Translate

44. MEISJES GAAN NAAR SCHOOL.

Amaryllis belladonna, dat is de naam. Ze komen o.a. voor op de Kanaaleilanden en op de Azoren. Begin september steken ze lange en stevige stengels omhoog en daaraan bloeien dan enkele lelie-achtige en vooral geurende bloemen. Omwille van begin september wordt deze bloem op de Azoren meisjes gaan naar school genoemd. Je ziet ze overal, in bermen en in velden, het is een mooi gezicht en de naam is vertederend, toch ?!
Nu was ik in deze periode in Ponta Delgada, hoofdstad van het hoofdeiland São Miguel. We logeerden in de B+B van dona Maria in een witte villa in een betere buurt. We betrokken een annex, keurig ingericht, gelegen in een prachtige, uitstekend onderhouden, exotische tuin met zwembad. Dona Maria is gepensioneerd maar speelt nog graag de lerares, tot ergernis van haar oudere echtgenoot. We kregen alles in detail uitgelegd tot en met de Latijnse naam van liefst alle planten en bloemen.

We woonden wel enkele kms. weg van het stadscentrum, maar dat heeft het voordeel van rust. De lange, kaarsrechte straat er naartoe is afgezoomd met mini-plantsoentjes rond de bomen, die de parkeervakken afbakenen. De hele straat heeft dezelfde struiken. Maar plots zijn er twee plantsoentjes met iets anders ! Ter hoogte van de lagere school Moeder Gods staan daar plots die stengelvormige bloemen ! Grappig ! Nu wil het geval dat de school net uit is. Een lange rij schoolkinderen in uniform verlaat de school en stapt gedisciplineerd over het voetpad, onder leiding van twee juffen. Bij het passeren spreek ik ze aan, ik kon het niet laten. Meisjes gaan naar school ?, vroeg ik, waarop een van de juffen bevestigt : meisjes gaan naar school ! En beiden schieten in de lach.

Ook op vakantie moet elke dag gegeten worden en bij gebrek aan een keuken zijn we aangewezen op restaurants. Dona Maria wijst ons de weg. Het is een wandeling van 40’ langs het strand, weg van de stad. De zee aan de voeten, een frisse eilandwind op de snoet en trage golfjes die de keien overspoelen en zich dan weer kletterend van die keien terugtrekken. Restaurant Mariserra ligt in de deelgemeente São Roque. Het heeft een groot overdekt terras op de eerste verdieping, dat is perfect want je weet hier nooit met die vier seizoenen op een dag. Het is een supermoderne tent qua inrichting. Maar desondanks is er, boven aan de trap, een lavabo om de handen te wassen, oertraditioneel Portugees dus ! We verzoeken om een tafeltje buiten en krijgen gelijk de kaart, brood en twee kazen, waarvan ik er maar meteen een teruggeef, genoeg is genoeg. Dan staan we op om de koeltoog te monsteren, zoals we geleerd hebben in een vorig restaurant. De diensters schrikken, die gaan toch niet terug weg, de baas komt al aan gelopen. Maar na explicatie van onze vredelievende bedoelingen regent het schouderklopjes en een suggestie. Hij kan ons de helft van vier verschillende vissen grillen, wat denken we ?! Met gekookte patat en gekookte groenten ! Hij twijfelt even : ofwel met rijst van groenten, onze specialiteit. Rijst dus. Naast de grote koeltoog staat nog een kleinere met marisco : grote krabben, grote garnalen en iets wat we niet kennen en dus aan de patron vragen. Hij legt uit en biedt enkele schelpen gratis ter kennismaking aan. Dat wordt in dank aanvaard. Het blijken taaie beestjes te zijn, ik bedoel van omhulsel. Het lijkt wel een stukje keiharde rots met een kleine opening, waaruit je met het bijpassende mini-vorkje, een witachtig wormpje van toch wel 2 cm. lospeutert. Het smaakt verdorie zacht en zilt, de zee op je tong. De vrouwelijke ober schrijft op mijn verzoek op een blaadje van mijn immer trouw notaboekje, de naam op : cracas (foto op webstek restaurant). Dan komen de gegrilde vishelften en de rijst. Vier grote stukken vis, waarvan één moot en voorts drie helften met graat en kop. Het is wat werken maar het smaakt heerlijk. Ook de groenterijst, heerlijk, een hele pot zonder iets anders zou mij kunnen bekoren. De patron duikt ongezien monkelend achter onze rug op en vraagt naar onze toestand van welbevinden. Het notaboekje komt weer tevoorschijn maar hij negeert mijn pen en haalt de zijne boven, een chique exemplaar van een duur merk. De vis is : garoupa, boca negra, peixão (= kleine goraz) en de moot enxareu. De vertaling laat ik maar voor wat het is, te ingewikkeld. Na deze arbeid wordt de man opnieuw handtastelijk, maar dat doet hij bij alle mannen. 

Het restaurant is nu volgelopen, de meeste mensen zitten binnen achter het raam. Duur volk, gezinnen met kinderen, twee ouderen met werkmanspet. Een meisje vergaapt zich met een lollie in de mond tegen het raam vlak aan ons tafeltje. Ze plet nu haar lippen tegen het glas, een signaal voor mijn klassiek nummertje : de linker wenkbrauw naar omhoog, laten zakken, nu de rechter naar omhoog, terug en zo een paar keer. Ze kijkt onbewogen toe. Nu laat ik de neusvleugels klapperen en ten slotte doe ik alsof ik mijn tong ga uitsteken. De meeste kinderen rapporteren dit ongewenst gedrag meteen aan de ouders, waarna ze aan de ketting worden gelegd of een lap om de oren krijgen. Dit meisje lacht stil en zwijgt. Nu gaat ze terug aan tafel voor het dessert, komt stiekem terug en doet een vergeefse poging, het lukt niet, haar wenkbrauwen gaan gelijk op en neer. Ik doe het nog eens voor maar hoor nu een stem : nu is het genoeg. In het Vlaams. Zo zie je maar weer dat het oppassen geblazen is op vakantie, want je zou licht dingen vertellen die de andere gasten beter niet horen. Nog één keer verschijnt ze aan het raam. Ik doe teken dat het niet mag van mama. Ze steekt voorzichtig het puntje van de tong uit, kijkt me confronterend aan en weg is ze.

Na het dessert en de rekening komen nog twee buikflessen op tafel: aguardente van het eiland en ginja. Die patron is niet gek want weet dat we terugkomen. Thuisgekomen blijkt de uitgebreide familie aan de dis te zitten op het bordes. Er ongezien langs sluipen is geen optie. Dona Maria vraagt meteen waar we zijn gaan eten. En vervolgens zegt ze op haar schooljuffrouwenmanier : En wie had u dat adres gegeven Herman ? Verwacht ze nu echt dat ik, onderaan het bordes, opblikkend naar onze weldoenster, haar publiekelijk ga eren ? Ik flap eruit : Ja, we hebben het adres van iemand gekregen, ik weet eigenlijk niet meer goed van wie. Ze kijkt even ontdaan op, de pas vandaag van Macau overgekomen kinderen lachen, echtgenoot Nuno ligt in een deuk, dat vindt hij een goeie ! Nu geef ik extra gas en vertel over de cracas en dat die toch meer smaak hebben dan de percebes uit de Algarve. Echtgenoot Nuno reageert enthousiast, hij is van het continent en kan het weten. We drinken nog een glas op ons piepklein maar beschut terras. Ik steek nog een sigaar op en schrijf een paar lijnen. Mijn echtgenote trekt zich terug. Huispoes Mia dribbelt langs en gunt me geen blik. Altijd ook die gasten, pff.


Herman van Dooren, Ponta Delgada, Portugal, 14/06/2013.
alle rechten voorbehouden : Herman van Schoten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten