Translate

19. HET ZICHTBARE ZIEN.

De Grote Meester spreekt :

Soms, op dagen van perfect en nauwkeurig licht,
Waarop de dingen alle werkelijkheid in zich hebben die maar mogelijk is,
Vraag ik mij stilletjes af
Waarom het toch is dat ik
Schoonheid toeken aan de dingen.

Neem nu een bloem, heeft die kleur ?
Heeft een vrucht misschien schoonheid ?
Neen ! Kleur en vorm, dat hebben ze
En leven nauwelijks.
Schoonheid is de naam van iets dat niet bestaat,
Die ik aan de dingen geef in ruil voor genot.
Het betekent niets.
Maar waarom dan zeg ik van de dingen : ze zijn mooi ?

Ja, zelfs tot mij, die alleen leeft van het leven,
Komen, onzichtbaar, de leugens der mensen
Over de dingen,
Over de dingen die eenvoudigweg bestaan.

Hoe moeilijk is het zichzelf te zijn en niet te zien, behalve het zichtbare !

Alberto Caeiro, 11/03/1914.


Alberto Caeiro is een van de heteroniemen van Fernando Pessoa, de grote Portugese dichter.

Dit gedicht is zware kost. Onze ingebakken neiging tot interpreteren wordt op de korrel genomen, onze drang om zin te geven, te oordelen, waarde toe te kennen. Wij kleden de werkelijkheid aan met wat we graag zien.

Die attributie van onze verlangens en wensen is typisch menselijk. Een dier doet dat niet. Een dier constateert en reageert instinctief. Wij willen het allemaal graag mooier maken dan het is.

Een voorbeeld uit het dagelijks leven: een vol restaurant met gasten die zich tegoed doen en zich vermaken, dat heeft iets. Je voelt je goed in dit mooie, haast vibrerende restaurant, hier wil je terugkomen. Je komt terug, op een middag en je bent de eerste gast. Je kijkt rond en herkent niets meer van de feestelijke avond, die nog in je hoofd speelt. Je ziet tafels en stoelen en een toog die nog niet gekuist is. In de hoek zie je afgebladderde verf, elektriciteitsdraden hangen zomaar in de hoek van muur en vloer. De patron komt te voorschijn, hij boert en excuseert zich. Het eten is plots minder dan de vorige keer, de ober vertelt exact hetzelfde grapje, de bordversiering is krak dezelfde als toen. Er is geen sfeer, de magie is verbroken. In plaats van een inspirerende zaal zie je nu muren, vloeren, een vuil plafond, flessen, een scheefhangend schilderij. Je ziet nu wat er is, je kent geen zin meer toe. Subjectieve interpretatie is veranderd in een onthutsende, koude, objectieve waarneming.

Nu zie je wat er werkelijk is, niet wat je geest toevoegt. Die toevoeging nu, die attributie, compliceert de waarneming. De rechte lijn van het zuivere zien en denken wordt een kromme, aangekoekt met onze ervaringen, emoties, ontgoochelingen, verwachtingen, ideologie, verzuchtingen, belangen, angsten, ergernissen, echte en vermeende verplichtingen, hoop, interpretatie, fantasie...

Zo nemen we de werkelijkheid waar doorheen onze gekleurde bril. Wellicht daarom begrijpen mensen elkaar zo moeilijk en ook politici en volkeren en landen. We kijken doorheen onze bril, de anderen doorheen hun bril. Samen tegelijk die kleurenbril afzetten is zo goed als onmogelijk. Elkaar echt begrijpen is fundamenteel moeilijk.

Het loont nochtans de moeite het te leren. Want vrijheid is het kunnen afleggen van zoveel mogelijk ballast om de dingen zuiver te zien zoals ze zijn. Asceten lukt dat, ons slechts af en toe, op vakantie iets beter wegens tijdelijk onthecht.

Maar nu komt de test. Het wolkendek hangt laag en zwaar over de stad. De zee is woelig, maar lijkt zich nog in te houden voor wat komen gaat. De wind houdt algemene repetitie. De dreigende hemel jaagt de mensen voort, die er de pas in zetten, naar huis of naar een andere beschutting. Zon sombere, dreigende dag, bij voorbaat een verloren dag ?

Niet voor de meest onthechten onder ons. Luisteren we even naar Fernando Pessoa:

             Een dag van regen is even mooi als een dag van zon.
             Beide bestaan, elk zoals hij is.

Zin toekennen aan de dingen is ziekelijk. Waarom is een bloem mooi en een distel lelijk?

            De dingen hebben geen betekenis, ze bestaan.
            De dingen zijn de enige geheime zin van de dingen.

Dat bedenk ik mij allemaal, terwijl mijn voeten bij elke stap wegzinken in het nog natte zand van het terugtrekkend tij, hier op het strand van Meia Praia. De wind blaast de voetsporen in het zand weer weg en, voor wie het wil, ook de ballast in hoofd en hart, het aangeleerde en overgeleverde. Het vlakke strand s ochtends vroeg, nog niet aangeraakt door toevoeging van afdrukken, staat symbool voor zuiver denken, voor uitgezuiverd denken.

Maar dan moet ik wel weerstaan aan de verlokkingen van het strandtentje Bahia, met zijn exotische muziek en lekkere drankjes. Het is daar cool.

Asceet zal ik morgen wel zijn.


Herman van Schoten, Lagos, Portugal, 10/01/2017.
alle rechten voorbehouden : Herman van Schoten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten