Translate

85. OVER BOEKEN EN ZO.

Het is weer boekenbeurs in Antwerpen. Dit jaar met een pikant nieuwtje. Op 03/10/2017 besliste een rechtbank dat de organisatie Boek.be de uitgeverij Egmont moet toelaten tot de jaarlijkse boekenbeurs begin november. De boekenbeurs is voorbehouden aan de leden van Boek.be en Egmont is nu eenmaal geen lid ! De reden : geweigerd door de leden van Boek.be ! Haar intern reglement voorziet echter twee tarieven voor deelname aan de boekenbeurs: een voor leden en een hoger tarief voor niet-leden ! De rechtbank is duidelijk : op grond van de antidiscriminatiewet moet Egmont worden toegelaten op straffe van een dwangsom van € 500.000. Het pikante is dat uitgeverij Egmont een vehikel is van de politieke partij Vlaams Belang. Of hoe men, na de politieke schutskring rond die legale partij, ook hier weer tracht andersdenkenden uit te sluiten. In naam van de vrije meningsuiting. Wat hebben die betere linkse mensen toch lange tenen…

Die Antwerpse boekenbeurs is een geval apart. Het is een signeer- en verkoopbeurs, een jaarlijkse hoogmis van het boek in Vlaanderen. Hier incasseren de uitgevers de volle prijs van het aangekochte boek, in de boekhandel is dat slechts een 42 tot 48 % ! Die hoogmis is helaas aan inflatie toe. Literatuur is immers bijkomstig, het gaat om kookboeken en amusementslectuur. Dagelijks komen auteurs de boeken signeren, die ze hebben laten schrijven : voetballers, wielrenners, tv-figuren. Die evolutie is al jaren bezig, zodat ik in geen tien jaar nog een bezoek bracht aan deze boekenkermis. Dit jaar ga ik wel, omdat een bevriende relatie een poëzieboek lanceert en dat moet ondersteund worden ! Auteur Milo Anthonis (1) doet een geslaagde poging poëzie van haar elitair karakter te ontdoen. Poëzie is vaak hermetisch, deze poëzie is toegankelijk. Hij presenteert zijn verzen al zingend ! Dat lokt volk.

De boekenbeurs is een gelegenheid om te mijmeren over het boek in je eigen leven. Ik laat mijn gedachten de vrije loop en meander met u doorheen een aantal uiteenlopende beschouwingen over of rond het boek.

De boeken in je eigen huis zijn je eigen boeken, die je zelf hebt uitgezocht, gekocht, al of niet gelezen en gekoesterd. Je loopt er dagelijks langs en er gaat een gevoel van herkenning en goedkeuring door je heen. Ze zeggen niet alleen iets over je boekenkeuze, ze zeggen vooral iets over jou, het is een afdruk van je leven. Dat gevoel kan niet kunstmatig worden nagebootst. In meubelwinkels kan je mooie boekenkasten aantreffen, gevuld met lege ruggen van beroemde schrijvers. Daar kan je om glimlachen, het is de suggestie nietwaar. Zo zou het kunnen zijn dus, beeld je je in, als je die kast kocht, maar dan gevuld met je eigen boeken. Toch gauw even controleren of de leggers wel stevig genoeg zijn, want die meubelfabrikanten hebben natuurlijk geen benul van het gewicht van tientallen echte boeken in hun kast.

Een gevulde boekenkast kan worden aanzien als een hobby. Wel meer mensen verzamelen van alles, van koerstruitjes tot kunst. Meestal past die hobby goed bij de persoon van de verzamelaar. Maar soms ook helemaal niet. Zo toonde een hoog gestudeerd man met een hoge functie mij zijn collectie speelgoedautootjes. Vitrinekasten vol miniatuurautootjes van alle denkbare merken. Geen prul maar perfecte Ferrari’s en Lamborghini’s in pocketformaat, duur ook nog. Zijn enthousiasme werkte aanstekelijk. Je kan je hem in gedachten voorstellen op zijn werk, een en al geconcentreerd in zijn verantwoordelijke functie, en dan thuis zich kinderlijk uitleven. Een variant als het ware op het speelgoedtreintje uit zijn kindertijd. Het heeft iets, al ontgaat mij het spirituele ervan.

Al die verzamelingen, van horloges, pijpen, koffiemolens, munten, postzegels, boeken, bierpullen, maskers, stropdassen, messen, wijnetiketten, edelstenen, kerststallen, poppen, kroonkurken, mijnwerkerslampen, fossielen, handtekeningen van sporters, oude telefoons, knopen, en ga zo maar door, dat valt allemaal onder de noemer hobby.

Vraag uit de IQ-quiz : welk van deze thema’s past niet in het rijtje ?

Boeken natuurlijk, wis en waarachtig ! Boeken staan op een hoger niveau !

Het begrijpen van dit onderscheid vergt enig inlevingsvermogen. Om te beginnen is het niet een elitair onderscheid, waartegen de lezer zich spontaan zou beginnen afzetten. Uw verzameling Chinees porselein heeft immers zoveel meer gekost, nu dan ! Het is een kwestie van een hogere orde. Net zoals kunstmatige intelligentie nooit het diepe menselijke begrip zal kunnen vervangen - al wordt dat tegenwoordig beweerd - , zo is dat ook het geval met al die materiële hobby’s. Maar boeken appelleren net wel aan dat diepmenselijke, raken de snaar van het leven, zijn bindmiddel tussen jou en de geschiedenis, jou en jouw geschiedenis, jou en de toekomst, jou en de fantasiewereld, jou en de anderen, jou en jezelf, jou en en…

Geldt dat ook voor beeldverhalen en stripboeken ? Het is een twijfelgeval. Het is uiteraard de verzoening tussen woord en beeld. Maar in de praktijk gaat het beeld toch met de aandacht lopen, de op zich al weinig inspirerende tekstballonnetjes zijn slechts goedkoop bindmiddel. Het is ontspanning, lectuur voor mensen die niet lezen, als u begrijpt wat ik bedoel. Dit laatste zinnetje ontleen ik aan stripfiguur Heer Bommel van auteur Maarten Toonder. Dat is nu werkelijk wat je een literaire strip kan noemen, hoog uittorenend boven de commerciële strip-massa. In Vlaanderen vrij onbekend, jammer. Bij het 50-jarig bestaan van uitgeverij De Bezige Bij werd Toonder uitgenodigd om op de foto te staan tussen al die vermaarde echte schrijvers ! Nu ben ik in deze onderafdeling van het boek niet zo ingewerkt, zodat ik me, in de woorden van Toonder, op glad ijs dreig te begeven terwijl het strooizout op is. Wie op mij persoonlijk indruk heeft gemaakt is de Franse stripauteur Sempé, intussen in de 90. Hoe hij de kleinmenselijkheid in enkele prentjes weet te vatten, zelfs zonder tekstballonnen. Nog het vorig jaar was er, in een grote boekwinkel in het Franse Agen, een tafel exclusief voor hem gereserveerd, alsof hij elk moment kon binnenkomen om te signeren. En hij verschijnt nog geregeld in Paris-Match ! Maar al die commerciële stripboeken van vandaag, tja, dat zal een kwestie van generatiekloof zijn, laat ik het daar maar op houden. Net als die games en kruiswoordpuzzels, ook zo’n denkdoders.

Een man die van spreekwoorden hield – ook een verzamelaar – vond er op een gegeven moment zelf een uit : zeg mij wat je leest en ik zeg je wie je bent (Neen, heer Google, het is niet François Mauriac). Kijk, dat kan je moeilijk beweren van verzamelingen sigarendozen, vulpennen, naaimachines of strijkijzers. Ik bedoel maar.

Wie mijn persoonlijke bibliotheek betreedt, wacht onmiddellijk een onthullende kennismaking. De bezoeker hoeft niet eens geduldig met het hoofd schuin langs de verticale ruggen te schuiven, hij wordt een uitnodigend handje geholpen door de enkele boeken die pontificaal in frontaanzicht rechtop staan. Dat zijn de boeken die mijn voorkeur en mijn karakter ten volle weergeven ! Natuurlijk, ik verander die etalage geregeld, afhankelijk van mijn humeur en soms ook om de bezoeker op het verkeerde been te zetten. Deze week valt dergelijke voorkeursbehandeling te beurt aan : Decamerone (Boccaccio), Verzameld Werk (Elsschot), De verloofden (Manzoni), Bekentenissen van Zeno (Svevo), Waarom cultuur belangrijk is (Scruton), Was ich noch sagen wollte (Schmidt), Een heer in de kracht van zijn leven (Toonder). Er zijn echter ook kasten zonder wisselende voorgrond. Dat zijn de poëziekast en de Portugese kast. Daarin staan enkele grote werken permanent frontaal opgesteld, als blikvanger, werken met eeuwigheidswaarde zeg maar. Die onaantastbare meesterwerken geven houvast in deze chaotische wereld. Alleen al het feit van een kast met poëzie en een kast met Portugese boeken zegt uiteraard ook iets over de bezitter.

De meeste boeken liggen me aan het hart, zij het het ene wat meer dan het andere. Een klassieke vraag is welke 5 of 10 boeken je zou meenemen naar een onbewoond eiland, waar je een half jaar zou moeten verblijven. Dat vind ik een makkelijke vraag, ik zou het lijstje binnen het kwartier rond hebben : Russell, Elsschot, Baudelaire, Pessoa, Ginzburg, Montaigne, die komen spontaan bij me op. Of dat geestelijk voedsel echter zou volstaan om niet gek te worden, kan worden betwijfeld, getuige Jan Wolkers, die het een keer probeerde op het Waddeneiland Rottumerplaat en terug moest worden gehaald naar de bewoonde wereld wegens overstuur van de eenzaamheid. Grote literatuur vermag je geestelijk welzijn op te tillen, maar veronderstelt een fundament van elementair materieel en psychologisch welzijn.

Er zijn nog meer misverstanden over boeken. Mijn vader zaliger, die ik mijn nog jonge boekenkast toonde, vroeg bezorgd : lees je die boeken meer dan één keer ? Een onthutsende vraag, die ook nog op diverse manieren kan worden begrepen. Bedoelde hij dat ik zo’n boek toch ook kon ontlenen in de gemeentelijke bibliotheek ? Want als je het maar één keer las, was het dan geen verspilling ? Bedoelde hij dat het geld uitgeven aan een boek uitzonderlijk behoort te zijn, voorbehouden aan openbaringen als de bijbel ? Ik kreeg van mijn ouders in mijn hele leven welgeteld één boek : een missaal van Brepols, bij gelegenheid van mijn plechtige communie, met gouden snede. Veel later, toen we het ouderlijk huis moesten leeghalen, trof ik enkele boeken van het Davidsfonds aan, nog niet opengesneden.

Het misverstand is dit : boeken hoeven niet noodzakelijk gelezen te worden ! Het is het bezit dat telt, het je omringen met mooie dingen, die een stukje van jezelf uitdrukken. Het zijn de esthetische en intellectuele bakens in je leven, ze palen jouw wereld af tegenover die opdringerige en verwarrende buitenwereld. En die boeken mogen kriskras verspreid in het hele huis liggen, behalve in keuken en badkamer, dat geeft zo’n vertrouwd gevoel van huiselijkheid. Anders dan de keurig opgeruimde woonkamer die je bij sommige mensen aantreft, zonder een enkele verzameling, zonder persoonlijke dingen aan de muur, zonder iets echt van henzelf. Keurig opgeruimd, netjes en steriel, met een reproductie van een stilleven tegen de muur, of een foto, ook al uit de massawinkel. Laminaat op de vloer natuurlijk. En mèt een gigantisch tv-toestel, dat spreekt. Klaar voor verhuur aan Airbnb.

Die verzameling van boeken met sprekende titels brengt je in een zekere vervoering : het is jouw innerlijke wereld ! En al heb je er een aantal niet van gelezen, ze staan daar toch maar iets persoonlijks van jezelf uit te drukken ! Je staat daar in je bibliotheek als het ware in je geestelijk blootje. Net daarom mag niet iedereen binnen. Je voelt je verwant ook met de auteur, je kent hem al haast, ook al moet je nog op bezoek gaan ! Elke dag loop je er langs, je groet ze als het ware. Lange afwezigheid neemt dat van je af. Gelukkig staan ze er nog, bij thuiskomst. Het zijn trouwe vrienden.

Precies omdat boeken iets erg persoonlijks zijn, krijg ik ze niet graag cadeau, tenzij van mijn echtgenote, die uiteraard weet waar ze mij kan raken. Het geldt in het algemeen trouwens voor alle mogelijke cadeaus. Kreeg ik eens een meer dan levensgrote, rechtop zittende kat in tropisch hout en ook wel aftershave, mensen veroorloven zich nogal wat. De beste geschenken zijn van vloeibare aard. Je drinkt ze smakelijk uit of giet ze door de afloop, klaar.

Boeken onthullen niet alleen je persoonlijkheid, maar ook je evolutie en je flaters. Heb ik me daar toch enkele honderden detectives liggen ! Schaam ik me over. Of romans, die je kocht omwille van de naambekendheid. Claus bijvoorbeeld, een voorbeeld van een opgeklopt imago, dat de tand des tijds niet zal doorstaan. Tenzij dan zijn Verzamelde Gedichten, ja, dat is klasse.

Vrienden met wie ik wel eens praat over boeken, bevestigen mijn persoonlijke evolutie van de laatste tijd : met het ouder worden lees je minder fictie. Het is al allemaal zo geweldig mooi en diepgaand verwoord door Dostojewski, Flaubert, Elsschot, Zafón, Böll, Canetti, Greene, Yourcenar, Dueñas, Grass, Moravia, Kafka, Pessoa, Kawabata, Strindberg, dat maar weinig nieuwe romanciers daaraan kunnen tippen. Wat moet je met de nieuwe lichting Nederlandse en Vlaamse schrijvers ? Wat kunnen die nog toevoegen ?

Een tijdje geleden schrok ik van een confronterend invallend inzicht. Wat moet met al die boeken gebeuren als ik de laatste adem uitblaas ? Wat gaan de erfgenamen ermee doen ? Zijn daar intellectuelen bij ? Zou ik een schenking overwegen ? Maar wie kan je daar een plezier mee doen ? Het zal toch geen ballast zijn, die bij het oud papier wordt gezet ? Zou ik boek per boek wikken en wegen aan wie ik het nalaat ? Dat zou dan een omvangrijk testament worden, ongewoon voor de notaris. Zouden openbare bibliotheken er op zitten wachten ? Zou tweedehandsboekhandel de Slegte geïnteresseerd zijn ? Het is weliswaar van grote intrinsieke waarde, maar in de praktijk wellicht een legaat waar niemand op zit te wachten. Als je ziet hoe de vriend van wijlen Gerrit Komrij met diens boekenschat worstelt, dan maak ik me geen illusies.

Op de begrafenis van een cafébaas en tevens fervente kaartspeler ging me een licht op. De man liet speciaal voor de gelegenheid speelkaarten maken om uit te delen aan de aanwezigen. Een kaart gaf recht op een gratis consumptie in zijn stamlokaal binnen de periode van een week. Idee ! Als ik de aanwezigen op mijn begrafenis nu eens zou vergasten op gratis boeken ! Moet nog verder worden uitgewerkt, maar ik heb hopelijk nog even de tijd.

Echte boeken maken een essentieel element uit van onze binnenhuisinrichting. Wie bij ons binnentreedt, valt dat meteen op, al ruim ik vooraf wel even op, om de bezoeker niet te laten struikelen. Hoe anders is dat in een vakantie-appartement. Een verhuur-appartement oogt bij binnenkomst zo kaal dat het pijn aan de ogen doet, het is ook zo leeg. Soms heeft men wat prullen als versiering aangebracht en die ergeren nog het meest omdat ze in de weg staan. In het beste geval is het appartement schoon en is het keukengerei niet vies, dat is wel elementair. Maar die leegheid, onvermijdelijk natuurlijk want het appartement is er voor alle mogelijke vakantiegangers, het is een verhuurobject. Daarom staan er soms stapelbedden, dan valt het voor ons gelijk af. De verlichting is meestal slecht, die is er toch maar voor de sfeer. Dat heb je ook in hotels, geen of een zwakke leeslamp, zelfs in dure hotels. Daar ligt dan wel een lijstje van spullen, die je kan bijbestellen : extra kussens van zacht naar hard, eigen vulling van het koelkastje, films naar keuze, pantoffels, extra shampo. Soms kan ook gezelschap worden besteld, dat heet dan een masseuse. Een extra leeslamp is er niet bij, niet aan gedacht. Sommige hotelketens hebben de confrontatie met die leegheid begrepen en concurreren met een eigen huisstijl. Ze trachten zelfs een kunstmatig gevoel van huiselijkheid te scheppen, door kitscherige versiering, muzak en het oproepen van sferen. Zo logeerden we onlangs in een groot, internationaal hotel, waar de ontbijtzaal Le Vélo heette. Bij de ingang stonden warempel vijf ouderwetse fietsen opgesteld, waarvoor Eddy Merckx de neus op zou halen, plus enkele al even ouderwetse koffers. Ik begreep er niets van en verzocht de dame van de receptie om opheldering. Ze keek me argwanend en vervolgens lachend aan, maar kwam niet verder dan tja, dat is de ontbijtruimte, Le Vélo. Er bestaan ook boetiekhotels, maar van boekenhotels heb ik geen weet, heer Google heeft me die weg nog niet gewezen. Hoewel, er is me er een bekend, een vakantiehuisje in Daverdisse, eigendom van boekhandel Roelants uit Nijmegen. Lezen en wandelen is het devies. Een verborgen parel. 

Soms heeft een vakantieappartement een boekenkast. Of beter : een kast met boeken, achtergelaten door tijdelijke bewoners. De degradatie van het boek van hoge literatuur naar commercieel drukwerk wordt hier overduidelijk geïllustreerd. Het gaat meestal om Engelstalig, ook wat Duitstalig en Nederlandstalig leesvoer, afhankelijk van het soort cliënteel. De titels liegen er niet om : Hummeltjes, Waar is Amy ?, Komt een vrouw bij de dokter, Voor ik doodga, Doe maar gewoon, Zadelpijn en ander damesleed, Mannen komen van Mars Vrouwen van Venus. Een thuisgevoel kan je er niet aan ontlenen. Je kan het zelfs amper boeken noemen, het is niet veel meer dan bedrukt papier, in de winkelkar gekieperd tussen de afdeling van de wasmiddelen en de verse voeding. Het is voor instant gebruik, je hebt er geen band mee, er gaat niets verhevens van uit. Het is maar tijdverdrijf. Daarom kunnen ze ook zonder wroeging gedumpt worden in het vakantieappartement, zodat het maximaal aantal kilo’s van de ruimbagage op de terugreis niet overschreden wordt. Ik kan me niet voorstellen een boek achter te laten. Eens verworven is het haast heilig. Of misschien toch, de miskopen dan, kijk, dat is nog een ideetje voor de volgende keer. Op de manier zoals een bevriend echtpaar de gewoonte heeft aangenomen haar uitgediende kleren op vakantie achter te laten, je doet er nog een goed werk mee !

Die achtergelaten boeken in het vakantieappartement, ze krijgen wel mijn aandacht. Ik blader ze geduldig door. Zijn er aantekeningen gemaakt, zinnen onderstreept, springt er een met de hand aangebracht uitroepteken te voorschijn ? Is het boek aan iemand opgedragen ? Heeft de bezitter er zijn naam in gezet ? Een enkele keer las ik in de kantlijn de toevoeging klopt niet, tweemaal onderstreept. Een andere keer werd een straatnaam van commentaar voorzien : bestaat niet ! Ik ruik ook aan die boeken. Die duffe geur, die je alleen in boeken aantreft, zo herkenbaar en heerlijk. Boeken uit de openbare bibliotheek schijnen naar drugs te ruiken, maar ik ken de geur van hasj niet, zodat ik daarover niets kan melden. Soms vind je een bladwijzer ergens halfweg, of een overlijdensprentje. Uit Ik mis alleen de Hema viel een keer een verjaardagskaart, met een echte postzegel, afgestempeld in Amsterdam en gedateerd 28/06/2002. Het was een felicitatiekaart van een moeder aan haar dochter. Dat voelde warm aan, zij het dat ik mij op slag een toevallige indringer in hun intimiteit voelde, ofschoon ik de mensen niet kende.

In zo’n vakantieappartement tref je overigens van alles aan : een blik Heinz-soep, een halve fles slechte olijfolie, wat kubusjes Knorr, zout, piri-piri, afwasmiddel, alles zorgvuldig weggezet voor de volgende bewoner, want weggooien is zonde. Het is niet dat mijn voorgangers bewust iets wilden achterlaten, mij op hun spoor zetten, een lijntje gooien, neen, het is gewoon achteloos achtergelaten omdat het overschot was. Het gaat regelrecht een kast in, die vervolgens niet meer opengaat. De huisboeken gaan dezelfde kast in. 

Een thuis is dat appartement uiteraard niet en kan het ook niet worden. Maar na het uitpakken en installeren van een halve koffer meegebrachte boeken klimt het thuisgevoel toch wel uit het dal, kijk, het begint er al op te lijken. Goedbedoelende vrienden, die ons een e-reader aanraden, snappen het niet. Zo’n apparaatje vermag toch niet bij te dragen aan dat thuisgevoel ? En overigens, Transavia is blij met de extra bagage…

Boeken lezen en verzamelen is een manier van zijn. Je kan je nauwelijks een leven zonder voorstellen. Dat er mensen zijn, die niet kunnen lezen noch schrijven ?! Dat kan toch niet waar zijn ?! Toch schijnt het analfabetisme weer toe te nemen. Het gaat dan in de eerste plaats om het niet kunnen lezen of begrijpen van commerciële, financiële en ambtelijke boodschappen. Enveloppen ongeopend een lade in, weg ermee. Dat is erg uiteraard, uit oogpunt van zelfredzaamheid. Je moet overigens wat kunnen en kennen tegenwoordig, de digitale revolutie heeft een leger nieuwe analfabeten gebaard. Maar daar bovenop : nooit eens  lectuur die je optilt boven jezelf, je confronteert met jezelf, waarin je jezelf herkent, die je diepste zijn naar boven spit, die een echo is van je leven, die gevoelens kan oproepen, die een snaar raakt, die je kan verbinden met het Leven ?

Is dat erg ? Of maak ik de fout hun manier van leven te toetsen aan mijn normen ?

Noot :
(1): Anthonis, M., Iedereen kan alles…morgen kwijt zijn, De Draak, 2017, inbegrepen een cd.

Herman van Schoten, Schoten, België, 06/11/2017.
alle rechten voorbehouden : vanschotenherman@gmail.com.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten