Translate

365. ALLES GOED?!

 

Alles goed? Jaja! 


Dat ving ik op van twee mannen op straat voor de deur van een bakkerij, terwijl ik rondslenterde, in afwachting dat Françoise openging, want daar had ik een Italiaanse meringuetaart besteld. Er brandde al fel licht in haar winkel en twee meisjes waren ook al doende met de voorbereidselen, maar de deur zat nog op slot. Een kwartier moest ik zien te overbruggen en op deze zondagochtend om 8.45 uur was er weinig beweging en waren de winkels toe, op wat zaken voor eetwarij na natuurlijk, want de Vlaming moet zijn verse pistolets hebben. 


Tijd in overvloed dus om even te filosoferen over de begroeting, die je in Vlaanderen zeer veel hoort. Alles Goed? En dan met een stem, die een zekerheid wil uitstralen van had je soms anders verwacht?: JAJA! 


Men wil beleefd zijn, maar het is een lege groet. De vraagsteller zou opschrikken als je zijn vraag letterlijk nam. Stel je voor dat je hem staande houdt, met drie bakkerszakken in de hand op weg naar het zondagse ontbijt: hoe bedoel je? Gezondheid? Financiën? De relatie? Of ik met alles in regel ben? Of ik ergens mee zit? De beleggingen op de beurs? Het klimaat? Mijn nieuwe elektrische auto? De ander zou van slag raken of geïrriteerd of er zich vanaf maken: ze wachten thuis op de pistolets en de koffiekoeken, sorry! 


Deze lege formule kan toch wel een zekere inhoud krijgen, als je er bijvoorbeeld aan toevoegt: en de kinderen, ook alles goed? Want kinderen zijn tegelijk een neutraal en gevoelig onderwerp, daarover kunnen vaders wel wat uitwisselen. Vakantie is eveneens een aanvaardbare insteek en een huis in de buurt, dat maar niet verkocht raakt: het staat al maanden leeg, snap jij dat? Het weer is een minder goed onderwerp, dan krijg je standaardreacties. En het duurt nu al zes maanden! Zes! 


Ik speelde wel eens met het idee een dramatisch verhaal op te hangen over ongelukken en ziekenhuizen en zo, maar deed het toch maar niet want de vraagsteller is uiteraard iemand die je minstens oppervlakkig kent, dus zou het verhaal rondgaan en zou je door de mand vallen. Maar het kwam wel in me op, ‘t zal voorzeker een kwestie zijn van slecht karakter. 


Maar althans op het punt van begroeten ben ik een voorbeeld, al zeg ik het zelf! Ik zeg goed luidop goedemorgen! En als de aangesprokene belangstelling toont, vraag ik door. Ook al vroeg op pad? Zeker om de drukte te vermijden? Dan volgt er al of niet een kort gesprekje over ditjes en datjes. Ik heb geleerd snel te scannen of de aangesprokene bereid is of niet. In het laatste geval laat ik het er bij. Want je bouwt vliegensvlug een reputatie op. Zo ken ik een gepensioneerd ambtenaar, die elke kans benut om een praatje te slaan, uit eenzaamheid. Hij weet niet van ophouden. Een kassierster horen sissen tegen een collega: daar heb je hem weer! 


Gisteren passeerde ik een man, die een rolkar voortduwde met een chagrijnige vrouw erin, dat hoorde ik. Het voetpad was te smal, ik stapte opzij, de rijbaan op, salueerde en zei: voorrang is voorrang! De lelijk kijkende vrouw salueerde terug en toen ze voorbij waren hoorde ik ze in lachen uitbarsten: voorrang! Die meneer geeft mij voorrang! Voorrang! Zo laat je plots het zonnetje doordringen in een chagrijnige geest, ik moest erom glimlachen en was tevreden over mezelf. Op weg naar de weekmarkt stonden wat mensen stil om te gapen naar een samenscholing voor het gemeentehuis, waar mensen in chique kleren bijeen stonden en ook 6 mannen in kleurrijk uniform en met muziekinstrumenten. Ik zie een oude man staan staren en tik hem aan: kermis? Hij kijkt me met open mond aan, balt zijn hersenmassa en zegt, als om mij voor te lichten: neen, een trouw! Tunesiërs denk ik! Op dat moment barst een vrolijke tamtam los. Ik koop wat pistolets bij de bakker, die op het einde van de weekmarkt zit, wat goed is voor de dagelijkse beweging, betaal en zeg: zo, dan zijn we effen! Ze kijkt op en zegt: ja, dat klopt! Maar dat wordt nog maar weinig gezegd en ze lacht. Ik loop van de markt terug naar huis, met een grote tuil bloemen, die uit mijn boodschappenkar puilt. Ik zie mensen kijken en zeg: daar kan ik mee thuis komen! De reactie is eensluidend: goede punten! Een jonge kerel, getatoeëerd van boven tot onder, althans voor zover zichtbaar, houdt de pas in om mij door te laten met mijn boodschappenkar. Dank u wel!, zeg ik, er is nog jeugd met goede manieren! Hij grijnst en weet niet wat terug te zeggen. Bijna thuis ontmoet ik een jonge dame in koerstenue, klaar om met de koersfiets de benen te pijnigen. Da’s lang geleden, zeg ik, hoe is’t met je papa? Ik krijg de hele uitleg over zijn medische lijdensweg en ik zeg: amai, en dat is nu meer dan een jaar en hoe voelt hij zich erbij? Ze zet de fiets tegen een muurtje en neemt de tijd voor een hele toelichting. Op de tram overkomt het me geregeld dat Marokkaanse meisjes me hun plaats afstaan. Ik dank beleefd maar beperk me tot: fijn van u, dank u wel! Want de ervaring leerde me dat ze schuw zijn en contact mijden. Marokkaanse jongens staan hun plaats niet af, die blijven op hun speeltje tokkelen en zien niets. 


Kijk, het is zo gemakkelijk een goed woordje te plaatsen en ik voel me er goed bij. Het is ook gemeend, het is geen lege klap. 


Wat helaas standaard is. Een fijne dag nog!, het blijft me irriteren. Aanvankelijk wilde ik er nors op reageren, zo van gaat dat u aan soms? Maar dat slikte ik weg en nu heb ik een betere reactie gevonden: ja, voor u ook, maar ja, werkdag, tot hoe laat? Maar tot 1 uur, komt goed! Ik dwing ze iets meer te zeggen dan die opgelegde lege groet. 


Dat bedenk ik me allemaal, terwijl ik verkeerd ben gelopen en plots voor het raam sta van een begrafenisonderneming. Een vrouw van in de tachtig staat de berichten van de afgestorvenen op te schrijven. Het zijn er veel!, zeg ik, en dat gaat maar door! Ze onderbreekt haar bezigheid, kijkt me aan en zegt: ik ga naar elke uitvaart, of ik ze nu ken of niet, dat is ‘t laatste wat ge kunt doen, allee, als ‘t hier te doen is, hier in de kerk want verder ga ik niet. Dat verrast me. Ik zeg: ooit hangen wij hier ook uit! Ja, zegt ze fel, maar ik bepaal het moment. Als ‘t niet meer gaat los ik het zelf op. Ik kijk haar nieuwsgierig aan, ze aarzelt even en zegt: ik heb een revolver! Ik heb geen antwoord en stamel tot nog eens! Ik loop verder en draai me terug om: mevrouw, uw fiets! Uw sacoche hangt eraan, gevaarlijk hoor! Ja, zegt ze, ik weet het, ik vertrouw de mensen te veel, dat zeggen ze allemaal! Ik kijk nog eens naar de berichten van de overledenen, ze zijn allemaal een stuk ouder dan ik. Nu is het aan mij om te grijnzen, ik kan er nog een poos tegen! 


Les Tartes de Françoise is open! Ik toon mijn bestelnummer - bestellingen aan de lijn - , het meisje opent een koelkast en haalt er een nog half bevroren taart uit. Nu pakt ze een vlammenwerper en het witte oppervlak kleurt gelijk lichtbruin. Ze biedt me nog een speculaasje aan, ook van het huis: dankjewel! Ik heb nog niet ontbeten! En ik denk zal ik er twee nemen, maar dat durf ik niet. 


Ik passeer opnieuw de bakker. Alles goed? Jaja! 


Herman van Schoten, Schoten, België, 28/04/2024.

Alle rechten voorbehouden: vanschotenhgerman@gmail.com.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten