Translate

114. RIJNLANDMODEL.

Een bevriende kennis met een internetbedrijfje nodigde me uit op restaurant. Het was een aangenaam etentje, zonder zakelijke inzet, in een bescheiden etablissement met goede keuken. De sfeer was bijzonder, het klikte en mijn gastvrouw nam me in vertrouwen. Ze bekloeg zich over de lasten op haar fraai inkomen. Ze wordt toch zo zwaar belast, de overheid bemoeit zich met alles en, ten slotte, het is toch haar geld, zelf verdiend met hard werken, waarmee ze toch doet wat zij wil ! Ze bekende zwaar te zitten nadenken over emigratie naar Engeland. Voor een internetbedrijf maakt de vestigingsplaats niet uit natuurlijk. De keuze voor Engeland begreep ik niet en evenmin haar kritiek op onze sociale welvaartsstaat, waar ze in Engeland wel op zou moeten interen. Het gesprek nam een onaangename wending. Het eindigde erop dat we afspraken dit thema in het vervolg niet meer aan te roeren. 

Taboe op een gespreksonderwerp omwille van de vriendschap. Terug thuis liet het incident me niet los. Het was meer dan dat, het ging om twee maatschappijmodellen. Om feiten en overtuiging, werkelijkheid en geloof. Ik begon te lezen, om woorden en argumenten te vinden voor mijn stelling, tegen haar blinde keuze in. 

Nu breng ik daarvan verslag uit. 

Staat u me een aanloop toe, te beginnen bij ex-Fed-voorzitter Greenspan : lage rente, zodat er kan geleend worden en de economie op toerental blijft, consumptie als motor van de economie. Ook het teveel aan geld werd niet vergeten. De banken gingen zich toeleggen op het verzinnen van nieuwe beleggingsinstrumenten, die zij vlijtig sleten aan hun veeleisende en/of niet geïnformeerde klanten. Iedereen gelukkig. Als de productie wat duur wordt, dan besteden we die uit, met name aan China. Dat leerde je uit de media. Maar het was ook echt zo ! Daar werd ik met de neus op gedrukt tijdens een verblijf in Alaska. Lange treinen met dubbele locomotief vol Chinese goederenwagons, die door het verlaten en afgelegen land sneden, het was dus echt zo ! En als de koper geen geld meer heeft om zijn levensstandaard aan te houden, dan leent de verkoper het hem wel. Zo werd China ook nog de eerste crediteur van de Amerikaanse schatkist. Een systeem, dat in ethische zin decadent kan worden genoemd en in economische zin zelfverwoestend. Maar daar maalde niemand om. Het succesverhaal was ook zo enorm en bleef maar duren, dat ook wantrouwige twijfelaars zich begonnen af te vragen of ze de zaken toch niet te somber inzagen, op het terrein immers werd hun ongelijk bewezen. 
Toen kwam de klap. 
De lezer heeft over de financiële en economische crisis ongetwijfeld al zeer veel informatie over zich heen gekregen, zodat ik mag aannemen dat hij elementair op de hoogte is. Interessanter is de remedie. Wat te doen, geld pompen in het financieel-economisch systeem of laten uitzieken ? De Amerikanen verkozen een monetaristische aanpak op maat van de Reagan-econoom Friedman. Vers geld in het systeem pompen dus en vooral ook geleend geld uit het buitenland. Meer van hetzelfde, met zichtbaar effect op de korte termijn. Financiële doping, kort en goed. De Amerikaanse staatsschuld is nu zodanig opgelopen, dat zij nooit meer kan worden terugbetaald. De VS verkeren in een toestand van financieel default. Als China op een dag haar munt de yuan tot wereldreservemunt uitroept en de VS geen nieuwe kredieten meer toestaat, ligt Amerika op zijn gat. China zal dat wellicht nooit doen, omdat het land te veel Amerikaanse belangen heeft, het is ermee verstrengeld. Europa reageerde anders, althans aanvankelijk. De Eurogroep onder leiding van de Duitse kanselier Merkel en haar financieminister Schauble verkoos de overheidsschulden aan te pakken, uitzieken dus. Dat is echter een pijnlijke lange-termijn-remedie, waarvan de zichtbare effecten (te) lang op zich laten wachten. Deze aanpak veroorzaakt ook drama’s, zie Griekenland. De Europese Centrale Bank, onder leiding van de monetarist Draghi, bekritiseerde het uitblijven van structurele hervormingen door de politiek en nam het heft in eigen handen. Ze begon op massale wijze geld te drukken en in het financieel systeem te pompen door overheidsschulden op te kopen. Over het effect is er echter wel grote twijfel. Misschien is het wel een roekeloze onderneming wegens geen zicht op de uitkomst en geen historische referenties op die schaal. Komt het verse geld in de economie terecht of in handen van mega-speculanten ? Is de Europese Centrale Bank overigens daartoe wel gelegitimeerd ? 
Je denkt onwillekeurig aan het Japanse verhaal. De Japanse recessie van de jaren 1990 hield hardnekkig stand, zelfs met een rentevoet van nul en met grootscheepse infrastructuurwerken. De overheidsschuld steeg tot astronomische hoogten en de werkloosheid bleef hoog. Dat laatste betekende bovendien voor Japan een culturele breuk met de traditie van wederzijdse loyaliteit tussen werkgever en werknemer. Iets dergelijks verandert het dna van een volk. De les : met financiële stimuli spelen is gevaarlijk. 
Waarom komt een Centrale Bank tussen in het economisch proces ? Zij gaat niet alleen haar bevoegdheid te buiten, maar grijpt op een kunstmatige manier in op de spontane prijsvorming door vraag en aanbod. Waarom laten we de economie niet met rust ? Door goedkope geldcreatie is de huizencrisis in de Verenigde Staten en Spanje ontstaan. Investeringen met spaargeld daarentegen scheppen een gezonde economie, een gezond aanbod en lokt een gezonde vraag uit. Natuurlijk duurt het allemaal  langer want eerst moet er gespaard worden. Krediet zou slechts de laatste toevlucht mogen zijn en niet een normaal, alledaags instrument. Goed, voor de ontwikkeling van het bedrijfsleven is krediet wenselijk, echter tot op zekere hoogte. Want, eenvoudig gesteld, waarom moet een slagerij of een bakkerij een keten van slagerijen of bakkerijen worden, dat is al minder evident. Voor een huis leen je geld, dat is duidelijk, maar voor een auto is dat evenmin evident, toch ?! De zotte slogans leef nu, betaal later of maak schuld want die is fiscaal aftrekbaar kunnen de versnipperaar in. Natuurlijk, het economisch ritme zal vertragen tot een natuurlijke snelheid, waardoor we meer geduld moeten opbrengen voor een hoger bestedingsniveau. Maar de overconsumptie en het opeten van de toekomstige rijkdom van onze kinderen zal in het spaarmodel een halt worden toegeroepen. Het grote probleem is het ongeduld : leef nu ! Dat ongeduld kwam bijvoorbeeld ook symbolisch tot uiting op een heel ander, onschuldig gebied : de viering van het nieuwe millennium op 1 januari 2000. Rekenkundig begon het nieuwe millennium immers op 1 januari 2001 ! Maar de commercie en de media waren niet te stoppen, NU ! Dat even tussen relativerende haakjes. 
Dat ongeduld is Amerikaans : consumptie nu, geld nu. IMF-econoom Tamim Bayoumi is het daarmee niet eens, hij schuift de schuld van de financiële crisis in Europese handen (1) ! De crisis werd niet veroorzaakt door Amerika, zo betoogt hij, maar door de Europese banken, die gretig de Amerikaanse rommelhypotheken afnamen, terwijl ze zelf ondergefinancierd waren ! Europa financierde de Amerikaanse huizenzeepbel ! Welnu, dit is onzin in het kwadraat ! Het is zoals het culpabiliseren van de druggebruikers ipv de producenten aan te pakken ! Dat een duur heerschap met dergelijke onzin een podium krijgt in Europa illustreert hoe we ook in ons gedachtegoed zijn besmet door het Amerikaanse non-denken. 
Kan de overheid dan niets doen ? Zeker wel, maar ze moet haar handen afhouden van financiële stimuli. In plaats van goedkoop krediet te organiseren zou zij er beter aan doen het overheidsbeslag en de staatsschuld te laten dalen. Die staatsschuld maakt het land afhankelijk van externe financiering en dus ook van rating-agentschappen. De markt krijgt op die manier een land in haar greep, gedaan met de soevereiniteit. Een moedige overheid kan wel degelijk wat doen. Ze kan de structurele verkwisting en het gebrek aan organisatie en efficiëntie in het bestuur aanpakken, waarvan de omvang in schuldlanden onvoorstelbaar groot is, zie Griekenland, Italië, Spanje, Portugal,…België. Ze kan ook de overheidsuitgaven terugdringen door het bos aan subsidies uit te dunnen en luxe-voorzieningen in de sociale zekerheid af te schaffen, zoals tijdskrediet, werkloosheidsvergoeding zonder tijdslimiet, of kindergeld voor een onbeperkt aantal kinderen. En tevens door meer controle op sociale misbruiken. Vervolgens kunnen daarmee de lasten op arbeid verlaagd worden. Spaargeld behoort echter fiscaal ontzien te worden, het is de basis van de welvaart. 
Dat is mijn mening. Maar wat is nu objectief het beste recept ? Dat hangt van uw visie af, geachte lezer. Economie is immers geen exacte wetenschap, sterker nog, economie lijkt op ideologie, verpakt in een dure academische woordenschat. Soms lijkt het op voodoo. 
In de huidige economische context is de maneuvreerruimte beperkt. Men is zoveel te ver gegaan, dat men nu wel moet blijven pompen om niet helemaal te verzuipen. Nu de economie heropleeft, geeft men toe aan de verleiding de zon te willen zien aan het eind van de als kort waargenomen tunnel. De tunnel is in werkelijkheid lang en het is er pikdonker. Alleen wie schuifelend stapje voor stapje verder gaat – de schulden aanpakken ! - , zal op een goede dag echt licht in de plaats van kunstlicht ontwaren. Politiek en beurs percipiëren de kleinste heropleving als het einde van de crisis. De mens leert zo zelden lessen. Voor de pedagogen onder ons : het zogenaamde ervaringsleren kan ook al de schop op.
Nu, pas nu, kom ik tot mijn onderwerp : het Rijnlandmodel. De financieel-economische politiek verbergt immers een onderliggende maatschappijkeuze. Grosso modo kan die keuze worden benoemd als de tegenstelling tussen de vrijemarkteconomie en de sociale markteconomie, beter gekend onder de noemers Angelsaksisch model versus Rijnlandmodel. Voor het Angelsaksisch model zijn toonaangevend de VS, Australië en Groot-Brittannië, voor het Rijnlandmodel Duitsland, België en Oostenrijk. Nederland is, met name onder eerste minister Rutte, geëvolueerd van Rijnlandmodel naar Angelsaksisch model. Het Angelsaksisch model is wereldwijd dominant, het Rijnlandmodel staat in het verdomhoekje. De redenen zijn niet van economische, maar van ideologische aard. De Amerikanen hebben hun financieel-economisch model als een pletwals over de wereld laten gaan na wereldoorlog 2. In de recente geschiedenis hebben de Amerikaanse president Reagan en de Britse eerste minister Thatcher nog een tandje bijgestoken. Zodanig dat het haast indecent werd bevonden nog te spreken over het Rijnlandmodel. Een student die daarop wil promoveren, zal dat ongetwijfeld worden afgeraden wegens voorbijgestreefd en bewezen onzin. Zo zie je dat collectieve waan het denken in haar greep houdt…
Nochtans stapelen zich de bewijzen van de ingebakken uitwassen van het Angelsaksische model op, tegen alle modieuze economische kwasten in, als men maar bereid zou zijn naar de feiten te kijken. Er is de mondiale financieel-economische crisis, uitgelokt door het Amerikaans financieel systeem van Wall Street, louter gericht op winstmaximalisatie, ongeacht de kwaliteit en de ethiek van het instrumentarium (verpakte kredieten). Deze enorme uitwas met wereldwijde schokgolven werd mogelijk door de overheersing van de economie door het financieel systeem, extreem gericht op grote winsten op korte termijn, los van de onderliggende economische fundamenten. President Bill Clinton heeft daartoe bijgedragen door de opheffing van de Glass-Steagal Act uit 1933, die de traditionele bankiersfunctie loskoppelde van het investeringsbankieren. De gevolgen daarvan zijn dramatisch gebleken. De traditionele bankiersfunctie bestaat uit het aantrekken van spaargeld en dat vervolgens uitlenen aan bedrijven en gezinnen. De investeringsfunctie bestaat erin te handelen in effecten, ook voor de eigen rekening van de bank. Het traditionele bankieren richt zich op de relatie met de klant en is risicomijdend. Het investeringsbankieren is risicogericht en zoekt winstmaximalisatie op de korte termijn. Het opnieuw toestaan van de combinatie van deze twee extreem verschillende activiteiten door dezelfde bank droeg bij tot de grote financiële crisis van 2007 en tot het ideologische primaat van winstmaximalisatie voor weinigen boven de gezondheid van het economisch systeem en van het welzijn van de burgers. 
Deze grondhouding past naadloos in het Angelsaksisch maatschappijmodel. Het is echter niet Europees, zelfs anti-Europees. West-Europa had en heeft een alternatief, het zogenaamde Rijnlandmodel. Een korte vergelijking. 
Het Angelsaksische model is gericht op individueel ondernemen, vrijemarkteconomie, winstmaximalisatie voor aandeelhouders, laag niveau van sociale correcties.
Het Rijnlandmodel mikt op een sociale markteconomie, waarbij de economische actoren nog altijd de nodige ruimte krijgen, maar waarbij het streven tot herverdeling van rijkdom over alle burgers tot uitdrukking komt in sociale correcties op domeinen als gezondheid, onderwijs, werkloosheid, voorzieningen voor kinderen en maatschappelijk kwetsbaren. Het Rijnlandmodel corrigeert de uitwassen van het brutale Angelsaksisch model. 
Op het terrein scoren de beide maatschappij-opvattingen verschillend op een aantal parameters, met name :
-een klein overheidsbeslag in het Angelsaksisch systeem versus een groot overheidsbeslag in het Rijnlandmodel;
-privatisering in het Angelsaksisch model van taken, die in het Rijnlandmodel traditioneel des overheids zijn, zoals beveiliging, openbaar vervoer en nutsvoorzieningen;
-meer inkomensongelijkheid en een dubbel zo hoge armoedegraad in het Angelsaksisch model tegenover het Rijnlandmodel, dat een soort sociale airbagvoorziet bij ongevallen;
-klemtoon op privaatrechtelijke voorzieningen op domeinen als gezondheidszorg en pensioenvoorziening in het Angelsaksisch model, met als resultaat een laag sociaal vangnet;
-klemtoon op publiekrechtelijke voorzieningen in het Rijnlandmodel, met als resultaat veralgemeende welvaart, maar tevens inherent misbruik, bekend onder de noemer sociaal profitariaat of ook sociale hangmat;
-een lage spaarquote in het Angelsaksisch model versus hoge spaarquote in het Rijnlandmodel, waardoor permanente financiering van de hoge economische groei in het Angelsaksisch model even permanent moet worden gefinancierd door burgers en/of overheden uit Rijnland-landen, China en olielanden. Nederland neemt in deze een tussenpositie in door haar Angelsaksische keuze te combineren met een hoge spaarquote dankzij de pensioenfondsen; 
-zware onderinvestering in publieke voorzieningen in het Angelsaksisch model (bijvoorbeeld de instortende Amerikaanse infrastructuur !) ;
-hogere werkgelegenheidsgraad en lagere werkloosheidsgraad in het Angelsaksisch systeem (weliswaar voor wat betreft de VS scheefgetrokken door de combinatie van 2 miljoen gedetineerden - zesmaal meer in verhouding tot de totale populatie van de Rijnland-landen) - en 1,5 miljoen soldaten);
-lagere werkgelegenheidsgraad in het Rijnlandmodel, maar wel duurzaam, met de klemtoon op een degelijk arbeidscontract ipv de Amerikaanse jobs;
-private en bijgevolg willekeurige welfaredoor geslaagde zakenlui in het Angelsaksisch model versus wettelijke sociale rechten in het Rijnlandmodel;
-inzetten op eigenbelang versus inzetten op gemeenschapsbelang.
De conclusies zijn niet moeilijk. Wie uit is op winst op korte termijn en zonder omkijken naar anderen, prefereert het Angelsaksisch model. Wie welvaart wil delen en ook sociale cohesie voorstaat, kiest voor het Rijnlandmodel. De economische prestaties van het Angelsaksisch model zijn beter, althans op korte termijn, maar het Rijnlandmodel is sociaal superieur en bijgevolg ook moreel superieur.
Het is tekenend voor de tijdgeest dat het Rijnlandmodel wordt weggehoond. Op lange termijn is het intrinsiek zonder meer beter. De globalisering, de vergrijzing en de immigratiegolf zetten het Rijnlandmodel echter onder zware druk. Dat is haar grote Achilleshiel. Een reden om het model dringend aan te passen door het voorzieningenniveau niet eindeloos te laten oplopen, de uitwassen van een inderdaad bestaand sociaal profitariaat weg te snijden en de toegang tot het systeem van voorzieningen niet ongelimiteerd te garanderen voor wie nooit heeft bijgedragen. In een zich globaliserende wereld zonder veel sociale voorzieningen is het Rijnlandmodel slechts houdbaar mits afscherming door een figuurlijke muur van importbeperkingen en importtaksen tegen de dumpingprijzen van ingevoerde goederen en een letterlijke muur van grensbewaking tegen ongelimiteerde immigratie. Dat kan vuurwerk geven, inderdaad. Het alternatief is je overgeven aan de globalisering : een roetsjbaan naar beneden. Of, voor onze hardleerse multiculturele vrienden : lekker solidair zijn in dezelfde armoede. 
Voormalig Belgisch eerste minister Leterme schreef een boekje over het Rijnlandmodel (2). Ofschoon zijn geloofwaardigheid is aangetast door de Fortis-affaire èn door de Arco-affaire    is het boekje lezenswaardig als inleiding. 
Tot slot een persoonlijke oprisping. Door mijn degelijke pensioenvoorziening dankzij het Rijnlandmodel, kan ik mij probleemloos wijden aan mijn hobby, studeren en schrijven, terwijl mijn Amerikaanse vriend van dezelfde leeftijd uit Seattle een bijbaantje als liftboy nodig heeft. 
Noten :
(1):Engelen, E., It wasn’t America, stupid, bijdrage over Tamim Bayoumi, De Nieuwe Amsterdammer, 07/06/2018. 
(2):Leterme, Y, Het Rijnlandmodel, uitgeverij Van Halewijck.
Herman van Schoten, Schoten, België, 22/06/2018.
alle rechten voorbehouden : vanschotenherman@gmail.com

Geen opmerkingen:

Een reactie posten