Translate

54. MONSIEUR VUONG.

Monsieur Vuong kwam als Vietnamees vluchteling naar Berlijn en begon een restaurant. Hij is helaas niet meer, maar zijn faam en zijn restaurant nog wel ! Het wordt uitgebaat door zijn kinderen en kleinkinderen. We kunnen er te voet naartoe, even buiten het directe centrum, aan de Alte Schönhauser Strasse 46 in Mitte. 

Reserveren kan niet, dus gaan we er al tegen zessen naartoe, om zeker te zijn. De kaart is zeer beperkt, maar de tent zit tjokvol, uitsluitend jongelui plus wij. We worden naar twee enge plaatsen aan de toog gegidst en zitten daar schouder aan schouder met onze buren. Binnen de kortste keren wordt de bestelling opgenomen en even snel ook gebracht : voor mijn gezellin een grote bowl met jasmijnrijst, kokos, appelsien, kip, in slierten gesneden rauwe groente en veel kruiden. Voor mij wan tan soep en dat is geurende bouillon met noedels, kip en een massa gesneden verse kruiden, waaronder met zekerheid citroengras, koriander en pijpajuin, geserveerd in een groot en diep bord. De aroma’s stijgen op uit je bord, hier wordt gekookt ! Daarbij een glas wijn en een flesje Tiger-bier. De jongelui drinken dat bier uit de fles, ik krijg ongevraagd een glas, je ziet, het is alweer de hoed die het doet ! Het is buitengewoon smakelijk en de westerse vork is overbodig. De noedels neem ik tussen de eetstokjes, buk mijn hoofd, breng de stokjes naar de mond en slurp tot de kleine halve meter pasta is meegekomen. Dat is helemaal volgens oosterse regels en bovendien is er zoveel geroezemoes dat niemand het merkt. Na afloop nog een heerlijke espresso zoals die, naar wordt beweerd, in Saigon en Hanoi wordt geprepareerd en vervolgens kunnen we vertrekken. 

Bij het afrekenen aan de kassa zeg ik de dienster dat wij buitenlanders zijn en niet zo houden van de Duitse keuken. Ze lacht haar tanden bloot en slaat me enthousiast drie keer op de arm, het is de mop van de dag. Al bij al waren we 40’ binnen, het is geen restaurant om te blijven hangen, maar wel een aanrader voor jonge gasten die naar Berlijn gaan. En het is lichte kost, ook dat telt. Jonge en informele sfeer, ook dat is meegenomen.

Ik vertelde deze belevenis aan mensen uit Antwerpen, Frankrijk en Portugal, van wie ik wist dat ze wel eens naar Berlijn gaan. Alle drie kenden het adres. Ja natuurlijk, het staat in de reisgidsen ! En zo geniet Monsieur Vuong postuum een bekendheid, waarvan hij bij leven niet had kunnen dromen. Zijn kinderen en kleinkinderen eren zijn nagedachtenis, elke dag weer.

Uit eten gaan in Berlijn is niet duur, door de band gesproken. De Duitse keuken is echter niet meteen een fijnproeverskeuken. Je kan ze nog het best omschrijven als een veredelde boerenkeuken. De porties zijn groot. Een wienerschnitzel als een voetbalveld, weet je wel. Aan en rond de Gendarmenmarkt liggen nochtans degelijke Duitse restaurants, maar hier is het duurder. Een alternatief vormen de uitheemse restaurants. Je moet nooit lang zoeken, ze zijn er in groot aantal. Wel oppassen dat de Italiaan geen Turk is.

Goedkoop en populair vind je in Street Food Thursday in Markthalle 9 in Kreuzberg. En de Berlijners kennen allemaal Curry 36, aan de Mehringdamm 36, ook op Kreuzberg. Er zit ook nog een filiaal aan het station van Zoologischer Garten. Taxichauffeurs geven er hoog over op en dus wij ernaar toe. We schuiven aan in een lange rij en na een klein kwartier krijgen we uitzicht en zicht op de lekkernij. We kijken elkaar vragend aan, beslissen snel neen en druipen stilletjes af. Currywurst, in stukjes gesneden worst onder een soort dikke tomatensaus, met al of niet pommes frites erbij, niet meteen voor ons verwend palet. Curry zien we niet. Het doet van ver denken aan de Portugese francesinhas, nog zo’n specialiteit, maar dan van diverse soorten vlees, afgewerkt met een snede kaas en badend in saus, evenmin voor ons.

Bekend in Berlijn zijn voorts spretzels, bollenfleisch en eisbein, hoewel je die elders in Duitsland ook tegenkomt. En natuurlijk de berlinerbol, zo’n vet gebakje met jam, in de volksmond ein Berliner genoemd. Dat wist de toenmalige president Kennedy niet, toen hij de Berlijners in volle koude oorlog een riem onder het hart kwam steken. Hij sprak de historische woorden : Ich bin ein Berliner ! Daar werd nadien driftig over gespeculeerd, er werd ook de draak mee gestoken. Bedoelde hij een berlijnerbol ? In werkelijkheid was er niets aan de hand. Als hij zou gezegd hebben : Ich bin Berliner, dan zou dat worden verstaan als geboren en getogen in Berlijn. Het lidwoord ein relativeert dat, hij is nu een Berlijner uit sympathie, zeg maar. Het bezoek van Kennedy aan Berlijn werd als een bevrijding ervaren in die gespannen atmosfeer van de Sovjetbezetting. Jaren later bezocht president Obama Berlijn. Ook hij had een grandioos succes. Dat begreep ik minder. Het was in de aanloop naar zijn verkiezingscampagne en die jonge Duitsers, zijn dat zijn kiezers ? En zijn wij Amerikanen ?

Herman van Schoten, Berlijn, Duitsland, 20/12/2013.
alle rechten voorbehouden : vanschotenherman@gmail.com.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten