Translate

388. INÊS EN PEDRO: EEN LIEFDE.

 

De Portugese stad Coimbra is een universiteitsstad, een romantische stad met hoekjes en kantjes en je treft er groepjes studenten aan die de mannelijke fado zingen op de trappen van een of ander trapstraatje. 


In Coimbra bezoek je het domein van Inês en Pedro, de Quinta das Lágrimas, het landgoed van de tranen. Het verliefde stel ontmoette elkaar hier in het geheim in de tuinen van de quinta. Het werd een bewogen liefdesgeschiedenis.


Na ons bezoek, jaren geleden, wilde ik er een artikel aan wijden. Maar helaas, de documentatie was altijd weer een herhaling van de romantische voorstelling, te weinig feiten, napraten dus. Het artikel bleef dan ook onafgewerkt liggen en werd half vergeten. In de loop van 2024 vond ik dan uiteindelijk het boek, dat ik zocht: Ignez de Castro e Pedro o Cru(1). Een eerder zeldzaam boek. Het bekende antiquariaat Castro e Silva in Lissabon had het, ofschoon het niet was opgenomen in hun driemaandelijkse catalogus! Een mailtje, dat ik al veel langer had kunnen plegen, bracht de oplossing, maar ja, niet aan gedacht. Bij ontvangst een merkwaardige vaststelling. De auteur heeft het boek opgedragen aan een uitverkorene en heeft de opdracht van datum en handtekening voorzien. Maar! Een aantal bladzijden is niet opengesneden! De bestemmeling heeft het boek dus niet gelezen! Als liefhebber van oude boeken is dit een opvallende vaststelling! Wel, ik zal een extra scherp mes moeten uitzoeken om deze bladzijden ongeschonden van elkaar te scheiden! Want het gaat om een document uit 1910 en daarmee moet je voorzichtig en met respect omgaan! Met het Corsicaans mes vendetta lukte het, zij het niet zonder hier en daar een karteltje. 


Wie waren ze? 


Inês de Castro was een jonkvrouw, afstammend van een nobele Galicische familie en via een bastaard zelfs verwant aan de koning van Castela (=huidig Castilië en Léon, voorloper van het verenigd Spanje). Ze trad toe tot het gevolg van Dona Constança, een adellijke Spaanse dame, over wie straks meer.


Tussen wat wij nu Spanje en Portugal noemen, werden geregeld koninklijke huwelijken gesloten. Ze hadden een politieke bedoeling: vrede tussen Portugal en Castela en/of uitbreiding van territoriale invloed. Edele dames werden gezien als politieke pasmunt en verstandshuwelijken waren de regel. 


Helemaal los van het onderwerp van vandaag en slechts ter illustratie dit voorbeeld! In 1253 huwde de Portugese koning Afonso III met een dochter van de Castiliaanse koning Afonso X. (Aan beide kanten waren er koningen met de naam Afonso, je moet ze goed uiteen houden!) Afonso III echter was al getrouwd! Zijn nieuwe bruid was nog een klein kind! Bedoeling was de Castiliaanse erkenning van de Portugese soevereiniteit over de Algarve! Zo ging dat toen! En daarom zijn wij hier in de Algarve in “Portugal”! 


Wel relevant daarentegen voor de geschiedenis van Inês en Pedro was het huwelijk in 1325 van de Portugese koningsdochter Dona Maria met de Castiliaanse koning Afonso XI, maar door deze verwaarloosd en slecht behandeld. De aldus ontstane onenigheid groeide uit tot regelrechte rivaliteit tussen de koningshuizen, toen de Portugese koningszoon en erfopvolger Pedro in 1339 trouwde met de Castiliaanse jonkvrouw Dona Constança Manuel. Het huwelijk moest worden voltrokken per procuratie, dit is: met de handschoen. Want Constança mocht Castela niet verlaten, wegens de vete van de koning met haar vader, de Castiliaanse hertog João Manuel, die zich verzette tegen diens koningschap. Het was de spreekwoordelijke druppel, die de oorlog deed losbarsten. Porto werd belegerd door de Castilianen en de Portugese vloot werd zowaar vernietigd voor de kust van Cabo São Vicente, het uiterste zuidwestelijk punt van de Algarve en eeuwenlang beschouwd als het einde van de wereld. Op deze plek liggen voor duikers schatten verborgen op de zeebodem. Die zouden er nog altijd liggen, vertel het maar niet door hoor! Plots echter legden de rivalen hun geschillen bij. De Moren - Berbers, Marokkanen en een mengvorm van beiden - waren reeds in 1249 verdreven uit Portugal en pas een eeuw later uit Spanje. Nu rukten ze opnieuw op. De vrede van Sevilla bracht de traditionele vijanden samen in de strijd tegen de Moren, een strijd die ze ook glansrijk wonnen. Het suste de gemoederen, Constança mocht nu Castela verlaten en het reeds gesloten huwelijk met de Portugese infante dom Pedro werd alsnog ingezegend in de kathedraal van Lissabon. 


In het gevolg van Constança was er, zoals gezegd, ook een zekere Inês! Een schitterende jonkvrouw om te zien, bevallig, zowel naar geest als naar lichaam. Pedro zag de bela garça (=mooie meid) en werd smoorverliefd. Dat ontging Dona Constança niet en zij werd ongelukkig door de belangstelling van haar echtgenoot voor Inês. Dat was niet katholiek en een beproeving voor de echtelijke liefde! Op de lange winteravonden - er was geen televisie! - zocht zij naar een oplossing, die ze ten slotte meende gevonden te hebben in een bedevaart naar Santiago de Compostela, om bescherming te vragen voor haar bedreigde huwelijk. Er kwam onverwacht een andere oplossing. Dona Constança bezweek in het kraambed van haar dochter Maria, Pedro had dus niet verzaakt aan zijn echtelijke plichten… 


De weg was vrij voor Pedro en Inês! Maar zijn vader, de Portugese koning - toevallig dus ook een Afonso - liet zich beïnvloeden door zijn raadsheren, die de liaison van Pedro met Inês met argusogen bekeken, wegens de dreigende invloed van Castela - via Inês - op de Portugese kroon. Ze vreesden tevens voor hun positie. Inês werd verbannen naar de streek van Albuquerque, ten noorden van Badajoz en een 230 km verwijderd van Coimbra en ongeveer 268 km van Lissabon, een hele afstand in die tijd. Op die manier trachtte de koning het prille geluk van het nieuwe stel in de knop te smoren en een huwelijk al helemaal onmogelijk te maken. Maar het verliefde stel begreep het zo niet. Koopmannen, die de beide streken aandeden, werden ingeschakeld om geheime boodschappen over te brengen, wat, voorzover nodig, hun liefde een nieuwe impuls gaf. Pedro ging nu frontaal in tegen zijn vader en beval dat Inês zou terugkeren, concreet naar Coimbra. Dat geschiedde. Het stel installeerde zich in het paleis van de grootmoeder in Santa Clara, op de linkeroever van de rio Mondego en 1,5 km. verwijderd van de Quinta das Lágrimas, waar ze elkaar eerder in het  geheim ontmoetten. Ze kregen vier (onwettige) kinderen. Pedro’s vader, koning Afonso dus, broedde op een oplossing. Zijn raadsheren drongen erop aan deze onwettige verbintenis, die bovendien gevaarlijk was wegens de Castiliaanse invloeden zodra Inês koningin van Portugal zou worden, een einde te maken. 


Besloten werd Inês te vermoorden. Ze werd op haar landgoed van Santa Clara onthoofd bij afwezigheid van Pedro, die, als zo vaak, op jacht was. Pedro was woest en zwoer zijn liefde te wreken. Hij nam de wapens op tegen zijn vader, maar kwam tot bezinning dankzij zijn moeder. Hij besloot af te wachten tot de dood van zijn vader, een beslissing van ongewone beheersing voor een man als hij. 10 jaar later was het zover, Pedro zat zelf op de troon, de weg was vrij voor zijn wraak. Hij liet alsnog  twee van de drie moordenaars oppakken. Hij liet ze voor zijn ogen geselen en doden. Pêro Coelho werd het hart langs de borst uitgerukt, Álvaro Gonçalvez langs de rug. Alles voor de ogen van Pedro, die toekeek bij de dis. (Het tafereel staat afgebeeld in een grote tekening in een kinderboek(2)!) Pedro beval twee graftombes te maken en in de kathedraal van Alcobaça te plaatsen, een voor de stoffelijke resten van Inês en de andere voor hemzelf, wanneer zijn tijd zou zijn gekomen. Deze graftombes staan er nog altijd, voeteneinde tegen voeteneinde, opdat het paar, bij de verrijzenis, elkaar onmiddellijk in de ogen zou zien. Helaas, dit is een romantische toevoeging. In werkelijkheid stonden de tombes aanvankelijk naast elkaar. Maar de romantische toevoeging maakt indruk op de toeristen, die de kathedraal bezoeken. Wij deden op deze reis Alcobaça niet aan, maar lieten de liefdesgeschiedenis van Inês en Pedro op ons inwerken, hier in de quinta das Lágrimas, waar ze elkaar in het geheim ontmoetten aan de bron, die er nog altijd is. Je ziet ze voor je ogen minnekozen, in de beschutting van een afgelegen domein. Hier vloeide echter geen bloed, de tranen verwoorden slechts de onmogelijke liefde. En de naam van de quinta verwijst wellicht ook naar het gebeeldhouwde stel, waarbij de man zich buigt over de dode vrouw. Je moet hier de geest van het verhaal voelen en dat lukt, na kennisname van de geschiedkundige feiten en de romantische overlevering. 


De derde moordenaar ontkwam naar Frankrijk en vestigde zich later in Piódão, in de Serra do Açor, zo’n 90 km oostwaarts van Coimbra. Zijn naam is bekend: Diogo Lopes Pacheco. In de loop van vele jaren bezochten we dit dorp tweemaal. Bij die gelegenheid zocht ik in het lokale telefoonboek - dat toen nog bestond - naar de naam Pacheco. Welnu, het stikt van de Pacheco’s in Piódão! Jaarlijks op een zondag in juni vieren ze zelfs de wonderbaarlijke ontsnapping van hun stamvader! Wat nu?! Ik voelde niet de drang om de wil van Pedro alsnog uit te voeren en bereidde dus geen strafexpeditie voor naar dit prachtige bergdorp, een van de aldeias históricas - historische dorpen - van Portugal. Het dorp wordt vandaag de dag in de zomermaanden overrompeld door autocars met dagjestoeristen en de smalle en bergachtige wegeltjes zijn daar niet op voorzien. 


Enkele beschouwingen. Pedro was een echte middeleeuwer: extreem in alles. Hij was zowel een man van grote tederheid als grote brutaliteit. In de liefde, in de wraak, in zijn streng beleid, vandaar zijn bijnaam o Cru = de wrede, de rauwe. Hij was recht door zee, behalve voor zichzelf. Zo bedacht hij verschrikkelijke straffen voor wie sliep met maagden, getrouwde vrouwen of nonnen. En wanneer boosdoeners niet wilden bekennen, trok hij zijn koninklijk gewaad uit en geselde hen persoonlijk. Eens hoorde hij dat zijn schildknaap een verhouding had met een getrouwde vrouw. Ofschoon hij hem zeer lief had, liet Pedro hem het lid afkappen dat voor een man als hoogste goed geldt. 


Als Inês een bedreiging was voor de Portugese soevereiniteit, waarom dan Constança niet? Het antwoord vind ik niet. Wellicht was het verschil dat de eerste tegen de koning inging en de tweede door hem was goedgekeurd. De koning was almachtig, in alles. De koning vertegenwoordigde God op aarde, zijn gezag was absoluut. 


De kinderen van Pedro en Inês waren onwettelijk. Wie is Pedro dan opgevolgd als koning? Wel, het is Fernando, een zoon uit het huwelijk met Constança. 


Het is geenszins zeker dat Pedro in het geheim was getrouwd met Inês, daarover bestaan geen schriftelijke bronnen. Hun geschiedenis blijft actueel door het Portugese onderwijs. Vroeg of laat zal ongetwijfeld de verleiding komen om de tombes te openen. Hun geschiedenis spreekt immers tot de verbeelding en heeft reeds een lange literaire weg afgelegd. Het opgesmukte verhaal leidt een eigen leven, dat in publicaties voortdurend wordt nagepraat, los van de feiten. De geschiedenis van Pedro en Inês is een legende geworden. Het is onbegrijpelijk dat de BBC aan dit universele thema nog geen film heeft gewijd?! Een film-met-kleren-aan zou succes hebben, wellicht evenveel als Romeo en Julia! Of zoals Leonardo DiCaprio en Kate Winslet op de Titanic! Het is een klassieker, zij het internationaal minder bekend vanwege het land, waarin de geschiedenis zich afspeelde. Portugal is geen Verenigd Koninkrijk, laat staan Hollywood. 


Was de liefdesgeschiedenis van Inês en Pedro de voedingsbodem voor het vermaarde Portugese spreekwoord: uit Spanje komen slechts ongunstige winden en ongunstige huwelijken?! Als je dat spreekwoord in Portugal citeert, schiet de Portugees in de lach! De volksaard is inderdaad erg verschillend. De Portugees is eerder weemoedig, meegaand en behulpzaam, de Spanjaard eerder dominant en luidruchtig. In onderlinge contacten spreekt de Portugees Spaans, de Spanjaard vertikt het een woord Portugees te verstaan, zoals we in Spaanse hotels bij herhaling vaststelden. Spanje is een prachtig land met grote cultuurschatten, maar de mensen zijn niet aardig. 


Coimbra is een reis waard. Dat vond ook Herman de Croo, de politieker, die we er in het stadscentrum tegen het lijf liepen met echtgenote en een jongeman (Alexander?), ofschoon hij op tv net had verklaard nooit op reis te gaan. Ze spraken Frans. Voor de Nederlandse schrijver Gerrit Komrij was Coimbra een culturele ontsnappingsmogelijkheid, toen hij in Vila Pouca da Beira woonde, hier een 60  km vandaan. In een van zijn verhalen vertelt hij hoe hij twee geheime geliefden uit zijn dorp betrapte in het stadscentrum van Coimbra. Een lokale Inês en Pedro! Komrij was zo wijs hierover in zijn dorp te zwijgen. 


Hier in Coimbra kan je een zeldzame wijn drinken: Buçaco tinto reserva van het huis Alexandre d’Almeida. Hij heeft een hotel in Coimbra en op het Rossio in Lissabon. Alleen in zijn restaurants kan je deze wijn krijgen, niet in de handel. Welnu, wij hebben een fles van het jaar 1994! Zo’n oude fles met een ouderwetse capsule die er moeilijk af te krijgen is! In 2024, na de lectuur van het boek, hebben we ze ontkurkt en vastgesteld dat de wijn niet meer drinkbaar was. Het is eerder een rariteit dan een goede fles. 


Nog eens teruggaan naar Coimbra? Neen, niet echt. Je laat plekken met een grote herinnering beter links liggen, de ervaring leert dat de nieuwe confrontatie het moet afleggen tegen het beeld, dat je je ervan hebt geboetseerd in je herinnering. 


Noten:


1.Natividade, M. Vieira, Ignez de Castro e Pedro o Cru, Perante a Iconographia dos seus Túmulos, Lisboa, 1910.

2. Inês de Castro, história junior, Edições Asa, 1989.


Andere bronnen:


3.Willemsen, A., De taal als bril, De Arbeiderspers, 1987.

4.Kaplan, Handboek Portugal, De Arbeiderspers, 1994. Deze historica maakt enkele frappante fouten. Zo vertelt ze voor waar dat de graftombes met het voeteneinde naar elkaar toe stonden! Ook beweert ze dat Portugal en Spanje in de Algarve met het spoor zijn verbonden. Echter, er is tot vandaag de dag geen spoorbrug over de grensrivier Guadiana. Maakt zij nog andere fouten? 

5.Saraiva, J.H., História concisa de Portugal, Publicações Europa-América, Lisboa, 15° editie, 1982. Ofschoon minister onder dictator Salazar toch een vermaarde historicus. Dit boekje was verplichte lectuur op elke Portugese school. Zeer degelijk en gedetailleerd. Ik leerde de man kennen door zijn tv-optredens. Hij spiegelde je keer op keer in een korte reportage een historische figuur voor. 

6.Varela Gomes, R., Panorámica de História de Portugal, Faculdade de Letras de Lisboa, Departamento de Língua e Cultura Portuguesa, Lisboa, 1993. 

 

Herman van Schoten, Armação de Pêra, Portugal, 15/12/2024.

Alle rechten voorbehouden: vanschotenherman@gmail.com.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten