Translate

373. OP REIS MET DE STOPTREIN.

 

Kort geleden reisde ik met de trein van Antwerpen naar Gent. Op een zomerse dag, waarop de NMBS extra toeristentreinen inlegt naar de Vlaamse kust. De lust bekroop me om die treinen te mijden, geen zin in een rit met jengelende kinderen en uitgelaten jeugd. Aangekomen in het station Antwerpen Centraal stond de oplossing op me te wachten: de stoptrein naar Gent. Deze trein pikt onderweg ook toeristen op, maar ze zullen slechts meerijden tot de eerstvolgende stopplaats van de sneltrein naar Oostende, zo vermoedde ik. Het vermoeden klopte. Zeer weinig volk op mijn trein, ik zat alleen in mijn wagon. 


Ik prees me gelukkig om mijn ontsnappingsroute. Ik had de tijd aan mezelf, het kwam niet op een half uur aan. Dat bleek exact de overtijd op een traject van zeg maar 60 km.! Het werd een ervaring! 


De kaartjesknipper liep langs en gunde me geen blik. We deden alle stationnetjes aan: Berchem, Antwerpen-Zuid, Zwijndrecht, Melsele, Beveren, Nieuwkerken-Waas, Sint-Niklaas, Belsele, Sinaai, Lokeren, Beervelde, Gent Dampoort, Gentbrugge, Gent St.Pieters. De trein trok op, gaf even of wat langer gas en bolde dan weer uit naar het volgende stationnetje. Enkele mensen eruit, enkele mensen erin. De perrons waren zeer verschillend aangelegd. Meest plaveien, hier en daar overwoekerd door opgeschoten onkruid. Soms betontegels en zelfs aangestampte aarde, misschien omdat mijn rijtuig niet tot aan de plaveien kwam. Gesloten overwegen met enkele wachtende auto’s. Instinctief zwaaide ik een keer, maar de chauffeurs konden mij wellicht niet zien. Langs de spoordijk geregeld een asfalt - of betonbaantje, waarop ik twee fietsers ontwaarde en verderop een joggende jonge dame, die mijn stoppende trein haast kon bijhouden. De sfeer was bijzonder. Geen haast, geen stemmen, geen slim lawaai, stilte, alleen het staccato geluid van het rijden over sporen. Traag en mooi, zoals in het liedje van Johan Verminnen. De stilte en verlatenheid van de groene buiten, landelijk, natuurlijk, echt. Ik werd er rustig van en genoot, gemoedsrust was mijn deel. Idyllisch was het niet, daarvoor is Vlaanderen te klein en te volgebouwd. Maar ik was ontsnapt aan het najagen van een reisdoel. Ik moest niet ergens komen, maar was gewoon onderweg. Ik beleefde de reis, zat niet met mijn kop al bij mijn bestemming. Het mobieltje moest niet aan uit verveling, mijn leesboek vorderde slechts 2,5 bladzijden. 


De stilte werd verstoord door een luide stem uit de luidspreker: op deze trein zitten reizigers voor Brugge en Oostende. Zij moeten in Lokeren overstappen. Want deze trein heeft als eindhalte Gent Sint Pieters en dan mist u de aansluiting. In Lokeren heeft u 5 minuten om naar perron 1 te gaan, waar de trein, die achter ons rijdt, zal aankomen en zal vertrekken vóór ons. Dus: overstappen in Lokeren, dankuwel. 


Het klopte. Het werd geen kleine volksverhuizing, maar wel een aantal tevreden gezichten met blije kinderen, wandelend en sommigen rennend naar het andere perron, waar al een groot aantal mensen stond te wachten. Dagjesmensen voor het strand. Hier en daar een emmertje en een schepje en zakken vol met eten en drinken, vermoedde ik want ik kon het niet zien. Een dagje aan zee, prachtig! De sneltrein kwam, stopte, vertrok en het perron was leeg. Toen sjokten wij er achteraan. 


Je mijmert. Hoe zou het zijn om Europa door te reizen per stoptrein?! Je hebt er geen idee van. Je berekent normaal de tijd tussen twee steden en al wat er tussen ligt voel je aan als ballast, de bedoeling is dat je er zo snel mogelijk voorbij raast. Wat een contrast met de stoptrein! Met de stoptrein is onderweg de essentie. Je kan bovendien de lokale lui bestuderen in de landen, waar je doorheen bommelt. Welk dialect spreken ze, hoe zijn ze gekleed, hoe gaan ze met elkaar om, gedragen de kinderen zich braver dan bij ons? Verstoppen die buitenmensen zich ook in hun mobieltje? Misschien kan je wel contact leggen en telefoon- en mailadressen verzamelen. En met nieuwjaar stuur je ze dan een aanzicht van de Grote Markt van Antwerpen! 


Men probeert de langeafstandstrein nieuw leven in te blazen. Vroeger had je de T.E.E. en dat was al heel wat! En de autotrein naar Zuid-Frankrijk en zo. Ik herinner me een voormalige collega, die op die manier zijn auto kwijtspeelde, hij was onderweg ergens blijven plakken, die auto dus. Nu zijn er warempel nachttreinen naar Wenen! Het vliegtuig blijft weliswaar populair voor korte afstanden, maar de politiek wil reizen per trein aanmoedigen, zeg maar voor Brussel-Parijs of Amsterdam-Londen. Onderweg zie je dan haast niets méér dan vanuit een vliegtuig, je raast overal voorbij en ‘s nachts zie je alleen lichtjes van voorbijflitsende dorpen. Luxe-treinen komen ook opnieuw in trek: Oriënt Express, El Transcantábrico, Royal Scotsman. Het tv-programma Rail Away volgt trajecten langs bijzondere locaties en dat komt al meer in de buurt van het stoptreingevoel. 


Bijna op mijn bestemming kwam de kaartjesknipper op me af, hij wilde wellicht weten wat een raar figuur van Antwerpen naar Gent reist met de stoptrein. Ik was in regel want ik rij nooit zwart, in tegenstelling tot een bejaarde vriend, die er een beginsel van gemaakt heeft. De conducteur wilde zich na het knippen - wat niet meer gebeurt - omkeren maar ik hield hem vast voor een praatje. Eerst verklaarde hij nog dat de reiziger de vrije keus heeft uit het soort trein dat hij neemt, geen probleem. Hij hield zich op de vlakte. Maar ik duwde door. Hij bekende in zijn vrije tijd ook de drukte te ontvluchten. Op een kleine camping zonder veel voorzieningen in de Ardennen, want als er te veel comfort is, dan krijg je dikke Duitsers met patserauto’s en ze maken lawaai. Hij is halfweg, mijmerde hij, al 20 jaar op de trein. We kwamen aan in Gent, jammer, want ik wilde nog vragen naar zijn avonturen op de trein. Zoals de dichter Riekus Waskowsky, die treinconducteur was op internationale treinen. Hij maakte wat mee. Maar ‘s nachts, als de reizigers sliepen of zich stil bedronken, schreef hij gedichten. Zoals:


‘Je moet niet zo kietelen’, zei je, toen ik 

om hem niet te vergeten je naam

in de zweetdroppeltjes onder je borsten

wou schrijven.


‘Ga nou door- toe nou!’, zuchtte je al 

bij de 2de letter.


De trein naar de sneeuwplaats 

vertrok om 13u45 van Milano Centrale; ik las

een dwaas verhaal over een tovenaar enzo

die van de liefde een blackout maakt.


Reizen is onderweg zijn. En uiteindelijk aankomen. 


Herman van Schoten, ergens onderweg, 16/07/2024.

Alle rechten voorbehouden: vanschotenherman@gmail.com.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten