Translate

32. UMBERTO ECO.

Umberto Eco is overleden. 84 jaar oud. Een intellectueel monument en een eruditie, die alleen haalbaar is door zelfvorming en levenslange inspanning. Hij is bekend van zijn romans De naam van de roos en De slinger van Foucault. Daarin pronkt hij met zijn historisch inzicht, waarrond hij een spannende plot weeft. De media kakelen elkaar hierover na. De VRT vindt het niet nodig om een expert in de studio het fenomeen Umberto Eco te situeren, het is niet zo belangrijk als voetbal of slijkwielrenner Sven Nijs. Zijn twee spannende boeken plus de film met Sean Connery, daarover hebben alle zenders en kranten het. Terecht natuurlijk, maar wij herinneren ons Eco voor iets anders. In onze boekenkast prijken prominent op de eerste rij zijn twee standaardwerken over kunst De geschiedenis van de schoonheid (Bert Bakker, 2008) en De geschiedenis van de lelijkheid (Bert Bakker, 2007). Beide overvloedig gedocumenteerd met foto’s. Boeken om de tijd te overleven. Natuurlijk, er zit altijd iets commercieels en provocerends in bij Eco, hij wil opvallen. Het is hem ruiterlijk vergeven zonder te biechten, omdat het resultaat indrukwekkend is. Wat ik zo waardeer aan hem is zijn onconventionele benadering. Kunst wordt doorgaans ingedeeld in periodes : de gotiek, de romantiek, het expressionisme, de barok enz. Eco snijdt daar doorheen met de indeling mooi en lelijk en daar gaat het ten slotte toch om !  Op deze manier brengt hij kunst tevens binnen het bereik van mensen, die niet zoveel letters hebben gegeten. Hij is tegelijk elitair en drempelverlagend en bewijst dat dat mogelijk is ! Eco kan worden gezien als een van de laatste encyclopedisten in de ware betekenis, de beschavingsgeschiedenis zat gewoon in zijn hoofd. Zijn overlijden is geen gespeeld verlies van een dag, om het nieuws te vullen zeg maar, maar een echt verlies. We zullen het nu meestal moeten doen met wikipedia en napraters van derde garnituur.

Ik ga er even op door : schoonheid en lelijkheid. Schoonheid, ja natuurlijk, maar lelijkheid, wat is daar nu interessant aan ?

Wel, we worden omringd door lelijkheid, daarom ! Je kan je neus niet buiten steken of het grijpt je aan. Lelijkheid lijkt wel de norm, schoonheid de uitzondering.
Schoonheid en lelijkheid worden ervaren als subjectieve categorieën. Daarmee wordt de discussie bij voorbaat uitgesloten. Als iets vooral subjectief is, dan is het ieder zijn meug. Wat de een mooi vindt, is voor de ander lelijk. Net zoals lekker eten, iedereen zijn smaak nietwaar. Populaire mening, hardnekkige publieke overtuiging. De gustibus non disputandum – over smaak wordt niet getwist ! 
Een valstrik die ontkracht moet worden ! Neen, het is niet louter subjectief ! Een kanjer van een denkfout, ingegeven door de vrees door de ander geconfronteerd te worden. We neigen ernaar ons al bij voorbaat in te dekken tegen kritiek : over smaak valt niet te twisten. De schrik het verkeerd te hebben gedaan of te kijk worden gezet voedt deze defensieve psychologische houding. Waarbij discussie wordt uitgesloten. Slagboom neer, geen debat, ingraven ! Kortom, een anti-intellectuele houding, ook in andere opzichten niet onbekend in Vlaanderenland.
Welnu, achter de subjectieve voorkeur, de subjectieve angst en het subjectief gebrek aan esthetische vorming, ligt wel degelijk een objectieve èn een historische maatstaf klaar voor wat mooi en lelijk is. Gelukkig heb ik in Umberto Eco, met zijn twee dikke en geïllustreerde boeken, een bondgenoot van enig gewicht. Want anders zou ik verslonden worden door dat populaire vooroordeel over smaak, die per definitie subjectief zou zijn.
Een banaal voorbeeld. Een oude schoolvriend nodigt mij uit bij hem thuis. Ik schrik me een aap, als ik besef welk huis bij het opgegeven huisnummer hoort. Een fermette ! Tja, wat doe je dan ? Ik houd me gedeisd en besluit onmiddellijk het bezoek zo kort mogelijk te houden. Ik betrap me erop dat ik voortdurend licht gebogen de gastheer volg, want overal in huis loop je het risico je te stoten aan schuine dakranden, die als het ware overal opduiken in de kleine, donkere kamers, ook nog te vol gestouwd met de betere Breugheliaanse meubelen. Buiten, in de tuin, houd ik het niet meer. We komen langs een oude pomp, handmatig te bedienen door middel van een zwengel. Werkt dat ding ?, vraag ik zo neutraal mogelijk, het was eruit voor ik er erg in had. Nee, er kwam geen water uit, het was maar voor de sfeer. Kitsch dus.
Nu moet ik even wikken en wegen want ik riskeer natuurlijk de talrijke lezers met een fermette te verliezen. Maar een intellectueel kan niet schipperen, dan was hij beter in de politiek gegaan.
Een fermette, nieuwgebouwd anno 2015, in Vlaanderen, op een te klein lapje grond wegens de dure grondprijs en bijgevolg ingekapseld door links een moderne villa, rechts een hoekig huis en achteraan een bungalow ? Wansmaak, neem me niet kwalijk. Als je toch zo graag leeft in vervlogen tijden, neem dan een abonnement op Bokrijk. Of koop een oude vierkanthoeve en knap die op, ik zeg maar wat. Maar in nieuwbouw de middeleeuwen namaken, wat een oorverdovend gebrek aan smaak. Later, op weg naar huis, zag ik een villa in aanbouw. Zijn ze daar toch een Spaanse finca aan het optrekken ?! Met terrassen en torentjes ?! Terwijl het hier nogal ver van Andalusië is en het weer dergelijke open bouwopvatting meestal ook niet beloont. Die mensen zou ik heel even willen ontmoeten, om na te gaan of mijn oordeel een vooroordeel is of niet. Ik bedoel dat ik al een idee heb over de bouwers, zonder ze te kennen : geen benul, enthousiast en te veel geld.
Laat mij nog duidelijker zijn. Wansmaak is wansmaak maar in een vrij land heeft iedere burger daar recht op, dat wel natuurlijk ! Leve de vrijheid, leve de wansmaak !
Nochtans geeft de natuur zelf al een maatstaf. Je hebt mooie mensen, lelijke mensen en een tussencategorie, waarover je kan twisten. Mooi en lelijk worden ook nogal eens ingegeven door liefde, verblindheid, of haat en afkeer. Een garantie op een mooi nageslacht heb je niet, de natuur beschikt. Hoewel. In vroeger tijden werden huwelijken gearrangeerd omwille van macht en geld. Vergelijkenderwijs zou je je, bij opkomende verliefdheid, kunnen afvragen of je met deze partner slim, mooi, sportief, ambitieus nageslacht zou kunnen verwekken. Een sporter die met een sporter trouwt, ja, die hebben wel enige kans op een sportief kind. Iets kan je er dus wel aan doen.
Je kan er zelfs meer aan doen. Voeding en persoonlijke ontwikkeling met name. Mensen, die zichzelf hebben volgevreten - de hamburger-Amerikaan - , daar moet je geen medelijden mee hebben. Persoonlijke ontwikkeling is nog zo iets. Vele medeburgers zijn blijven steken in instinctieve behoeftebevrediging en dat kan je aflezen aan hun gelaatsuitdrukking. Wat kunnen mensen toch stupide kijken ! Het gelaat verraadt het, geen ontkennen aan !
En dan de kleren ! Zovele burgers lopen erbij in lompen en ongewassen (te verifiëren op tram 3). Gebrek aan hygiëne is niet slechts lichamelijk, ook geestelijk. Men laat zich gaan, aanvaardt alles van zichzelf, men is zijn eigen baas en doet zijn eigen wil, beter gezegd men volgt zijn grillen in. Het resultaat is lelijkheid van geest, lichaam en uiterlijk voorkomen.
Ook de publieke ruimte is in dat bedje ziek. Neem het centrum van Antwerpen en de metrogangen: vies en vuil. Dat is in pakweg Zwitserland wel even anders. Zelfs Zuid-Europese toeristensteden liggen er niet zo verwaarloosd bij. Wat in Vlaanderen proper wordt genoemd, heet in Nederland schoon. Schoon is tegelijk mooi, toch ?!
Maar nu dus die maatstaf. Die heb ik natuurlijk niet. Hoogstens kan ik beweren dat een zekere ontwikkeling en eruditie de mens in staat stellen tot een esthetisch oordeel. Maar wat dan is de maatstaf voor een esthetisch oordeel ? Daarvoor moet ik op zoek gaan naar meer begaafde geesten. Bijvoorbeeld Immanuel Kant. Hij formuleerde twee normen voor het esthetisch oordeel en twee kenmerken van het te beoordelen object.
Het esthetisch oordeel moet belangeloos en universeel zijn. En het object of subject moet van vorm en ontwerp aan de perfectie raken en de schoonheid moet er intrinsiek in zitten.
Daar komen we al een eind mee.
Belangeloos : je kan een vrouw mooi vinden, los van je pretenties tot deze persoon. Op latere leeftijd wordt dat gemakkelijker. Dan kan je rustig aan een mooie dame bekennen haar mooi te vinden, vermits ze er geen erotisch verlangen achter zal zoeken. Of het nu een huis betreft, een kunstwerk, of nog iets anders, het mooie eraan staat los van de drang het te bezitten. Een neutraal voorbeeld is design. Het esthetisch gehalte van gebruiksvoorwerpen is in de vorige eeuw fors gestegen maar loopt nu weer terug ten voordele van het spectaculaire, dat uiteraard een belang dient : verkopen. Er zijn bijvoorbeeld weinig mooie kranen of tapijten, om maar iets te noemen.
Universeel: een Rubens zal zowat iedereen mooi vinden, althans van een groot artistiek gehalte, minstens indrukwekkend. Van Vladivostok tot Ushuaia zal de waardering van deze Vlaamse schilder weinig verschillen. Wat niet wil zeggen dat je een Rubens thuis aan de muur zou willen, ik bedoel belangeloos, niet om hem te hebben en te kunnen verkopen. Het onderscheid tussen mooi alleszins maar wel of niet voor mij getuigt van een esthetisch oordeel.
Vorm en ontwerp : elementaire maatstaven. Zondagsschilders en huisvlijtartiesten vallen hier door de mand.
Intrinsieke uitstraling : schoonheid moet je raken, moet trillen, iets teweeg brengen. Kunstenaars die bewust schokken of spectaculair aandacht willen trekken, vallen hier door de mand.
Er zijn grensgebieden. Mijn Vasarely lijkt een zielloos samenspel van vormen, maar ik zie er een metafoor  van het heelal in : gekromde lijnen die in het oneindige samenkomen, het oneindige universum. Vandaag zou Vasarely zijn ontwerpen toevertrouwen aan de computer. Dat hoeft geen probleem te zijn zolang de computer ten dienste staat van de uitvoering, bijvoorbeeld bij architecte Zaha Hadid, haar visie zit er wel degelijk in.
Tot slot een les in bescheidenheid aan de jeugd, die per definitie uitgaat van het ik : ik vind dit lekker, ik vind dit mooi, ik dit en ik dat. Deze jeugd moet nog leren haar oordeel op te schorten, te proeven, te overdenken, uit te proberen, te testen. Vertrouw geen kind dat beweert geen spruiten te lusten zonder mijn recept geproefd te hebben ! Ik bedoel maar.
De inleidingen in de twee boeken van Eco bomen verder op het thema van schoonheid en lelijkheid.
Bij Umberto Eco kan lelijkheid mooi zijn.

Herman van Schoten, Lagos, Portugal, 16/02/2016.
alle rechten voorbehouden : Herman van Schoten

Geen opmerkingen:

Een reactie posten