Translate

62. EEN FIJNE DAG NOG…

De heer Damoiseaux uit Odijk klaagt in de rubriek Taalergernissen van het tijdschrift Onze Taal over de afsluitende groet een fijne dag nog. Het stond zelfs onderaan een factuur ! Hij moest een flink bedrag betalen en vond het allerminst een fijne dag.
Precies wat ik altijd voel, als me aan de kassa weer die nietszeggende groet wordt toegevoegd, samen met de kassabon en de spaarpunten voor trouwe klanten.
Het is storend. Want de spreker meent er niets van. Hij of zij heeft het aangeleerd gekregen in een cursus klantvriendelijkheid. Je krijgt het tegenwoordig overal te horen, het is een besmettelijke ziekte.
Het is zo van die ingehamerde beleefdheid, die je tegenwoordig zelfs op het postkantoor standaard wordt toegevoegd, ja, dan is het overal. Ik voel me dan altijd een beetje voor schut gezet want het schept afstand omdat ze er geen jota van menen. Geregeld doorprik ik dat ook, bijvoorbeeld met een ernstig geformuleerde vraag : u ook ! Wat doet u vandaag nog allemaal ? Of : mag ik u wat persoonlijks vragen ? Dan schrikken ze en zijn ze van slag, want dat kwam in de bijscholingscursus niet voor. En vervolgens vraag ik iets banaals in de zin van : moeten jullie ook in het weekeinde werken ? Eénmaal presteerde ik het om bij het afscheid met een serieus gezicht te vragen : bent u hier gelukkig ? Dat kwam me nog net niet te staan op een verdenking van ongewenste intimiteiten, dus daar moet je mee oppassen. Maar als je zo formeel-truttig behandeld wordt, dan moeten ze maar tegen een stootje kunnen.
Nu moet u weten dat ik mijn boodschappen bij voorkeur doe op de stille momenten. Ik winkel graag op mijn gemak, op dagen en uren dat de werkende mensen er niet zijn. Ik maak mezelf wijs dat ik daarmee uiting geef aan een bijzondere vorm van burgerzin : het niet voor de voeten lopen van de hardwerkende medeburger, die zich dag in dag uit uitslooft voor mijn welzijn. En ik wil niet worden geassocieerd met een bepaald soort leeftijdsgenoten, die uit winkelen gaan op piekmomenten om ook eens gezellig onder de mensen te komen. Natuurlijk, je kan het niet altijd vermijden. De weekmarkt op zaterdag bijvoorbeeld, ja, die is nu eenmaal op zaterdag.
Nu wilde het geval dat ik een piepjonge kassierster trof, van vreemde origine, ik had al een vermoeden. Student ?, vroeg ik. Ja hoor ! Eerste dag ? Laatste dag, straalde het meisje. Vakantie dus ! Nee, tweede zit, lachte ze, maar nu een beetje groen. Ik stapelde mijn spulletjes en drankjes op de band, maar alcohol was er niet bij. Mijn bier koop ik bij de Portugees, lokte ik ze uit de tent. Sagres ?, repliceerde ze. Hoe weet u dat ?, viel ik gespeeld verbaasd uit de lucht. Ik ben Cabo-Verdiaanse !, verklaarde ze nu. Er stond nog altijd geen klant achter mij aan te schuiven, dus nu schakelde ik over op Portugees. Ze legde enthousiast uit dat ze hier geboren was, maar dat haar ouders van het eiland Sal afkomstig waren. Ze ging er nog op vakantie, om de paar jaar, want de reis was best duur. Cesaria Évora kwam nog ter sprake, de schrijver Guilherme Mendes da Silva, ze kende het allemaal. Haar ouders spraken onderling nog Creools, maar zij niet, al verstond ze er meer van dan haar ouders vermoedden. Nu kwam een hogere kassierster poolshoogte nemen, zodat ik mijn spulletjes maar inlaadde en afscheid nam. Toen zei ze : een prettige dag nog verder.
Na zo’n gezellige babbel ! Een prettige dag nog verder ! Het voelde aan als verraad. Had ik daar een diepmenselijk contact opgebouwd, dat voor herhaling vatbaar was en waaruit misschien nog vakantietips voor haar verre land zouden kunnen opbloeien. Ik had al haast besloten alleen nog te gaan winkelen als zij aan de kassa zat. En dan dit. Ze zette me weg, als een nummer, een doodgewone klant. Een goede dag nog, wegwezen, de volgende ! 
Een paar weken later strandde ik aan de afdeling verse vis. Vis genoeg maar geen verkoopster. Ik stond daar maar wat te dralen en vond ze ten slotte aan de beenhouwerij, waar ze een praatje was gaan maken. Geen klanten, wat doe je dan uit verveling ?! Ze spoedde zich naar haar werkplek en bediende me vlot. Ik sneed het thema rauwe vis aan. Bwah, neen, dat lustte ze niet ! Maar of ik Portugese sardienen kende ? Nu had ik werkelijk niets in de smiezen, alweer een Portugese ! Van waar bent u, hoe komt u hier terecht, woont u hier al lang, blablabla, dat soort dingen. Ik moest eigenlijk niks vragen, ze had geen aanmoediging nodig. Een praatvaar ! Ze was van Barreiro, waar de veerpont uit Lissabon aankomt. En daar kan ze met haar man en twee kinderen voor € 15 uit eten gaan ! Daar kon ik natuurlijk niet tegenop, zodat ik mijn notaboekje al bovenhaalde. Ze was een open boek. Vertelde dat ze hier hun centjes verdienden en die dan jaarlijks gingen opmaken in Portugal. Want hier verdien je makkelijk € 1200-1400, dat is ginds veel geld ! Elk jaar weer beslissen ze om toch eens naar een ander land op vakantie te gaan en uiteindelijk wordt het altijd weer Portugal ! Een toevallig en heerlijk kort contact. Toen liep ze weer weg en riep me nog achterna : Barreiro, aan het eindpunt van de pont ! En die prettige dag nog, dat kwam niet eens in haar op !
Ik voel me altijd opgelaten bij zo’n kille, formele afscheidsgroet. Het is het omgekeerde van vriendelijkheid. Kopen en wegwezen, een goede dag nog. Vrieskoud. Heb me voorgenomen om oppositie te gaan voeren. Om bijvoorbeeld te reageren met : nou, dat ik weet ik nog zo niet, of moet straks naar de tandarts, of dat zal ik zelf wel bepalen of waar moeit u zich mee ? 
Ik ben er nog niet aan begonnen, aan deze eenmansactie. En zo moedig ben ik niet. Het is wachten op een actiegroep. Facebook ?
Herman van Schoten, Schoten, België, 13/04/2017.

alle rechten voorbehouden : vanschotenherman@gmail.com.

1 opmerking:

  1. Een 'cri de coeur' van mij meneer Van Schoten, wat u hier boven schrijft. Ik werk op de klantenservice van een waterbedrijf en heb dus de hele dag mensen aan de lijn. Bijna iedereen neemt afscheid van mij met "Een fijne dag nog ..." Inderdaad, zó ongemeend en zo geprogrammeerd. Ik word er verdrietig van. Bij niemand kan ik dit kwijt, niemand begrijpt mij. Want men zegt: "Ja maar dat is toch vriendelijk?" U bent de eerste die ik tref die er hetzelfde over denkt en begrijpt waar het om gaat, wat de kern is van het probleem. Heel veel dank voor uw artikel. Ik ga er eens op broeden of we het inderdaad niet een vervolg kunnen geven...
    Met vriendelijke groeten,
    Ellen van der Sluis
    Reeuwijk
    Nederland

    BeantwoordenVerwijderen