrede. Het is geen positieve aanvaarding, wederzijds, maar negatieve aanvaarding, we dulden elkaar. Multicultuur leidt tot zelfgekozen halve apartheid. Zodra hetook nog leidt tot eigen voorzieningen als bijvoorbeeld eigen rechtspraak (sharia), dan kan je spreken van zelfgekozen volledige apartheid. De linksen hebben daar wel oren naar, zijn zij extreem rechts geworden? 


Een rit met de tram heeft ook een groot voordeel: de koekenstad snel in het bereik! We hebben afgesproken in Bien Soigné aan de Kleine Markt en dat is een voortreffelijk restaurant met een lunch voor € 39,50, zeer goed, werkelijk. Niet goedkoop, maar, gezien de prijzen van vandaag, is het al bijna normaal. En ze hebben er ook de crémant van Limoux, een pluspunt. Plus een kok, die kan koken, ook al niet vanzelfsprekend. We laten het gezellig over ons heen komen en kuieren daarna nog wat rond. Even binnen bij De Kampeerder, want die heeft een uitgelezen collectie voor kleding en schoenen voor de vrije tijd. En de kookwinkel even verderop, waar je je de ogen uitkijkt. Ook hier Nederlanders natuurlijk, ze weten alles sneller te vinden dan wij! 


De tram komt eraan, het is nog vroeg op de namiddag, er is plaats. Tegenover ons zit een dame van rond de 40, eigentijds en toch keurig gekleed. Nu geeuwt ze, ik kijk maar weg. Maar nu geeuwt ze opnieuw en opnieuw, met de mond open als was het een schuurpoort, zodat me de gelegenheid geboden wordt haar tanden te inspecteren. Verderop de gebruikelijke kleuren en talen. Een zwart kind monstert me, wellicht omdat ik een zomers pak draag met blauw hemd met witte boord en een bijpassende stropdas. Ik haal mijn klassieke trucs boven en steek mijn tong uit, ze doet me na. Ik laat mijn neusvleugels trillen, dat probeert ze maar het lukt niet. Nu doe ik mijn wenkbrauwen afwisselend op en neer gaan, ze wringt haar gezichtje in alle richtingen om me toch maar na te kunnen doen. Nu lach ik, ze verstopt zich in de armen van haar mama. Wat zou ze van me denken? 


Zou ik die dame met de rollator in een andere situatie ontmoeten, dan zou ik haar zeggen: mevrouw, ik leef met u mee, maar weet u, u heeft een groot voordeel want u bent jong en ik oud en daarom kleed ik me op, want een oude kapel moet je versieren! Maar ze zou het niet verstaan, laat staat die uitdrukking begrijpen. Ik kan met hen niet communiceren. Multicultuur, wat een zootje, zowel voor hen als voor ons…


Noten:


(1): Soenens, B., De Laatste Walvis, De Arbeiderspers, 2024. 


Herman van Schoten, Schoten, Vlaanderen, 2024.

Alle rechten voorbehouden: vanschotenherman@gmail.com.


 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten