Translate

53. POPULISME.

De Nederlandse eerste-minister Rutte omschreef, in zijn campagne voor de algemene verkiezingen van 15/03/2017, de PVV van Geert Wilders als de partij van het verkeerde populisme. Na bekendmaking van de verkiezingsresultaten kreeg Rutte felicitaties uit binnen- en buitenland. De Franse president Hollande gewaagde van een duidelijke overwinning op het extremisme. Europees Commissievoorzitter Juncker was dezelfde mening toegedaan : een stem voor Europa en tegen het extremisme. De Portugese buitenlandminister Augusto Santos Silva sprak de hoop uit dat 2017 het einde kan betekenen van de populistische tendens in Europa.

Er waren ook nuchtere reacties. Time vroeg zich af of Europa het populisme kan overleven. Der Spiegel kopte dat de overtuigende overwinning van Rutte een Turkse vader heeft : Erdogan.

De Turkse buitenlandminister Çavusoglu waarschuwde dan weer voor godsdienstoorlogen. Of deze reactie als nuchter, c.q. retorisch, c.q. realistisch, c.q. als een natte droom moet worden beoordeeld, is onmogelijk in te schatten. Maar wel voer voor de zogenaamde populisten !

De verkiezingsfeiten : de zittende coalitie van VVD en PvdA verliest 37 tot 38 zetels op een totaal van 150 kamerzetels. De Nederlandse kiezer heeft het kabinetsbeleid dus afgekeurd. Een tweede vaststelling is dat de zogenaamde populistische partijen behoorlijk scoorden : PVV van 15 naar 20 zetels, de Partij voor Democratie van 0 naar 2 zetels en Denk van 0 naar 3 zetels. Opgeteld geeft dat 25 zetels tegenover 15 (PVV) bij de vorige verkiezingen in 2012. Als je er ook nog 50Plus bijtelt met vier zetels, dan kom je aan 29 zetels.

De jubelende commentaren dat het einde van het populisme in zicht is, zijn bijgevolg voorbarig. De Volkskrant van 16/03/2017 onderkent dat : zowel VVD als CDA nam een deel van Wilders’ populistisch-nationalistische retoriek over. De populistische beweging is zo sterk dat de aanval alleen kan worden gepareerd als een deel van de populistische agenda wordt overgenomen.

Maar wat is dat dan, populisme ?! Iedereen praat erover, het is het thema van het moment, straks misschien wel het woord van het jaar 2017 ! Is het een begrip met een eenduidige lading ? Is het slechts een etiket om politieke tegenstanders uit te schakelen ? En wat is verkeerd en wat goed populisme ?

Ik ga te rade bij Maarten van Rossem, groot intellectueel, historicus, Amerikakenner, uitgever van het gelijknamige blad Maarten !, deskundige in tv-praatprogramma’s en oersaai animator van tv-kwissen. In de internetkiosk Blendle van 16/03/2017 verstrekt hij de lezer weliswaar geen definitie of begripsomschrijving, maar tracht hij het begrip populisme te vatten door enkele voorbeelden. Zo had uittredend premier Rutte protesterende Turken in het tv-programma Zomergasten toegevoegd : pleur op (naar eigen land). De achterliggende gedachte was dat, als je niet normaal doet, je beter kan ophoepelen. Wij willen hier, in ons heerlijk leventje, niet gehinderd worden door abnormale mensen met een andere identiteit. Maar ja, wie bepaalt dan wat normaal is ? En de Nederlandse identiteit, bestaat die wel ? Niet dus, aldus van Rossem. Nederland is, aldus deze politieke waarnemer, een multicultureel land en Rutte en co hebben heimwee naar het monoculturele verleden. Van Rossem citeert ook voorman Buma van de politieke partij CDA. Die hamert op normen en waarden. Maar niemand weet precies wat daarmee bedoeld wordt ! Het is een typisch populistisch thema ! Het op school zingen van het Wilhelmus zou er ook al mee te maken hebben en ook de afschaffing van de dubbele nationaliteit.

Ik probeer er wat meer vat op te krijgen.

Het Portugese dagblad Público van 11/03/2017 wijdt twee pagina’s aan Cas Mudde. Deze Nederlandse politieke wetenschapper, die in Amerika woont, stelde in Lissabon de Portugese vertaling voor van zijn boek : Populismo, uma brévissima introdução (Populisme, een bondige inleiding).

Hij benoemt de grote tegenstelling tussen Wij en Zij als kernpunt van het populisme. De Wij zijn de volksmassa’s, de Zij zijn de politieke elite en de allochtonen.

Nu weten we al wat meer. Er is een dubbele spagaat : die van de autochtone blanke man tegenover de politieke elite, die gewoon regentesk haar technocratische zin doet. En tevens tegenover andere culturen op ons grondgebied, die als fundamenteel storend worden ervaren.

Voorbeeld van de technocratische politiek is Marc Rutte. Hij heeft geen visie maar draait mee met de wind. Komt de Europese Unie in zwaar weer, dan buigt Rutte mee in de Nederlandse kritiek ipv Europa te verdedigen. Komt er zware kritiek van Wilders op de islam en op allochtonen, dan buigt Rutte naar een opvatting Wilders-light. Het populisme van Wilders veroordeelt hij vervolgens als verkeerd, het zijne is bijgevolg goed. In de grond is het verschil tussen beiden er vooral een van retoriek. Maar als het erop aan komt verdraait hij de uitkomst van het referendum over de Europese grondwet en over Oekraïne. Die Rutte doet dus populistisch en voert intussen de Brussels-Europese agenda uit !

Over de problemen, die voortkomen uit de confrontatie van de autochtone cultuur tegenover die van (sommige) allochtonen, schrijf ik elders. Hier en nu moge ik volstaan met de vaststelling dat opkomen voor het eigene als populistisch wordt bestempeld. 

Mudde identificeert ook de oorzaak van de groei van het populisme en van radicaal rechts. Het zijn de sociaal-democratische partijen, die zich bekeerd hebben tot het liberalisme ! Het is dan ook nodig dat deze partijen worden vervangen door nieuwe ! Klinkt aannemelijk. Dat belletje ging bij mij persoonlijk al aan het rinkelen bij Karel van Miert, destijds voorman van de Vlaamse socialisten. Kareltje was een dorpsgenoot, daarom volgde ik hem met meer dan gewone aandacht. Welnu, Kareltje leidde zijn partij regelrecht het liberalisme in. Hij kocht in het Brusselse ook nog een halve straat aan huizen op. Zijn vriendschap met de Nederlandse Neelie Kroes was de symbolische kers op hun beider liberale taart. Toen wist ik zeker : Kareltje is geen socialist. De neergang van de Franse PS, de Nederlandse Pvda en de Vlaamse SP is ook grotendeels te verklaren door een gebrek aan socialistisch gehalte. Hoewel, de Duitse SPD zit dan weer in de lift ofschoon haar voormalige Bundeskanzler Schröder in de periode 1998-2005 een puur liberale agenda uitvoerde en daarmee Duitsland hervormde in liberale zin. Zo eenduidig is het bijgevolg niet. Mudde geeft zelf het tegenvoorbeeld van Bernie Sanders, die in de VS als zelfverklaarde socialist – een scheldwoord in dat land  - bijna presidentskandidaat werd ! Bij de Engelse Jeremy Corbyn pakt de (oude) socialistische verf dan weer niet.

Al deze toelichtingen over het populisme zijn weliswaar interessant, maar toch. Het populisme wordt naar mijn smaak te veel gedefinieerd als positiekeuze, als confrontatie tussen partijen. De actuele beleving van populisme is verdeeldheid zaaien tussen wij en zij, wie dat dan ook zijn.

Maar eigenlijk valt populisme veel eenvoudiger te omschrijven. Het is het volk naar de mond praten. In deze, meer elementaire, betekenis leven we tussen de populisten van media en politiek. De media trachten ons te bedienen in een taal, die zij kinderlijk-toegankelijk hebben gemaakt : tv-kwissen, weekblaadjes als Goed Gevoel, tv-zenders die hun klanten willen bedienen en elk niveau hebben opgegeven, spectaculaire koppen en breaking news. Dat moet allemaal om ter simpelst omdat de media nu eenmaal besloten hebben dat hun klanten idioten zijn. De alomtegenwoordige reclame spreekt voor zichzelf : leugens om de burger tot kopen aan te zetten. De politiek doet volop mee. Wat is immers meer populistisch dan de staatsschuld tot 100 % en meer van het bruto nationaal product te laten oplopen, omdat men de burger niet met de waarheid durft te confronteren ? Stem op ons en wij stellen de factuur alweer vier jaar uit ! Wat is populistischer dan de consument achter zijn gat te lopen en te doen alsof hij de keizer van China is (tot er een betwisting is, dan wordt die keizer plots een tegenpartij die moet geneutraliseerd worden) ?!

Populisme is een dubieus begrip, gekaapt door de klasse van medialui en politiekers, die zich in de grond super-populistisch gedragen. Zij verwijten vervolgens hun critici dat ze populistisch zijn en weven daarrond een aura van morele verontwaardiging. Dat nieuwe politici als Thierry Baudet zich daar tegen afzetten, en – in zijn geval – met intellectuele argumenten in vergelijking met de bruut gebekte Wilders, is verheugend. Ik heb een keurig voorstel : laten we ze anti-systeempartijen noemen, dan is het duidelijk !

Herman van Schoten, Lagos, Portugal, 16/03/2017.

alle rechten voorbehouden : Herman van Schoten.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten