Translate

9. VAN FIETSEN WORD JE DOM.

Fietsen is ontspannend, prettig, heilzaam voor geest en lichaam. Daar is iedereen het over eens.
Er zijn echter ook neveneffecten. Eén ervan is domheid. Dat komt als volgt. Wie fietst in de open natuur gaat niet voor 5 km., maar zeg maar voor 30 - 50 - 80 - 100 km. De ononderbroken aandacht voor de omgeving, die het fietsen in de stad vereist, valt hier als noodzaak weg. De fietser let wel op maar gaat toch vooral op in de natuur. Aanvankelijk.
Allengs gaat hij wat sneller trappen, zich concentreren op de trapfrequentie, de beste versnelling zoeken, de ademhaling controleren, zijn zit stroomlijnen, de benen in een gelijkmatig tempo aansturen, tijdrijden, de pijn voelen, van de pijn genieten. Dan is hij ongemerkt overgegaan in de fase van onthechting. Zijn bewustzijn vernauwt, hij fietst, hij maalt kilometers, hij zweeft boven zichzelf uit. s Avonds zegt hij vergenoegd tegen zichzelf : lap, weer 100 vandaag, goed bezig.
Ik polste zon fanatiekeling naar zijn motief. De man is ingenieur, bekleedt een verantwoordelijke functie en is berucht voor zijn bliksemsnel analysevermogen - aan 200/uur als het ware.
Wel, sprak hij terwijl hij me strak aankeek en weifelend de blik verschoof naar oneindig, wel, dan kan je op t einde van t jaar zeggen : zoveel heb ik er gedaan dit jaar.
De man schrok gelijk van zijn bekentenis, de betovering brak, hij keek me met grote ogen aan, voelde zich verslagen en sprak zacht : kinderachtig natuurlijk. En hij glimlachte. Een domme fietser met zelfkennis.
Zodra dit type echter aansluit bij een groep vrijetijdsfietsers is het hek van de dam. De groep komt eraan, neemt de fietsbaan in beslag en knalt overal dwars doorheen. De billen blinken, de fietsen glimmen, de koppen staan rood, de groep gaat op in zichzelf. Waag het niet haar een strobreed in de weg te leggen, dan zijn luide verwensingen en vloeken je deel. Plots stopt de groep aan een afspanning, als bij toverslag, of volgens afspraak, of op onzichtbaar consigne van de voorman. Ze nemen de locatie in bezit, waggelen op onhandige schoentjes naar binnen, zetten de helmen kriskras neer, verspreiden een wolk van massage-olie, prutsen aan handschoenen, becommentariëren wind en versnelling. Een eenling blijft bij zijn fiets staan dralen, controleert de bandenspanning, daarbij geassisteerd door een ervaren collega, die trouw het bos geparkeerde fietsen bewaakt. Beiden gaan erin op, hun zelfgenoegen piekt, ze genieten : dit is hier allemaal van ons. Groepsfietsen maakt superdom.
Sommige lezers zullen me om deze grote waarheid verwensen. Gelukkig is er enige afstand en kennen ze mijn echte adres niet, anders zou ik ongewenste post kunnen verwachten, gestalkt worden of een betoging aan mijn deur krijgen van op wraak beluste fanatieke fietsers. Gelukkig is mijn huis beveiligd als Fort Knox.
Ik zal een toegeving doen. Het gaat niet alleen om fietsen ! Dezelfde domheid wacht nog andere adepten van sportieve en andere bezigheden. Wat te denken van de buurman, die week in week uit zijn camper verbouwt, huisjes van lucifers bouwt, rennerstruitjes verzamelt, de garage nog maar eens schildert, de voortuin vol boskabouters zet, de auto maar blijft poetsen tot de verf er haast af schilfert, of andere creatieve dingen verzint, uit genoegen of soms ook uit verveling ? Of vissen, staren naar een hengel ? Ik vroeg zo’n visser er eens naar. Eten jullie al die vis op ?, polste ik. Hij keek me aan alsof hij nog nooit zo’n idiote vraag had gehoord. De vis op de put is oneetbaar, antwoordde hij, met een air van weet je zelfs dat niet. Ik drong aan : wat doe je er dan mee ? Opnieuw keek hij me verbaasd aan : teruggooien natuurlijk !
Maar er is een groot verschil, geachte fietsers ! Jullie zullen moeten toegeven dat deze onschuldige activiteiten geen overlast bezorgen en jullie groepsgedrag wel !
Natuurlijk, de nood aan tijdverdrijf is van alle tijden. Mijn grootvader zat op de drempel van zijn voordeur zijn gepensioneerde tijd te verdoen. Met zijn stok tekende hij elke dag dezelfde figuren in het zand. Autos passeerden er niet, want er waren er geen. Er was alleen de buurman, die tien meter verder op zijn drempel zat, zwijgend, af en toe zuchtend :  jaja. De een rolde een sigaret, de andere keek. En beiden raakten terstond in de ban van thuiskomende buren. Die hun fiets tegen de muur zetten en nog gauw een halfuur kwamen mee buurten.
Tijdverdrijf en hobby komen uit dezelfde sfeer. Als iemand je naar je hobby vraagt, is je argwaan gelijk gewekt. Wat  denkt die wel van mij ? Denkt-ie dat ik mij niet zinvol kan bezighouden misschien ?
Helemaal een anticlimax deed zich onlangs voor op een soort verplichte gezelligheidsavond. Een aardig koppel had ons uitgenodigd en nu was het onze beurt om hen uit te nodigen. Maar ja, alles was de eerste keer al gezegd en met hapjes alleen kregen we de avond niet rond. Onze gasten informeerden naar onze hobbys. Daar hebben we intussen wat standaard antwoorden op, want televisiekijken is te simpel en wat ons echt bezighoudt, daarvoor kenden we hen nog niet lang genoeg. We spraken dan maar neutraal over reizen. Toen was het mijn beurt om beleefdheidshalve naar hun hobby te vragen. De man leek warempel verrast of verveeld, trok de lippen een paar keer samen, blikte me aan alsof hij zich overgaf, in de hoop daarmee medelijden op te wekken, draaide opnieuw wat met de lippen en sprak stilletjes : shoppen. Geroutineerd als we zijn, vertrokken we geen spier en liepen met hem in gedachten alle betere winkels in de stad af. Hij raakte op dreef en zo werd het toch nog een fijne avond.
Tijdverdrijf en zingeving is niet hetzelfde. Zingeving is geen update van bezigheid, zingeving is ook geen categorie van de tijd, zingeving gaat naar de essentie en is daarom van een hogere orde. Liefde bijvoorbeeld, een doel in het leven, boven zichzelf uitstijgen, onthechting nastreven, geven aan goede doelen, intellectueel willen worden, vrijwilligerswerk doen.
Maar nu de klemmende vraag : ik kocht onlangs een fiets en het fietsen krijgt mij stilaan in de ban. Word ik nu ook dom ?

Herman van Schoten, Schoten, België, 02/04/2015.
alle rechten voorbehouden : Herman van Schoten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten